De Vlaamsche Gids. Jaargang 27(1938-1939)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 374] [p. 374] Venetiaansche nachten De volle maan schijnt boven het Canale. Het rustelooze tij in zilveren schilfers schift Haar witten weerschijn, dien ze in 't water heeft gegrift... De wachter hoog en stil staat zijn geduld te stalen. Het water wiegt en doet niets dan herhalen Zijn eeuwig wiegelied, terwijl het 't maanlicht zift En zift om er den dogenring uit op te halen; De maan, zij, schijnt en schouwt en kent geen drift. Wat schitteren zij schoon, ons zuivere idealen, Wier witte licht in 't duister menschenhart komt dalen, Wijl 't rusteloos gespeel van drang en drift en spijt Het schuurt en scheurt en er aan rafelt, rijt en bijt Vergeefs. Hoe grillig ook het water wielend woele, Den weerschijn van het licht vermag 't niet weg te spoelen. ALFONS LAMBRECHT. Vorige Volgende