Het dagblad als modernhistorische documentatiebron
ZOWAT zeventig jaar zijn verlopen sinds de publicatie van Mc.Macster's ‘History of the People of the United States from the Revolution to the Civil War’, werk waarin voor het eerst afdoend gebruik werd gemaakt van de pers als modernhistorische documentatiebron. Deze voor haar tijd zeer degelijke geschiedenis, steunde inderdaad nagenoeg uitsluitend op een kritische analyse van dagbladgegevens.
Sindsdien maakte het gebruik van de pers, als geschiedkundig basisdocument, snelle vorderingen, vooral in de Angelsaksische landen.
In 1908 werd een volledige zittijd van het jaarlijks Congres van de ‘American Historical Association’ gewijd aan de discussie van het thema ‘the use of the newspapers by the historians’.
De auteur van de vijftien jaar later verschenen studie ‘The newspapers and the historian’, Lucy Maynard Salmon, merkte in zijn inleiding nochtans op: ‘the newspaper as an historical source still needs the support of distinguished historians like James Ford Rhodes to convince the rank and file of students in history that it holds an honorable place in the study of the past.’
Was die verdediging in 1923 nog nodig voor de Angelsaksische wereld, vandaag heeft de pers daar, als historiebron, volledige burgerrechten verkregen.
Dit is niet het geval bij ons. De geschiedenis van de pers zelf vond wel de nodige belangstelling, maar de pers als geschiedenis wekt blijkbaar nog steeds meer dan voldoende wantrouwen in historische kringen, om een verdediging te rechtvaardigen. Daarom dit pleidooi.
Een goed advokaat tracht de argumenten van de beschuldigingsakte te ontzenuwen. En deze laatste alhoewel onuitgesproken luidt: Een meestal partijdig, vulgariserend en technisch ver van perfect druksel kan niet de nodige waarborgen geven, als betrouwbare bron voor objectieve historiestudie. Welke garanties van authenticiteit levert zulk een officieus gedrukt stuk? Welke autoriteit gaat er uit van een document waarvan het auteurschap dikwijls anoniem, verdeeld en dus onverantwoordelijk is?
Laten wij het terrein van het debat vrijwillig beperken. Nemen we b. v voorlopig tot basis onze negentiende eeuwse postrevolutionnaire informatiepers. met als terminus ad quem 1880 (datum die niet alleen het vertrekpunt is van nieuwe politieke stromingen, maar ook overeenkomt met een revolutie in de techniek van het persbedrijf).
De hoofdkenmerken van deze pers (1830-1880)? 1o) Ze richt zich tot een eerder kleine groep mensen, die zoal niet intellectueel, toch een ruimer begripsvermogen heeft dan de gemiddelde lezer van heden. Het resultaat is een hoge standing van die pers. Een zeer verzorgde, meestal een tikje literaire stijl, lange gedetailleerde artikels en gestenografeerde verslagen. 2o) De perstechniek