zelfvolmaking en tot arbeid in dienst van land en volk voortdurend en liefdevol aanspoorde. Het zou de moeite loonen, moest men de tallooze brieven van Sabbe kunnen verzamelen, waarin hij zijn jonge vrienden tot werkzaamheid en tot dienstbetoon heeft aangezet...
Van Maurits Sabbe straalde beschaving uit. Heel zijn wezen ademde diep innige cultuur, geestelijke superioriteit en zielegrootheid, dat alles verwerkt tot serenen humor, die de tragedie van het leven met een berustenden glimlach omsluierde en tevens in de diepte van het dagelijksche gedoe de innige tragedie van het leven ontdekte.’
Onzerzijds nemen wij verder een redevoering op, door prof. Adr. Hegmans op het Willems-Fondscongres te Leuven, tot aandenken van onzen vriend uitgesproken.
***
Laten wij onzen zeven en twintigsten jaargang inleiden met er aan te herinneren, dat het vorig jaar Maurits Sabbe nog de aandacht vestigde op de traditie en de rol van een algemeen tijdschrift, zooals de Vlaamsche Gids het wil zijn.
Hij betoogde, hoe naast de belletrie studies moesten verschijnen over de vragen van den dag, kronieken en bijdragen over bespiegelende wetenschap.
‘Tot bepaalde partijpolitiek of tot propagandistische doeleinden,’ schreef hij, ‘heeft ons maandschrift zich nooit geleend. Alleen werden de onderwerpen van wijsgeerigen, politieken en economischen aard in den regel getoetst aan de beginselen, die in het huis de leiding geven.’
En verder:
‘Voor de zuiver literaire bijdragen werd nog veel ruimer te werk gegaan. Het lag nooit in de bedoeling van den Vlaamschen Gids om een soort tendenzliteratuur in het leven te roepen of te bevorderen.’
Men weet, hoe Maurits Sabbe, enkele uren vóór zijn dood, nog aan onzen redactiesecretaris een brief schreef, waarin aanwijzingen gegeven werden, opdat de Vlaamsche Gids de Vlaamsche cultureele vraagstukken zou behandelen.