De Vlaamsche Gids. Jaargang 30(1946)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 625] [p. 625] [Gedichten] Damme De lage huizen schuiven hun rode daken dichter om de plompe toren heen in de straten zijn de koeien meester en de schapen kuikens lopen verloren in 't gras: Zó zijn de middeleeuwen in Vlaanderen blijven staan: In 't ENGELTJE alleen leeft Uilenspiegel nog voort. Langs de vaart wacht met wijdopen armen de witte molen op Don Quichotte die de slapenden zal wakker schudden Geen vrolijke meisjeslach doorklaart hier de dood en zo traag zinkt de stervende dag over de moeë stad dat de vreemdeling bang dit nekropool te ontheiligen stil naar de kim wijkt waar boven 't kanaal en 'n dubbele rij bomen onder goudhoge hemel punten de torens van 't levend verleden hoog. [pagina 626] [p. 626] In de kano... In de kano hebben onze hoofden zich stil naar elkander gebogen als de bomen over de vaart 'n Stille zwaan heeft ons aangestaard en we hebben beiden beschaamd onze paddels gegrepen en onze ontroering weggeroeid. Gioconda smile Wat achter die glimlach schuilt zal niemand ooit te weten komen wat achter die ogen schuilt evenmin noch achter die mond of dat hoge voorhoofd: 't Draagt in zich 't zwijgend antwoord van de sfinx: Dat de dwazen nooit weten zullen wat de wijzen glimlachen doet. Brugge Vuile kantgevels zijn traag in 't water gegleden als wilden ze zich ontdoen van hun eeuwenoud fatsoen als wilden ze vrolijker lijken schoner en jonger bij dit eerste stralen van de lentezon. A.F. GESCHIER Vorige Volgende