S. Postmus. - Algemeene Geschiedenis. J.H. Kok, Kampen; 2e druk; 2 deelen, 560 blz.; ing. fl. 5,50; geb. fl. 7.
Het geheele verleden ontrolt zich hier in volle dynamiek, dank zij een auteur, die zijn onderwerp totaal beheerscht, en dan ook best geslaagd is in het doel, dat hij zich gesteld had: een studieboek voor Algemeene Geschiedenis te geven aan ieder, die inzicht wil krijgen in het Wereldgebeuren. Volkomen beamen wij zijn standpunt: ‘De Geschiedenis is niet een stroom, die afrolt van de bergen. Zij heeft een principe en een einddoel.’ Daarom ‘is er in de wereldhistorie een vaste gang, niettegenstaande de menigvuldigheid der verschijnselen en den altoos wisselenden factor van den menschelijken wil.’
Geschiedenis is, het blijkt hier weer eens zoo mooi, het relaas van den eeuwigen strijd van den mensch naar het geluk, naar de harmonie. Zij is de spiegel, waarin wij ons zelven leeren terugvinden, de eeuwen door, met al den adel en ook al de gebreken, die in ons woekeren; zij leert ons ons thuis te gevoelen in het erfdeel der voorouders: in de huidige wereld. Wij leven in sociale, economische en cultureele omstandigheden, die wij dienen te begrijpen en waarvan wij de waarde dienen te leeren schatten. Wij moeten het kwade uit het goede onderscheiden in het heden, de vrucht van al de vervlogen eeuwen, en de gevolgen voorzien van onze gedachten en van onze daden, en ons voordeel halen uit de schade en de schande, die onze voorvaderen zich op den hals haalden. De geschiedenis gebiedt ons te strijden voor de verbetering, voor het heelen van de kwalen onzer huidige maatschappij: de vrucht der misslagen van het voorgeslacht. Daarom is het noodzakelijk haar te kennen ten einde een mensch te worden, die het leven begrijpt en weet, waarom hij leeft, die de hand op den pols van den tijd houdt.
Men verzuime niet Postmus' werk in handen te nemen.