De Vlaamsche Gids. Jaargang 27(1938-1939)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 558] [p. 558] Aan een vriend Slaak, liefde-bedelaar, slaak, met uw stem van goud, den donker-rooden kreet van uw gepijnd verlangen: ge zijt als de avondzon, ontstekend kleur-gezangen op iedre baan der zee, op elken boom van 't woud. Uw onverzaden hart - al zij het ook uw doem - dat altoos kloppend jaagt en hunkert, door de dagen, naar immer ijlend heil, 't gelijkt den zonnewagen die 's avonds, moe-gereisd, verzinkt in eigen roem. Al dooft de schoonste kleur, uw zang zal niet verzwinden; hij leeft, als 't sterrenheir, in onverdoofbre pracht: het hoogst en volst bezit is wat men immer wacht, o liefde-bedelaar, o goddelijke blinde! AUG. VAN BOECKXSEL. Vorige Volgende