Van den hak op den tak
Over de Vlaamsche tijdschriften
- Er zijn op dit oogenblik in Vlaanderen drie volwassen litteraire tijdschriften, zei Hinderyckx.
- Met name en volgens leeftijd, ‘Dietsche Warande en Belfort’, ‘De Vlaamsche Gids’ en ‘Nieuw Vlaamsch Tijdschrift’, voltooide Winderyckx.
- En drie jonge, groeiende, ongeveer gelijktijdig opgeschoten jongerentijdschriften, vervolgde H.
- ‘Faun’, ‘Arsenaal’ en ‘Nieuw Gewas’, onderstreepte W.
- Ten slotte de vriendschappelijk concurreerende poëziebladen ‘Klaverdrie’ en ‘De Spiegel’, vervolgde H.
- Die zoo taai zijn als de eerste soort en zoo slank als de tweede, meende W.
- We hebben allicht nog een paar andere litteraire tijdschriften vergeten, opperde H., die zijn geweten wou gerust stellen, maar zijn geheugen niet wou kwellen.
- Niet zoo erg, suste W., als zij niet tot Hinderyckx komen, moet Hinderyckx niet tot hen gaan.
- Niet grinniken, zei de op objectiviteit gestelde H., want het heeft me na dezen oorlog ten hoogste verwonderd en ten zeerste verheugd, dat er zoowel tusschen de oudere als tusschen de jongere tijdschriften meer een gezonde geest van emulatie heerscht dan een soort twistershebbelijkheid.
- De uitzonderingen niet te na gesproken, corrigeerde W., die vervolgde: nu, zij bevestigen trouwens den algemeenen regel.
- Zij schijnen me in zekeren zin wel communiceerende vaten te zijn, vooral de oudere tijdschriften, deed H., opmerken.
- Of koek één deeg. Inderdaad, zien we niet Herman Teirlinck en Karel Jonckheere tezelfdertijd redacteur zijn van ‘De Vlaamsche Gids’ en het ‘Nieuw Vlaamsch Tijdschrift’, Marcel Coole in der minne van ‘Klaverdrie’ naar ‘De Spiegel’ gaan, en werken de meeste ‘gevestigde namen’ niet allen solidair aan de drie ‘gevestigde tijdschriften’ mee?
- Laten wij dit heuglijke feit naar behooren onderstrepen, zei H., dat er aldus een officieele Vlaamsche letterkunde bestaat.
- Op voorwaarde, dat er geen bastaards en geen ‘parents pauvres’ worden gekweekt, beklemtoonde W., want er is niets zoo ergerlijks als officieel medelijden, op die voorwaarde wil ik je bril met roze glazen ook op mijn neus zetten bij gelegenheid.
- Kijk eens, vervolgde H., op welke aandoenlijke wijze al deze tijdschriften, zoowel de oude oompjes en matantes als de jonge neefjes en nichtjes, hun tweeden naoorlogschen marathon met een herdenking van hun dooden hebben ingezet. De ouderen hebben hulde gebracht aan de nagadachtenis van Aug.