| |
| |
| |
Boekbeschouwing
Geniet het leven. - H.P. Leopold, Den Haag.
‘Geniet het leven, kleine wenken om gelukkig te zijn,’ zoo luidt de titel van een reeks boekjes, die elk slechts een 40-tal kleine pagina's tellen, maar telkens een levenspraktisch en ook een literair extra zijn, waaraan te snoepen valt.
Althans, zoo iets is J. Greshoff's Over den omgang met boeken, dat ge in een half uurtje zoudt uitlezen, indien het niet zoo vol inhoud, vol wijsheid, vol humor en, hier en daar, ook vol paradoxen zat. Het kan dus geen kwaad, er een héél uurtje mee zoek te brengen en, zoo ge op eigen wijs van boeken houdt, te overwegen of Gresshoff niet graag tusschenbei zijn lezer voor het lapje houdt. Nu, van boeken geniéten leert hij zeker. Alleen, de laatste tien pagina's, hoe interessant ook, hadden we liever gemist, omdat ze met hun dokumentatie buiten het raam der gezellige causerie vallen.
Een humoristisch ding is eveneens M. Roelants' Van de vele mogelijkheden om gelukkig te zijn. Men kon, het heele boekje simplistisch samenvattend, zeggen: haal uit het mooie leven wat er uit te halen is. Maar dan zou men Roelants' diepere levensinzicht en heerlijke, dikwijls subtiele taaltje miskennen, - en dat ware wel jammer. Men leze dus zelf, langzaam en genietend, wat hij over eten, drinken, rooken, spelen, reizen, minnen, en wat nóg al vertelt, - en het wordt een prikkel om 't leven joviaal levenswaard te vinden.
Deze twee boekjes beantwoorden dus geheel aan het doel, dat de reeks zich stelt. En het kan hun ook geen kwaad, dat ze zoo'n luchtig teekeningetje op het omslag hebben, plezierig gedrukt zijn en zich gemakkelijk op zak laten steken.
| |
J.G. de Roulhac Hamilton. - Henry Ford. - H.P. Leopold, Den Haag.
We hebben altijd een zwak voor biografische verhalen gehad, waarin het leven van groote mannen behandeld wordt, omdat we in dat leven telkens wéer zagen komen: den scherpen blik, de koppige studie, de stalen volharding, - die gaven samen juist, waaruit soms wonderen kunnen groeien.
Goede biografische verhalen zijn echter zeldzaam; de beste blijken ten slotte wel degene, die zich zonder nutteloozen opsmuk het dichtst bij de werkelijkheid houden en deze dan zoo veelzijdig mogelijk belichten.
Het boek Henry Ford beantwoordt aan deze kenteekens. Het volgt den man van op de hoeve te Dearborn, waar hij in 1863 geboren werd, langs al zijn industrieele baantjes tot in de fabriek, die de zijne is en in hem een genialen innovator en bedrijfsleider zal vinden. Het stelt ons in hem den eeuwigen zoeker voor naar al maar volmaakter en goedkooper mekanische hulpmiddelen, die het menschelijk leven gemakkelijker en meer levenswaard zullen maken; en zoo zien we dan Ford niet enkel als bouwer van auto's en tractors, maar ook als spoorweguitbater, als reeder, als luchtvlootaanlegger, als mijnbezitter, als farmer, en in alles als den man van de daad, tot zegen van zijn landgenooten.
Het werk is zakelijk en boeiend gesteld, met uitschakeling van al te diepgaande technische bizonderheden. Het bedoelt vóór alles de vaders en jongens voor Ford's leven en werken in te nemen, maar ook vele anderen hebben er
| |
| |
belang bij het te lezen. Er komen twaalf foto's in voor; ze zijn voortreffelijk.
De Nederlandsche bewerking is aangenaam om lezen, maar de heer P. Telder moest toch vermijden, woorden als wagen, motor, verkoop, staf, tocht, spoorweg... vrouwelijk te maken en van ‘zelfgemaakte’ tuigen te gewagen.
| |
E. Angel. - Edison. - H.P. Leopold, Den Haag.
Zoowat iedereen, hij zij jongeling of volwassene, zal bizonderheden over het leven van Edison, ‘den toovenaar van Menlo-Park’, gehoord of gelezen hebben. Edison was immers geniaal aangelegd als niet één en legde meer dan zestig jaar lang een bedrijvigheid aan den dag zooals geen ander er zelfs een droomen durft; en dan, is hij niet de uitvinder van het gloeilicht, van de fonograaf en van een eindelooze reeks verbeteringen, vooral op electriciteitsgebied?... En toch, hoeveel men reeds over hem en zijn eenig groote leven vernomen hebbe, toch blijft een boek als dat van Angel niet minder dan een openbaring!... Waarom?... Niet om den stijl, die alleen zakelijk wil zijn, of om de anekdoten, die tusschenbei hun plaatsje krijgen, of om het twaalftal foto's, die werkelijk belangwekkend blijken, maar bovenal om de eindelooze aaneenschakeling van levensbizonderheden, zooals we er elders maar zelden bij elkaar gelezen hebben. Nu, 't is waar ook; Edison, die krantenjongen, die telegrafist, die koppige probeerder van tallooze technische ambachten, deed in zijn leven honderdduizenden proefnemingen, - die hij in ruim duizend dagboeken, die heden nog bestaan, heeft aangeteekend, - en liet, in Amerika alleen, meer dan 1.500 patenten op eigen uitvindingen en verbeteringen inschrijven; - en wie daar maar even langsheen loopt, die moét er wel de handen, en ook een boekdeel, vol mee krijgen. Angel, de schrijver, heeft het geheim verstaan, zich te houden aan de groote lijn die Edison gevolgd heeft, en zoo werd dan dit boek één levende paraphrase van Edison's beroemd geworden woord: ‘Uitvinden: één procent inspiratie, negen en negentig procent... transpiratie,’ dit laatste in den zin van een eindeloos inspannen van Edison's bijna titanische gecstes- en lichaamskracht.
Dit boek, evenals het vorige met groote zorg uitgegeven, kunnen we alle lezers, jongelui als ouderen, van harte aanbevelen.
H. VAN TICHELEN.
| |
J.M. Wansink: Een Prince van Oranje (Prins Willem I). J.N. Voorhoeve, Den Haag, 94 blz.; 75 cents.
Het regent Oranje-boeken en boekjes, en dat is zeer goed. Willem de Zwijger is de nationale figuur van Noord en Zuid, en hij zou voorwaar onze gewesten niet aan hun ellendig lot overgelaten hebben, ware daar de afschuwelijke daad van Balthazar Gérard niet geweest. Daarom moeten ook onze jongeren met dit kostelijk werkje kennis maken, dat in een vijftiental Ligthart-hoofdstukken het heldenleven van den grooten Prins typeert. Onze kinderen genieten gewis, zoozeer als hun Noorderbuurtjes, van dit boeiend historieverhaal, op de meest aantrekkelijke manier geïllustreerd.
| |
E. Granger. - Algemeene Geschiedenis. - J. Schaafstal, Hilversum, 1933; 250 blz.; geb. f 2.50.
De vijfde druk van dit frisch-boeiend geschiedenisboek werd door Dr. W.R. Heere verzorgd, die het tot op den huidigen dag bijwerkte, toelichtende en critische noten aanbracht, terwijl hij een rijke bibliografie opgeeft, reeds door den vertaler B. Schelts op knappe wijze aangelegd. Deze voortreffelijke uitgave kan niet anders dan een duidelijk succes worden. Immers, ondanks de schijnbare beknoptheid bevat zij al het belangwekkende, al het noodzakelijke, dat ieder
| |
| |
beschaafd mensch dient te weten. Wij meenen oprecht, dat geen modern historiewerk zooveel dienst bewijzen zal, en dit is niet in laatste instantie den helderen stijl en het handig formaat te danken.
Dr. Heere heeft volkomen recht te wijzen op de te gemakkelijke geschiedenisverklaring door middel van 't milieu: theorie, vooral door socialistische denkers verbreid; het midden is een factor, meer niet. - In verband met de vervolging van de Christenen door de Romeinsche keizers, zal men zich herinneren, dat de eersten uit den aard van hun godsdienst onverdraagzaam waren ten opzichte van de Romeinsche goden en dit de Romeinen, die juist zeer verdraagzaam waren in 't erkennen van godheden, zeer prikkelde.
| |
Chr. de Bouter en I. Nauta. - Kleine Algemeene Geschiedenis. - Uitgeverij P. Noordhoff N.V. Groningen. 172 blz. Met kaartjes en illustraties. f 1,75.
Dit werkje mag voorzeker een der beste genoemd worden van wat op dit gebied verschenen is. Het werd voor het middelbaar en voortgezet lager onderwijs geschreven en geeft alleen de belangrijkste gebeurtenissen uit de algemeene geschiedenis, maar deze worden zoo raak en beeldrijk verteld, dat men hier spreken kan over een pakkende synthese. Zoolang wij nog blijven voortknoeien zonder hulpmiddelen als deze, zal ons geschiedenisonderricht geen vrucht opleveren; dat lijdt geen twijfel.
| |
Q.A. de Ridder. - George Washington. - Callenbach. Nykerk; 238 blz.; 90 cents.
Deze spotgoedkoope, aantrekkelijke uitgave schetst op eenvoudige wijze het leven van den stichter van het Amerikaansche wereldrijk, den grondlegger van de onafhankelijkheid der Vereenigde Staten. Wij volgen hem tijdens zijn schooljaren te Williamsburg en zien hem daarna als landmeter werkzaam. Toen in Virginia de militie opgeroepen werd, kreeg hij den majoorsrang, om spoedig tot regimentscommandant benoemd te worden. Ontevreden over de Engelsche leiding verliet hij tijdelijk den dienst, maar reeds in 1755 trok hij met generaal Braddock op tegen de Franschen in Canada. Na het einde van den krijg in 1763 leefde hij weer op Mount Vernon als planter, totdat zijn medeburgers hem afvaardigden naar het Congres der Vereenigde Koloniën, dat in 1774 te Philadelphia geopend werd. In 1775 is hij opperbevelhebber van het Amerikaansche leger. Het volgend jaar dwong hij generaal Howe Boston te ontruimen. Na de bezetting van New-York door de Engelschen, trok hij zich voorloopig terug in het gebergte, om weldra de Delaware over te steken, de Engelschen bij Trenton te overrompelen en hen bij Princetown te verslaan. Wel zou hij tegenspoed lijden aan de Brandywinerivier en bij Germantown, maar het verbond met den Franschen maarschalk Rochambeau leidde in 1781 tot de capitulatie van Cornwallis te Yorktown. Na de ontruiming, in 1783, van New-York keerde Washington terug naar Mount Vernon. Zes jaar later (1789) volgt zijn benoeming tot president van de nieuwe bondsregeering. Hij regelde de staatsschuld, het landsbestuur, en legde de grondslagen voor het kanalen- en wegenstelsel van de Unie, terwijl zijn buitenlandsch beleid het handelsverkeer met Engeland herstelde. In 1793 werd hij herkozen. Tijdens dit voorzitterschap weigerde hij Frankrijk tegen Engeland te steunen en verbande de agenten van het Directoire, die het volk tegen hem opruiden. In 1797 trok hij zich weer terug op Mount Vernon, waar hij twee jaar later zou overlijden.
Zijn laatste daad is een bijzonder edele geweest: zijn slaven ontvingen de vrijheid. Hij verfoeide de slavernij, en als de tijd er rijp voor ware geweest, had hij toen reeds gedaan wat Lincoln te verrichten kreeg: de afschaffing der slavernij te bewerken.
| |
| |
Hij verdient te worden geëerd om zijn onkreukbare trouw en rechtschapenheid, om zijn onfeilbaar dienen van de goede zaak.
J.P.
|
|