Uit naburige Landen
De 55e verjaardag van Koningin Wilhelmina wordt, in een prachtwerk, De hechte Band (tusschen Vorstenhuis en Vaderland), door veertig der meest vooraanstaande Nederlanders op het gebied van wetenschap, kunst, politiek en landsverdediging, gevierd met een verzameling van hoogst voorname bijdragen over de verhouding van Oranje tot alle deelen van het Nederlandsche nationale leven in vroeger tijd en in het heden: Oranje in betrekking tot het Nederlandsche staatsbestel, de volkswelvaart, de weldadigheid, het hooger onderwijs, Nederlands internationale positie, de kerk, de vredesgedachte, het misdeelde kind, de landsverdediging, de mobilisatie, de vloot, de Militaire Academie, den Raad van State, de jeugd, de lagere school; Oranje's beteekenis voor bepaalde gewesten van Nederland; Oranje's relaties tot bepaalde plaatsen; het beeld, dat de Nederlandsche letterkunde van het Huis van Oranje geeft: de 17e-eeuwsche dichters, de strijdpoëzie, de 19e-eeuwsche dichters, de dramatiek, de romans en Oranje.
Dit voortreffelijk werk verschijnt onder redactie van M.J. Leendertse en wordt ingeleid door Mr D. Fock, Minister van State. (Uitgave Scheltens en Giltay, Amsterdam; 10 afleveringen à 55 cent; compleet, in door Lion Cachet ontworpen prachtband, fl. 7.50).
In Bewaffneter Aufstand (Eckart-Verlag, Berlijn) stelt Dr. A. Ehrt zich tot taak te bewijzen, dat Hitler Duitschland van het communisme gered heeft en aldus een der grootste gevaren van West-Europa afwentelde. Hij weidt uit over het systeem en de geschiedenis van het Duitsche Communisme, over koeriers en Zwarte Lijsten, werkspionage, Osna en Gpoe, sabotage van de landsverdediging, wapensmokkel, jeugdverbonden, de bloedige gebeurtenissen te Munchen, Dresden, Berlijn, Altona, Hamburg, Eisleben. De overwinning over het Bolsjewisme wordt gelijkgesteld met deze, vóor eeuwen behaald, op de Turken, die Weenen belegerden.
Zijnrzijds kwam minister Goebbels in zijn dagboek Vom Kaiserhof zur Reichskanzlei (Verlag Eher, Munchen), aantoonen dat het economische, cultureele en politieke leven in Duitschland op een nieuwe basis gesteld is. De regeering staat als een sterk wilscentrum aan de leiding van het land; haar beslissingen treffen de volksmassa tot den laatsten man. Dat, wat gisteren nog een paradox was, is heden reeds triviaal, en wat voor enkele maanden schier onmogelijk scheen, is nu vanzelfsprekend, zoodat het geen opzien meer baart. De nationaal-socialistische uitdrukkingsvormen en symbolen zijn modezaak geworden.
Wij overwonnen, zegt Dr. Goebbels, omdat wij den tegenstrever steeds zonder éen oogenblik respijt aangrepen, hem langzamerhand, maar zeker, in de verdediging drongen, en hem dan zoolang bewerkten, tot hij er murw onder werd. Immer en nog aanvallen. Kampen, tot de vijand definitief ten gronde ligt. Arbeiden, agitatie maken, macht verzamelen, nooit moede worden. De beweging ontrouw worden beteekent vaandelvluchtig tegenover het vaderland zijn.
‘Bewonderenswaardig bij den Leider is zijn ongemeen fijn instinct, dat hem nooit dwalen doet. Zonder hem ware het nat. soc. niet denkbaar.’