den terecht als de oerstoffen van het leven beschouwd. Zij komen voor als bestanddelen van de structuur van de cel en als reservestoffen, maar hun belangrijkheid ligt vooral in hun uiterste verscheidenheid. De eiwitstoffen zijn opgebouwd uit 1-aminozuren, waarvan er een dertigtal bekend zijn. De kleinste eiwitstofmoleculen bestaan uit minimum een honderdtal aminozuurresten, maar er zijn er ook waar dit aantal honderd keer groter is, zodanig dat een buitengewoon rijke verscheidenheid mogelijk is. Bovendien zijn al de enzymen eiwitstoffen. Dat is zeer belangrijk omdat al de menigvuldige en verscheidene chemische reacties, die in de levende cel doorgaan, door enzymen gekatalyseerd worden. Verschillende hormonen zijn eveneens eiwitstoffen. De meest eenvoudige virussen, de plantenvirussen (bvb. het virus, dat de mozaïekziekte van de tabaksplant veroorzaakt) zijn samengestelde eiwitstoffen, evenals de genen, de dragers van de erfelijkheid.
Aan Summer en Northrop, komt de eer toe de eerste enzymen in kristalvorm verkregen te hebben, zodanig dat de eigenschappen van de enzymen op zuivere stoffen konden bestudeerd worden. Stanley bereidde het eerste virus in kristalvorm. Tiselius beschreef een uitstekende methode om eiwitstoffen, zelfs zeer op elkaar gelijkende eiwitstoffen, onderling te scheiden, Staudinger leverde een machtige bijdrage tot de kennis van de physico-chemische eigenschappen van de macromoleculen in het algemeen en van de eiwitstoffen in het bijzonder, Pauling bestudeerde hun structuur.
Wat de enzymen betreft, leerden wij ook hun samenwerking en hun nauwkeurige lokalisatie in de weefsels en cellen kennen. Wij leerden hoe een molecule suiker in een cel tot koolzuur en water herleid wordt, niet door een brutale verbranding, zoals dat in het laboratorium gebeurt, maar door een stapsgewijs proces. Het zit zo schitterend en zo vernuftig in mekaar, dat de overtollige energie die zou vrijgesteld worden bij de eenstaps-reactie zoals die in het laboratorium plaats heeft, zorgvuldig opgevangen wordt en opgestapeld in energierijke verbindingen, waarvan de energie op het gepaste ogenblik door de cel kan aangesproken worden.
Een geweldige evolutie onderging het onderzoek over partikels met biologische activiteiten. Het meest sprekende resultaat werd bereikt in het gebied van de virussen en bekroond door de Nobelprijs toegekend aan Enders, Robbins en Weller. Zij zonderden de drie bekende serologische types van het virus van de kinderverlamming af en zulks door rechtstreekse inenting van besmet materiaal, zoals faeces, in weefselkulturen. De moeizame diagnose, die vroeger slechts mogelijk was door intracraniale inspuiting van het besmette materiaal bij het enig mogelijke proefdier, de aap, werd aldus omzeild. Het onderzoek van deze drie geleerden opende de weg voor het aanwenden van weefselkulturen, voor de bereiding van de entstof tegen de kinderverlamming, de Salk-entstof.
Een opsomming van opzienbarende bevindingen en waarnemingen voortzetten, zou niet moeilijk zijn. Wij hebben er bij de korte bespreking