Hij keek niet op. Groen en rood waren in de val, zwart bleef vóór haar hokje haperen. Een klein zetje naar links... nee te ver... wat terug naar rechts...
- José, wat voer je daar uit?
Jozef hield het doosje voorzichtig in de juiste stand, en keek op. Het meisje stond voor hem.
- Dag Mia, ik speel een spelletje, om de tijd te doden tot je hier was...
- Kinderachtig! spotte het meisje.
- Kinderachtig? Dat moet je niet denken hoor! D'r zitten drie muizen in dat doosje, drie. Dat maakt het veel moeilijker dan twee. Zelfs de grote mensen kunnen het niet! 't Komt uit Parijs...
- Laat me eens proberen?
Hij gaf haar het doosje. Ze schudde het echter veel te hard, zodat de muizen als razend over en weer vlogen en er geen enkele in haar hokje terecht kwam.
- Nee, je moet het voorzichtig doen, heel voorzichtig, anders worden de muizen boos!
- Boos? Ze lachte vrolijk en gaf hem het doosje terug. - Hoe kunnen metalen muizen nu boos worden, ze leven niet!
- En toch is het zoals ik zeg!
- Laten wij het samen eens doen?
Het meisje hield het doosje vast, terwijl Jozef haar hand leidde.
- Een klein ietsje naar rechts... te ver.... wat terug naar links!
Hun hoofden waren naar elkaar toegebogen. Ze hadden beiden plezier in het spelletje.
Er kwam een man voorbij. Een eindje verder bleef hij staan en keek nieuwsgierig naar het tweetal.
Jozef werd de blik gewaar en keek op.
- Wat zou die vent van plan zijn?
- Misschien is hij wel van de politie? zei het meisje, een beetje angstig.
- Welnee, het is maar een gewone vent!
De man stapte eindelijk op. Zij zetten hun spelletje voort. Het meisje slaakte verrukt gilletjes, toen twee der muizen gevangen waren.
- 't Is maar goed dat het geen echte muizen zijn, brr! zei ze plots en rilde bij de gedachte.
Jozef antwoordde niet. Hij beet op zijn tong van pure spanning, nu het beslissend ogenblik aangebroken was om de derde muis te overwinnen. Rood gleed nog vrij rond.
- Haast... naar rechts... voorzichtig... een beetje achteruit... links... Ja!
De drie muizen zaten in de val.
- Ik heb ze gevangen! riep het meisje.
- Juist! zei Jozef bescheiden.
Ze zaten beiden een ogenblik genoeglijk bijeen, tevreden met elkaars gezelschap.