Otto von Taube. - Geschichte unseres Volkes. Eckart-Verlag, Berlijn-Steglitz; 500 blz.; geb. 9,80 RM.
De Geschiedenis van het Duitsche volk, van in de vroegste tijden tot in de 16e eeuw, getuigt overal, dat de dichter-historicus, baron von Taube, auteur van ‘Der verborgene Herbst’, ‘Die Löwenprankes’, ‘Das Opferfest’, ‘Baltischer Adel’, ‘Die Metzgerpost’, ‘Wanderlieder’, ‘Das Ende der Königsmarcks’ en van een Raspoetin-studie, jarenlang zijn onderwerp heeft bestudeerd, bedacht en innerlijk beleefd; hij zet het immers in het licht van de nieuwste geschiedkundige gegevens en toont zich gansch zijn werk door een zeer bevoegd wetenschappelijk vorscher, wat een volstrekte vereischte is, vermits geen andere geschiedenis zoo onoverzichtelijk schijnt, zoo moeilijk te ziften en in wezenheid te vatten als die van Duitschland. Helder en boeiend schrijft hij over de Oude Germanen, de Volksverhuizing, de Franken en het Christendom, de Karolingers, de eenmaking van de Westgermanen, de Saksenkeizers, den strijd met de Kerk, de Hohenstaufen, Germaansch, Pauselijk en Romeinsch Recht, de opkomst van Pruisen, de ontwikkeling van kunsten en wetenschappen, den bloei der mystiek, de Habsburgers, onzen Hertog Karel den Stoute, de verovering van Constantinopel door de Turken, de ontwikkeling der steden, de Hanza, de Gilden, de laatste Ridders, het Humanisme, het verlangen naar de Hervorming. Geen hoofdstuk of het is interessant, zoodat met het geheel de Duitsche historiografie ontegensprekelijk een goeden stap vooruit doet. Otto von Taube is in zijn opzet volkomen geslaagd: men zal hem lezen en een knap professor in hem aantreffen, van wien men zal getuigen, dat hij de geschiedkundige literatuur in hooge mate verjongd heeft en verrijkt.
Dr. JOZ. PEETERS.