De Vlaamse Gids. Jaargang 39(1955)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] Gedaanteverwisselingen door Gust Gils 1 de metro knaagt zich insektengangen in het onderhuidse parijs op zijn geluid af ik klem uw hand en wij rennen door de nooit ophoudende gangen, langsheen de muren vol opschriften ook deze kinderlijk krijt of potlood voorbij getraliede gaten die toegang verlenen het dagstof door draaihekken en een schuifdeur over leuningen, onderwijl buiten adem elkaar onze voorgeschiedenis verhalend 2 eens beseft waar ik verdwaalde ren ik machteloos twee straten ver over uw gespreide hand dan kijkt ge, beweegt, noemt luidop de naam van het insekt dat ik nu ben ik pleeg wanhopig zelfmoord in de groeven nabij uw zoveelste voorheen beminde vinger [pagina 46] [p. 46] 3 ik ben een ongestoord en alledaags bezoeker nu van het gebouw waarin ik vroeger als bronzen museumdier heb rondgedwaald meer dan een kwarteeuw lang (een horloge heeft mij al die tijd onbereikbaar tikkend in een zijvertrek steeds opnieuw en krampachtig doorschijnende uren verzonnen) en ik vuur en ijswater en stortregens ziende door de ramen van na sluitingsuur soms maar altijd te laat de trappen of uitgangen heb gevonden waarlangs ik tenslotte toch ben aan die staat ontsnapt 4 het leven zoals ik soms aan het uiteinde van een draad hangend boven een brug hoog over een ravijn beleven webben spannen zoals ik soms geduldig vanuit een midden naar ergens de ragdraden vastzittend op oneindig die rusteloos trillen bij het ontoereikend licht dan gonzend hangen temidden en niet meer bewegen draden breken en webben scheuren te pletter storten zoals ik soms van uren hoog Vorige Volgende