De Vlaamsche Gids. Jaargang 27(1938-1939)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 223] [p. 223] Chant a l'aube d'une guerre Ik ben niet bang voor den lach die op uw lippen sterven zal, wen ik met een laatste wuiven zal stijgen uit uw stille dal. de zon is vreemd dezen morgen, de maan was ontzettend vannacht, eiken avond is mij somber, ik weet dat de dood mij verwacht. De dood is nabij; zie, mijn lieve, reeds heb 'k 't gelaat van God verblijd. Waarom dan zou ik nog vlieden wat mij dezen morgen verbeidt? Luister, hoor de horden dreunen en kreunen, die ten oorlog gaan. Hoor dan toch de massa's steunen die een wreede dood zal verslaan. Ik ben niet bang voor uw lach die op mijn lippen sterven moet. Maar 'k hoor de massa's schreien, ach God, die mij dat beluistren doet! ERIK DE ZWETH. Vorige Volgende