Vogels van diverse Pluimage
A. Coetsier-Debaene. Er waakt een vlamken in mijn hart, Kortrijk, Westvlaamsche Boekhandel, 1935.
- Deze nieuwe volgelinge van de muze der poëzie volgt reeds sedert lang gebaande wegen. Zonder verdere bijbedoeling, is dit een voorzichtige en tevens wijze houding, vooral wanneer men wel weet, - en dat weet men trouwens vrij spoedig, - dat men zoo maar niet zonder meer een ‘nieuw geluid’ uit zijn mouw zal schudden. Dit neemt niet weg, dat ook volgens een bepaalde ‘wijze van dichten’, - want die zijn er altijd, - geen goed werk kan worden verricht. We meenen uit de versjes van A. Coetsier-Debaene op te maken, dat zij er niet aan denkt in de eerste rangen van onze hedendaagsche poëten te willen plaats nemen. Uit dezen gezichtshoek behouwd, mag haar bescheiden dichtkunst er zijn, die juist in deze bescheidenheid haar simpelen luister vindt. Want, zij dicht trouwens ‘heel simpel’, neen, stelt zich eenvoudig de vraag:
Waarom ben ik gevoelig voor
elk klein en zoo heel simpel ding?
Alleen heeft de verwoording van dit gevoelig-zijn vaak weinig te stellen met wat eenvoudig poëzie heet.