De Vlaamsche Gids. Jaargang 27

[p. 433]

Huldebetoon voor minister Vanderpoorten

Vermeldden wij in onze vorige aflevering het huldebetoon voor ons mederedactielid prof. Maurits Basse, thans stippen wij hier gaarne de betooging aan, waarvan een ander lid onzer redactie, minister Arthur Vanderpoorten, op 2 Juli te Brussel het voorwerp was.

Na het jaarlijksch congres van het Liberaal Vlaamsch Verbond had te zijner eer een feestmaal plaats, met zoo wat 300 deelnemers.

Schepen Somers, voorzitter van voornoemd Verbond, nam de eerste het woord om den minister te huldigen. Hij zei o.m.:

‘De strijd, door u in onze liberale kringen en in het Willemsfonds geleverd, zal met gulden letters in onze geschiedenis geboekt blijven.

‘Uw parlementaire bedrijvigheid heeft u onmiddellijk op het voorplan gebracht. Uw initiatieven in zake volksgezondheid, onderwijs en middenstand kunnen niet genoeg naar waarde geschat worden.

‘Wanneer de Koning u de portefeuille van openbare werken aanbood, wist hij dat dit ambt zich bij uw werkkracht en uw verstand zou aanpassen.

‘Gij hebt een zware taak op uw schouders geladen; maar wij zijn overtuigd dat gij de moeilijkheden zult overwinnen.’

Oud-minister J. Hoste lei den nadruk op de groote sympathie, die minister Vanderpoorten alom geniet. Hij is een personaliteit en heeft talent. Hij is de geschikte man om onze gedachten te doen doordringen in kringen, waar men ons niet steeds begreep. Wie ons niet begrijpt en kent wordt dikwijls het slachtoffer van onbetrouwbare elementen, welke de Vlaamsche Beweging willen

[p. 434]

besmetten met gedachten, die slechts in de schaduw van vreemde leerstelsels kunnen groeien.

In zijn dankwoord wees de gevierde er op, dat hij als Vlaming door den Koning in den Raad der Kroon werd geroepen, en het in onze taal is dat de Vorst zich tot hem richt. Het is een geluk voor ons allen vast te stellen, hoe onze taal wordt erkend en geëerbiedigd.

‘Met mijn voorganger, minister Hoste, die zich insgelijks in het vertrouwen van den Koning mocht verheugen, heb ik mij, zegde hij, ingespannen om in het Parlement nuttig werk te verrichten

‘Wij, liberale Vlamingen, hebben tot taak de stem van ons gezond verstand te laten hooren, en daarom moeten wij alom de moreele en geestelijke beteekenis van het Verbond aantoonen.

‘Wij willen de eenheid van het land, een concentratie van alle menschen van goeden wil, een concentratie om het Vorstenhuis. Daarom moeten wij alles uitschakelen wat ons verdeelt.

‘Wij strijden niet tegen de Fransche taal of cultuur. Alleen willen wij voor de rechters in onze taal gehoord worden, en ook bestuurd en gedrild worden in onze eigen taal.

‘Dit programma is rechtvaardig; het is opbouwend. Het is dat van het Liberaal Vlaamsch Verbond. En omdat het opbouwend is, zal het ingang vinden bij het volk.

‘Laten wij in alle omstandigheden de leuze van onze voorouders, de Klauwaards, gedenken: Vlaamsch en vrij!’

_**_*

De redactieleden sluiten zich geestdriftig aan bij de hulde aan hun vriend en medewerker, die ons tijdschrift herhaalde malen met degelijke artikels heeft bedacht.

RED.

[p. *15]

7. - Van der Maelen, De streek van Knokke en het Zwin