Peter Benoit te Harelbeke
NERGENS houdt men zo diep van Peter Benoit als te Harelbeke. Hij is er niet, hoe hoog gewaardeerd ook en bewonderd, de Meester, de baanbreker, de bezielde toondichter, de grote Vlaming, de officiële gevierde, wat hij in Antwerpen, Brussel, Gent of waar ook is. Te Harelbeke is hij ‘Onze Benoit’, hartelijk en gewoonweg: onze Benoit van het nederig geboorte-huisje, onze Benoit van de simpele omgang die hij zo innig met zijn volk onderhield wanneer hij in Harelbeke bij zijn tante Rosalie kwam uitrusten.
- Ik reis naar Vlaanderen!
Hoe uitgeput hij ook mocht zijn, hoe desperaat soms door de kleinzieligheid van de tegenstand waarmee men hem wilde kleinkrijgen, hoe vergald door het systematisch onbegrip... Ik reis naar Vlaanderen! was de zegekreet die hem losrukte uit al wat hem moreel omklemde, was de bevrijding, was het heropgloren van de nieuwe dag, en zoals Alfred Courtens hem heeft afgebeeld, zo ging hij naar Vlaanderen, naar Harelbeke, op zijn rhythmisch verende stap, los uit het hulsel van bekommernis, het hoofd opgeheven, de ogen naar de verte gericht, dààr waar de Leie vloeit.
Nergens waar men hem viert in dit herinneringsjaar, wanneer de toejuichingen voor zijn werk, voor zijn moreel streven als een storm opgaan, nergens hebben die toejuichingen dezelfde bezieling als in zijn geboorte-stad waar hij, als het ware, in familiekring gevierd wordt.
En dat familiegevoel is echt en gewettigd, want geen enkele der zuidvlamingen, der zuid-Westvlamingen die in Harelbeke, bij feestgelegenheid in drukke massa krioelen of op fiere marspas met hun vaandels in grote volksoptochten voor de ere-tribune voorbijtrekken, geen enkel van hen is niet door dichte of verre familiebanden met hem verwant.
Een merkwaardige, zeer doorwerkte studie van dr. J. Soete, uit Kortrijk, ‘De Voorouders van Peter Benoit’ speurt sporen op van Benoit's familie, zowel langs vaderlijke als moederlijke zijde, tot diep in de XVde eeuw. Hoe de familienaam van de zuid-Westvlamingen, die Benoit in Harelbeke vieren, ook moge klinken, toch wekt hij bij zijn voorouders wederklank.
Weze Peter Benoit voor allen de grote Vlaming, hier, voor ons is hij de zuivere zuid-Westvlaming, want zijn volk leefde en heeft zich rijkelijk vermenigvuldigd rond en om het Harelbeekse; in Izegem, Lendelede, Destelgem, Kortrijk, Beveren-aan-Leie, Wielsbeke... e.a.
De naam van Benoit komt reeds in vijftienhonderd voor, ‘Benoot’ gespeld, wat een eenvoudige uitleg geeft voor wat men, ten onrechte, een Franse spelling of uitspraak zou noemen. De dubbele oo klinkt immers in het Westvlaams als de Franse oi. De verkeerde spelling van een of andere niet zo nauwkeurige klerk, zoals het maar al te vaak gebeurde, heeft voor ‘Benoot’ Benoit geschreven en Benoit is geboekt gebleven.