De Vlaamse Gids. Jaargang 38(1954)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 426] [p. 426] Lessen uit de nieuwe school van taboes (fragment) door Simon Vinkenoog Nu noch de grijsaards noch soldaten sterven in de scholen wordt geluisterd naar geheimtaal en de loop der sterren staande tussen recht en krom lach ik en huichel/ juich ik en twijfel Er waren meesters die niet leerden dat er mensen woonden in een stad van aardrijkskunde - op een zwart bord Nizjni Novgorod geheten en sinds jaren Gorki genaamd maar de oude naam werd hier onderwezen - en wie moesten het leren: reizen en ouderworden namen aan plaatsen geven en mensen met stemmen verbinden? Alle mensen wonen in huizen en zij die in holen wonen - nu of duizenden jaren geleden - hopen of hoopten in huizen te wonen wonen en ramen en deuren en rook uit een schoorsteen komen met het moede hoofd te rusten op dood of in leven in een kreng van een hondenleven [pagina 427] [p. 427] Ik geef gedachten prijs zoetvloeiend als bloed daarboven/ Grijs de handen die mij niet meer toebehoren grijs het huis dat in mij huishoudt brood en spelen voor de stervelingen een arm gelach voor dag en jaren en liefde danig bezig in de beenderen Zodoende schaam en heilig mij ontvlekt de stem van het weten Jaag ik om de wacht te beperken of staan de moede noemers klaar en woont ook de vriend in het heden die richtte het licht tot rechter? Ik spreek in de taal der mensen en als ik zeg: ik heb de liefde duur betaald kies ik mijn woorden uit het overschot van woorden verzadigd van gevoelens verzadigd van betekenis en verzadigd van zichzelf Ik leen mijn woorden van een ander en hoe groot de schat die schijnbaar op ons ligt te wachten (tussen vuilnis van woorden en vuilnis van leven) er is geen tijd voor gevoelens rook in de ogen geld voor de liefde of waarheid in het samenzijn Ook ik ontwikkel beelden in het duister vlagen onbegrepen jazz-muziek Ik ben het erts van waarheid niet ik hoor geen stem van over water en geen engel sloeg mij met een vurig zwaard [pagina 428] [p. 428] In het duister kruip ik en als ik zeg: het regent regent het en als ik niets zeg staat de aarde niet stil Het heeft lang geduurd/ Nu is het zover Ik ben vijfentwintig jaar anderen stierven van verdriet Noch anderen léven vrienden die jonger zijn dan ik of ouder met zoons die heten: Brecht Ezra Gommert Ook ik ontwikkel beelden in het duister ik noem ze Robert-die-niet-rijdt-op-mijn-schouder ik sta ook van verre dichtbij: ik erger en onttrek mij houvast-zwaaiend om een naam van ik en sterren die tijdloos en gemeengoed zijn (Ik die/ Ik die ik dien en heers en heesgekreten met man en macht Om ons geen vetes geen oproer tussen vrienden en bezetenen vis tussen vissen leeggelopen onder water waar vrouwen en dichters met vuur willen spelen) - Ik lees van oorlog om oorlog levend een mens die schrijft heden ben ik vijfentwintig jaar en morgen moet ik 25 jaar alsnog te voorschijn halen en dan de tijd nog dat ik vérderleef Ik geef gedachten prijs: ‘mijn vader mijn moeder ' die zonder geloof in het leven ' door wellust en toeval tesamengedreven 'in mij de vuurslag licht ontstaken (een lont die gissend opbrandt niet langer te weerhouden) 'ik vraag het u niet ' u vraag ik het niet meer na zoveel jaren [pagina 429] [p. 429] Pijnig en stenig mij in een bouwval of een kathedraal van liefde: hartstocht en hygiene coarse and vulgar trots en toeverlaat en waar ik schrijven moet verbijt ik mij en waar ik zwijgen moet verraadt het woord in mij de dagen zonder gaten en de angst om-niet te zijn in een wereld ontvolkt van gassen en kampen waar het mensen vloeken wordt en het handendragen onbedachtzaamheid. Vorige Volgende