| |
| |
| |
Boekbeschouwing
Freytag & Berndt. - Taschen-Atlas. Met statistische gegevens over alle staten, door Dr. Alois Fischer. Freytag & Berndt A.G., Weenen; 6,50 Belga.
Wij kennen geen zakatlas van zulke groote practische waarde als deze prachtige uitgave van Freytag en Berndt. Een massa belangwekkende gegevens en statistieken worden verstrekt over alle staten der aarde, aangaande regeeringsvorm, staatshoofd, grootte, bevolking, ligging, bodemgesteldheid, klimaat, nationaliteiten, steden, voortbrengselen, koloniën... Over taal en godsdienst der volkeren bekomt men, evenzeer als over eilanden en meren bv., alle mogelijke bizonderheden. De bevolkingsbeweging in de onderscheiden landen wordt telkens aanschouwelijk voorgesteld, evenals de verwerking van alle denkbare grondstoffen, de broodvoorziening, de groei van de grootsteden, de autostraden, de automobielproductie, de spoorwegnetuitbreiding, de energie-economie, de beteekenis van alle handelsbedrijvigheid, het luchtverkeer, het zeewezen, de radio-instellingen, de postdiensten, enz. Geput werd uit de nieuwste officieele bronnen en de bekendste wetenschappelijke schriften. Met zulke handleiding wordt de aardrijkskunde het meest geliefde vak, is er niemand meer, die den huidigen geopolitieken wereldtoestand ignoreert. - Hierbij behoort het Geogr.-Statist. Handbüchlein 1938 (2,75 Belga).
| |
Dr. W. Tombrock. - Uit de Friesche Middeleeuwen. P. Harte, Bergen op Zoom; 430 blz.; 17 illustraties.
Dit lijvig boek van den grooten Frieschen schei- en geschiedkundige (een unicum) is de heerlijke uitkomst van lange jaren studie en navorsching van een veertigtal bronnen. Objectief en zaakrijk zijn dan ook zijn uiteenzettingen. Van de oude fabelen, sagen en legenden vertrekkend, heeft de auteur het o.a. over de oeroude landdagen, de oudste belastingen, Radboud en Wulfram, Karel den Groote (Lex Frisionum, toenmalige verhouding der standen, bestuursvorm, welvaart en beschaving), feodaliseering door idealisme, kloosterbouw, den duivel in de Friesche vertellingen, de Ridderhuizen, de pest (1335), partijtwisten, uitgebreidheid van het kloosterbezit, het buskruit in de Friesche gouwen, ridders en geestelijken, Jacoba van Beieren (voorgangster van Jeanne d'Arc), enz., enz.
Den onvermoeiden historischen speurzin van Dr. Tombrock, zijn duidelijke overzichtelijkheid onze hulde. Hij is in het Noorden de meest vertrouwde man met de Friesche geschiedenis; niemand staat met haar inniger in contact, voelt beter den geest van Friesland (‘ons’ land) aan en peilt dieper het wezen van zijn stoer volk.
| |
Paul Rival. - Marceau. Gallimard, Parijs; 280 blz.; Fr. fr. 18.
Napoleon noemt Marceau onder de zes grootste generaals uit de Fransche Revolutie-periode (naast Kléber, Masséna, Desaix, Hoche en Pichegru). Deze edele figuur, in den volstrekten zin van het woord, de held van Verdun, Luçon,
| |
| |
Chantonnuay, Cholet, Le Mans, Fleurus (1794, verovering van België), Aken, Bonn, Koblenz, Mainz, Altenkirchen (waar hij het Fransche leger redde), Höchstenbach (waar hij doodelijk gewond werd: 19 September 1796), stierf op 34-jarigen leeftijd. Het Panthéon bewaart zijn overblijfselen.
Paul Rival, de biograaf van Hendrik VIII, Benjamin Constant, koningin Margot, Cesar Borgia, doet Marceau hier herleven in al zijn zwakheid, schuchterheid, weemoed, hartstocht, bekoorlijkheid en onbevlektheid, terwijl rondom hem het oproer gromt, de ikzucht zegepraalt, saam met de verbeesting en den bloeddorst.
| |
Derire Lamalle. - Les grands reporters au moyen age. Les petites Etudes de Belgique, Rue de Fragnée, 135, Liége; 140 blz.; Fr. 10.
Deze zes ‘Reporters’ zijn: Geoffroy de Villehardouin (1160-1213), de Fransche maarschalk-geschiedschrijver, deelnemer aan de bestorming van Konstantinopel, auteur van een beschrijving van den Vierden Kruistocht, een meesterstuk; Jehan de Joinville (1224-1317), Fransch seneschalk, begeleider van den heiligen Lodewijk op zijn Egyptische kruisvaart, gezel in zijn gevangenschap, schrijver van de beroemde ‘Mémoires’, op 80 jaar begonnen; Jehan Froissart, van Valencijn, 1333-1408, de dichterlijke kanunnik, bekend om zijn ‘Chroni-ques de France, d'Angleterre, d'Ecosse, d'Espagne, de Bretagne’; Philippe de Commynes (Filips van der Clyte), (1447-1511), de beste historicus van zijn eeuw; Charles d'Orléans (1394-1461), melancholisch balladedichter; François Villon (1431-1489), magister in de rechten en dief, die met zijn ‘Testaments’ een nieuw tijdvak in de Fransche literatuur opende.
Désiré Lamalle's kijk op zijn groote middeleeuwsche ‘Reporters’ (een wat gewaagde titel!) is vast en zuiver; zijn taal klaar en snedig.
| |
Lucile Decaux. - Katia, le démon bleu du Tsar Alexandre. Gallimard, Parijs; 250 blz.; Fr. fr. 18.
Mevrouw Decaux vertelt de ontroerende liefdesgeschiedenis van Katharina Dolgorouky en Alexander II, verhouding, die Rusland onderst boven zette, want de reactie zag in haar de grootste bedreiging. Immers Katia wilde met den Tsaar het Russische volk redden. Als huwelijksgeschenk vroeg zij hem een Grondwet voor zijn onderdanen, wat de autocraat haar toestond. Het Noodlot (en de Russische politie) ging niet accoord. De anarchistische bommen doodden den keizer, vóor hij zijn morganistische verbinding officieel kon bekrachtigen en zijn hartstochtelijk geliefde maîtresse tot heerscheres over zijn reuzenrijk kon verheffen.
Dr. JOZ. PEETERS.
|
|