De Vlaamsche Gids. Jaargang 27(1938-1939)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 255] [p. 255] Ergens iemand... voor Dr. Herman Thiery. Ergens iemand, één uit velen, vraagt wat voorspoed en geluk. Wie zijn wonden kunnen heelen hebben 't met zichzelf te druk. Ergens iemand roept verloren deernis in met zijnen staat. Waar niet één zijn stem wil hooren, keert zijn hoop nog niet in haat. Ergens iemand, vastbesloten, houdt maar vol en laat niet af. Wie reeds alles heeft genoten, heeft geleefd, is rijp voor 't graf. Ergens iemand leeft gelaten, heeft den tijd en het geduld. Hem wil hoop maar niet verlaten dat zijn wensch eens wordt vervuld. Ergens iemand is zeer dankbaar voor een woord van wie begrijpt. Vriendenmunt is altijd gangbaar waar de vrucht begrijpen rijpt. [pagina 256] [p. 256] Vergeefsch lied voor G. Balthazar. Ik kommer waar mijn lot zal stranden, verlaten, zonder vriend noch god. Ik toon vergeefs den palm der handen en bedel om een beter lot. Wie kunnen helpen, blijven doof en weigrig voor mijn smeekgebaar. Mijn vrouw moet verder af zich sloven. Ik zie geen uitkomst waar 'k ook staar. Er zijn er die in 't leven lukken zonder er iets maar voor te doen, wijl andren moeten beedlend bukken met niets om hunne hoop te voên. Wat baat het zich verwoed te weren? Het vechten heeft geen resultaat. Ik ben de schaamte al aan 't verleeren en bedel zonder hoop noch haat. Er rest mij enkel nog betrouwen op 't lot. De zorg voor vrouw en kind laat mij geen tijd om lang te rouwen tot iemand deernis met mij vindt. M. DE DONCKER. Vorige Volgende