| |
| |
| |
Boekbeschouwing
G. van Nes-Uilkens. - Eerwaarde. Uitg. Van Holkema en Warendorf, N.V., A'dam; (ing. fr. 45,-; geb. fr. 55,-).
De bekende schrijfster van den romancyklus Duikelaartje - Ingrid - Lichte Vensters, geeft in dezen nieuwen roman het verhaal van een plattelandsdominee.
Eerwaarde, een ongehuwd predikant, heeft tot standplaats een afgelegen dorp te midden van meren. Hij houdt echter meer van de natuur dan van zijn ambt. Men ziet hem dan ook meer in zijn boot op de meren dan op bezoek bij zijn ‘schapen’. Het dorp begrijpt hem niet en hij niet het dorp.
Als hij een dorpskind, dochtertje van een dronkaard, veel in huis haalt en later dit meisje zelfs heelemaal als huisgenoot in zijn woning opneemt, ontwaakt de bekrompen dorpslaster en wrijft hem, den vrijgezel, verkeerde bedoelingen aan. Allerlei kleine feiten versterken de kwaadsprekerij, totdat deze zóó luidruchtig wordt, dat de kerkraad zich met het geval gaat bemoeien. Als de kerkraad zijn waarschuwing in den wind ziet slaan, straft hij onbarmhartig-grof de twee. Eerwaarde houdt op predikant te zijn. Hij verlaat het dorp, om een nieuw leven te beginnen op het redaktiebureau van een provinciale krant. Wietske, het meisje, gaat terug naar een vroegere betrekking in een andere stad. Zoo valt een zuivere vriendschap ten offer aan dorpsche bekrompenheid en zucht tot kwaadsprekerij.
Deze roman groeide dus tot een drama der bekrompenheid uit. Mevr. Van Nes-Uilkens dient geloofd om de sobere uitwerking van dit pakkende gegeven. Het is oen van die echt-Hollandsche romans, zooals er reeds bij tientallen werden geschreven: flink van bouw, zuiver en raak van uitbeelding, sober van taal. ‘Eerwaarde’ bezit al die hoedanigheden, die van een boek een ‘degelijk’ boek maken. Maar het bezit ook niets meer.
Eigenaardig toch, dat in Nederland, zoowel als in Engeland, nonconformistische thema's nog steeds een groote bekoring uitoefenen op vele literaire talenten! S.
| |
Ph. Exel. - De Kleinzoon van den Burggraaf. Den Haag, Van Goor Zonen; 160 blz.; ing. fr. 15,-; geb. fr. 27,-.
Dit vervolg op de lotgevallen van Jan Persijn, verschenen in de reeks van boeiende historische avonturenboeken door Ph. Exel, zal onze kinderen weer erg meevallen. Ditmaal worden zij meegenomen naar het Italië van de 13e eeuw, op het oogenblik, dat de strijd tusschen Hohenstaufen en Anjou een hoogtepunt bereikt. Het verhaal besluit met de nederlaag van Konradijn von Hohenstaufen bij Tagliacozzo door Karel van Anjou (1268). De overwonnene werd in Napels onthoofd. De knappe verteller, die de jeugd zeer wel het afschuwelijke van zulke zeden inprent, hadde er wellicht (met het oog op onze Vlaamsche leerlingen) op kunnen duiden, dat Anjou's onderbevelhebber, Robrecht van Bethune, de latere Leeuw van Vlaanderen, zich heftig tegen dien moord verzette.
| |
| |
| |
Bruno Brehm. - Weder Kaiser noch König. 600 blz.; ing. RM. 4.40; geb. RM. 5.80. Munchen, Verlag R. Piper & Co.
De latere historieschrijver zal, dank zij Bruno Brehm, de komende generaties een volledig beeld van de ineenstorting der Habsburgsche monarchie kunnen ophangen. Met de meeste belangstelling leest men het verhaal van de taaie pogingen, door keizer Karel I ingesteld, om zich de Hongaarsche kroon terug op de slapen te drukken, toen hij zich in Oostenrijk zelf beslist onmogelijk moest voelen.
Pakkend vangt het aan met den dood van keizer Frans-Jozef, den laatsten grooten Habsburger, en zijn begrafenis den 3en November 1916. Op dit oogenblik meent prins Sixtus van Bourbon den jongen opvolger tot het afsluiten van een afzonderlijken vrede overhalen te kunnen. Italië echter zet zich schrap en verhindert de uitvoering van deze plannen, door Karel goedgekeurd, en die door Engeland en Frankrijk niet onwelwillend beoordeeld waren. We weten, hoe Clemenceau, ten slotte door Czernin uitgedaagd, dit streven van keizerin Zita en haar familie onweerlegbaar, door het publiceeren van den brief van den keizer, aan de wereld kond maakte. De oorlog wordt verloren; het front opgerold; Tisza vermoord; de monarchie verbrokkeld; haar legers ontbonden; de soldatenraden opgericht; Karel I onttroond.
Spannend volgt dan het relaas van de twee putschen, eigenlijk op touw gezet door de wilskrachtige keizerin Zita, om de Hongaarsche kroon te veroveren. De opstanden mislukken tegenover het vastberaden optreden van admiraal Horthy, den huidigen regent, en van Gömbös, den premier. Een grootsch tafereel vormt het schrijnend onderhoud tusschen Karel en Horthy met Paschen 1921. De tweede en laatste wanhopige poging wordt bloedig onderdrukt in de velden van Buda-Oers, nadat reeds de garnizoenen op den weg van Odenburg naar Budapest zich onder de vanen van den teruggekeerden koning geschaard hadden. Het verraad van generaal Hegedüs zou de legitimisten den genadeslag toebrengen. Na hun gevangenname in het kasteel van graaf Esterhazy, worden keizer en keizerin naar het klooster van Tihany geleid, van waar de Engelsche kanonneerboot Glowworm hen uit Hongarije leiden zal. Karel werd daarop door de Entente op Madeira geïnterneerd, waar hij in 1922 overleed. Hij was geboren in 1887 als oudste zoon van aartshertog Otto. Zijn oom, kroonprins Frans Ferdinand, belastte zich met zijn militaire vorming. In 1911 huwde hij met prinses Zita, dochter van hertog Robert van Bourbon-Parma. Hun eerste kind, de huidige kroonpretendent, aartshertog Otto Frans Jozef, is in 1912 geboren, en bewoont met zijn moeder het kasteel van Steenokkerzeel. Na den moord te Serajevo op Frans Ferdinand werd prins Karel troonopvolger. Het noodlot wilde, dat deze goedhartige mensch boeten moest voor de enorme fouten, bedreven door zijn keizerlijke voorgangers. Het Habsburgsche (van Habichtsburg) huis, waarvan het stamslot gelegen was op den rechteroever van de Aar, in het Zwitsersche kanton Aargau, besteeg in 1273 met Rudolf I den Duitschen troon.
Bruno Brehm is een waarachtig groot schrijver, wiens vertelkunst hoogen lof verdient.
| |
Ir. Dr. E.H.M. Beekman. - Hitler en het Nationaal Socialisme. Vox Romana. Schiedam.
In deze uitstekende brochure wordt ‘Mein Kampf’ een boek vol eigenwaan genoemd, een leidraad voor hen, die 't met het geweten niet al te nauw nemen, dat krioelt van gemeenplaatsen en holle woorden, van tallooze onbewezen beschuldigingen en demagogisch met zorg gekozen scheldwoorden, die het volk overbluffen. Er worden stellingen gelanceerd met een weergalooze zelfverzekerdheid en zonder schijn van argument,
| |
| |
dikwijls zelfs zonder een poging om die ook maar aannemelijk te maken. Het is oppervlakkig, liefdeloos, gevaarlijk. De methode ontleent Hitler aan de socialistische en communistische propaganda. Het doel heiligt de middelen. Marx was in elk geval een groot socioloog en peilde het wezen van het economisch gebeuren in het kapitalistisch tijdperk heel wat dieper dan Hitler, die alle vraagstukken meent te kunnen herleiden tot de nationale, de völkische gedachte, die voor hem een dwang-idee is geworden. Een meer wetenschappelijke studie zou hem verder hebben geleerd, dat het niet de Joden geweest zijn, van waar het kapitalistisch stelsel is uitgegaan.
Een belangrijk en meer dan ooit actueel thema.
| |
Louis Dumur. - Nach Paris! N.V. Delko. Amsterdam. 356 blz.
Als motto plaatste de knappe vertaler Paul Kies op het titelblad van dit meedoogenlooze oorlogsboek de uiting van Hitler in ‘Mein Kampf’: Geen gang mag ons te zwaar zijn, wanneer het eindresultaat slechts de mogelijkheid biedt, onzen grimmigsten hater, Frankrijk, neer te slaan. Wij zijn het eens met Kies, wanneer hij oordeelt, dat de tijd van antioorlogslectuur eerst voorbij is, als het oorlogsgevaar voorbij zal zijn. Het boek van den Zwitserschen auteur, verleden jaar overleden, is subjectief. Toen eenige maanden geleden iemand den heer Goering verweet, dat hij niet objectief was, heeft hij geantwoord: Ik dank God, dat ik dat inderdaad niet ben; ik ben gelukkig subjectief. Hij kan er zich alzoo niet over beklagen, dat de pacifisten dezelfde methode toepassen. Dumur's schrijftrant is ferm en snedig. Hij teekent een overtuigend beeld van de oorlogsrealiteit. Wat bij de lezing allermeest bijblijft is verbijstering. Zware verantwoordelijkheid rust in deze jaren op ieder van ons zonder onderscheid.
Mogen wij den flinken vertaler verzoeken ook de Fransche aardrijkskundige benamingen, voor Vlaamsche steden of rivieren gebruikt, bij een eventueelen herdruk over te zetten? Hij schrijve dus niet meer: Wij arriveerden in het stadje Tongres (i.p.v. Tongeren). Het eerste bataljon was ingekwartierd in Looz (Borgloon). Het Belgisch leger trok zich tot achter de Gette (Gete) terug... en dergelijke.
| |
P. Champion, F. Funck-Brentano, O. Aubry, J. Lucas-Dubreton. - Histoire de France. Paris, Flammarion, 1934. 4 maal 125 blz.; elk deeltje 3.75 fr. Met 32 heliogravuren, talrijke kaarten en chronologische tabellen.
Deze aardige geschiedenis van Frankrijk is de vrucht der samenwerking van vier bekende en reeds beroemde (Funck-Brentano sinds lang natuurlijk) hedendaagsche historici. Elk groot tijdperk werd bestudeerd door den auteur, die er zijn specialiteit van gemaakt heeft. Champion behandelt de Middeleeuwen en de Renaissance, toont aan op welke wijze de Fransche eenheid zich verwezenlijkte. Funck-Brentano, van het Instituut, schildert het karakter der Fransche monarchie van Hendrik IV tot Lodewijk XVI. De Groote Omwenteling en het Keizerrijk worden uitgebeeld door Octave Aubry, den talentvollen biograaf van Napoleon II. Lucas-Dubreton schetst de periode 1815-1934 meesterlijk en uiterst kleurig. Deze vier Franschen vertellen werkelijk heerlijk. Hoogstbelangrijke studiën zijn die over het rijk van Karel den Groote, over den heiligen Lodewijk en den Honderdjarigen Oorlog. Voortreffelijk verhaald de hoofdstukken ‘Frans I en de Renaissance’, ‘Hendrik II en de triomf van het Heidendom’, benevens de regeering van Catharina de Medicis. Leerrijk de bladzijden over Richelieu en zijn Grijze Eminentie; Mazarin en Lodewijk XIV; den Regent en
| |
| |
Lodewijk XV. De suggestieve beschrijving van de Revolutie, de Robespierre-sche Terreur, en het apogeum van Napoleon getuigen van grondig inzicht in het historisch materiaal. Helder, levendig en persoonlijk verwoord, volgen de gebeurtenissen der laatste 120 jaar, en verzekeren het evenwicht van een mooi geheel.
| |
Leo Denis. - Het leven na den dood. Lumen (Ch. Gaudin), Gulden Vlieslaan, 112, Brussel; 360 blz.; 20,- fr.
Hij, die onpartijdig de waarheid zoekt, en in de zedelijke wereld gezuiverd tracht te dringen, trekt nut uit alle stroomingen, ook uit deze, waarvan L. Denis, na zooveel anderen, de onversaagde heraut wezen wil. Zooals hij stellen we vast, dat de menschheid, geheel opgaande in politieke, industrieele en financieele ondernemingen, haar zedelijke belangen aan het stoffelijk welzijn opoffert; dat het verlangen naar genot, overdaad en rijkdom steeds grooter geworden is; het begrip broederschap meer voorkomt in woorden dan in daden; wanhoop en zelfmoord iederen dag nieuwe slachtoffers maken. De dogmatische godsdiensten voerden tot willekeur en despotisme; het materialisme tot anarchie en nihilisme. Het proefondervindelijk spiritualisme kan, volgens L. Denis, een middel tot verzoening worden, de brug tusschen het metaphysisch spiritualisme en het materialisme. Het komt de taak hervatten en voortzetten, die het Christendom verloren heeft. De causaliteit, aangenomen en gerechtvaardigd, moet ons leiden naar het bewijs der ziel en der godheid...
J.P.
| |
Nieuwe uitgaven.
Van Varior, Nijverheidskaai, 45, Sint-Amandsberg (Postcheck 2961.78):
Cahiers van de Waterkluis, Nr 4:
JULIA TULKENS: Krans, 6 gedichten.
L.E. VANBORSEL: Mijn Broeder en Ik, 3 gedichten.
WIM VAN WAAS: De onvatbare Zucht, 8 gedichten.
Samen 14 blz., 6 fr.
Zelfde cahiers, nr 5:
BART VRIJBOS: Het Water rimpelt, novelle; 31 blz.; 6 fr. |
Van J. Van Mierlo-Proost, Turnhout:
PEDRO-ANTONIO DE ALARCON: De mooie Molenarin, uit het Spaansch vertaald door JOZEF SIMONS; 2e druk; 145 blz. |
Van de uitgeversmaatschappij Enum, Nieuwe Looijersstraat, 47, Amsterdam:
Dr J.C. RULLMANN en Dr J.A. NEDERBRAGT: Kerk en Maatschappij in verleden en heden; beknopt christelijk encyclopaedisch handboek; deel II: maatschappij; afl. 1 (de letter A, volledig); 42 blz. over 2 kolommen, met eenige illustraties. |
Van Georg. Westermann, Braunschweig:
FRIEDRICH DUSEL: Deutsche Volkssagen; 242 blz., met 18 één- of meerkleurige platen en 21 houtsneden; 2 M.
Hier werden een honderdtal sagen samengelezen, uit vele streken van Duitschland, en natuurlijk ook bekende, zooals Willem Teil, Lohengrin, Genoveva, de heilige Elisabeth, Lorelei, de Drachenfels, de muizentoren, de rattenvanger van Hameln, het reuzenspeelgoed, allerlei streken van Rübezahl; verder geschiedenisjes van duivels, dwergen, vossen, beren, enz., enz. Het is een zeer verzorgde uitgave, waar elk die jong is en zich jong voelt genoegen in kan vinden. |
|
|