kan ik u verzekeren dat de meeste Vlaamse uitgevers er zorg voor dragen, de taal van hun boeken desnoods behoorlijk te laten nazien.
Het taalargument is belangrijk. Ik begrijp dat een Hollands boekhandelaar aarzelt, boeken in te doen waarvan de taal hem enigszins onbeholpen schijnt, o.a. omdat hij daar de conclusie uit trekt dat de inhoud dan ook wel niet zo heel veel zal zijn. Wij moeten niet vergeten dat veel van onze wetenschapsmensen hun opleiding nog in het Frans genoten hebben, en dat het openbaar leven in Vlaanderen nog altijd in hoge mate, laat ons zeggen met Frans doorspekt is, wat ons taalgevoel veel kwaad heeft gedaan. Het ongeluk is nu dat de Hollandse boekhandelaar, zodra hij merkt met een Vlaams boek te doen te hebben, bijv, als er een Vlaams adres op het titelblad staat, al te gemakkelijk zegt: ‘dan zal de taal ook wel ‘Vlaams’ zijn’. Er kan van hem natuurlijk niet verwacht worden dat hij ieder van de meer dan tienduizend boeken die in Nederland en België jaarlijks worden geproduceerd op zijn waarde kan schatten. Hij moet o.a. op het fabrieksmerk voortgaan. Hij weet bijv, dat de boeken van de firma A altijd een zekere standing hebben, dat die van de firma B zeer gespecialiseerd wetenschappelijk zijn, die van de firma C allicht een beetje naar de erotische kant toe, die van de firma D integendeel orthodox gereformeerd of katholiek enz. Waar er heel zeker eer te veel dan te weinig boeken gedrukt worden - ieder uitgever vindt de boeken van zijn concurrent wel eens overbodig - en waar de Hollandse boekhandelaar zelfs van de productie van de Hollandse uitgevers, waar hij sedert jaren relaties mee heeft, maar een deel kan inkopen, is het begrijpelijk dat hij tegen de vertegenwoordiger van een Vlaamse nieuweling allicht afwijzend reageert.
Wij komen dan ook alleen op tegen de overdrijving die hierbij aan de dag wordt gelegd, tegen een te veel voorkomend stelsel dat er in bestaat per se geen Vlaamse, of zoals dat doorgaans genoemd wordt Belgische boeken te willen indoen.
Er wordt ook wel eens gezegd dat de Hollandse boekhandelaar geen Vlaamse boeken koopt omdat hij geen korting genoeg krijgt, maar dat is onwaar. Ik kan natuurlijk niet instaan voor de korting die ieder van mijn collega's geeft, maar dit is door elkaar genomen onwaar.
Van waar komt dan dit soort van afkeer of vooroordeel? Mij dunkt dat we rekening moeten houden met een bepaalde karaktertrek van de Hollander, met een zekere zelfgenoegzaamheid, die historisch te verklaren en tot een zeker punt zelfs te rechtvaardigen is. Ik zou u in verband hiermede o.a. willen verwijzen naar de geschriften van de in Engeland docerende Hollandse historicus Renier, die het zijn land als een deugd aanrekent niet de minste belangstelling te hebben voor Vlaamse aangelegenheden. Ik zeg Hollander voor Nederlander of Noord-Nederlander. De geest van Nederland wordt bepaald in het centrum Amsterdam - Haarlem - Leiden - 's Gravenhage - Rotterdam achter de grote waterlopen, die waterlopen