| |
| |
| |
Boekbeschouwing
Laura Fitinghoff. - De kinderen van de groote fjeld. - J. Ploegsma, Zeist.
Een fjeld is een hooge, woeste bergvlakte in het Noorden. Op zoo een fjeld, in Noord-Zweden, woonde een doodarme, zieke moeder met haar zeven kinderen en een geit; maar de moeder stierf en, om niet in een armenhuis of bij hardvochtige voogden te recht te komen, vluchtten de kleinen met hun geit uit het Noorden weg. Dit boek verhaalt dan vooral hun langen tocht en hun ontmoetingen, tot ze, de één hier, de ander daar, een behoorlijk onderkomen vinden. We konden zeggen: we gelooven niet in zeven broertjes en zusjes, die zich zoo maar scheiden laten, - en hoe ver van elkaar! - zonder later heimwee naar elkander. Maar dan is er hun kennismaking met allerlei woningen, menschen en landschappen, dan zijn er, - voor hen, doodarme, doch bijdehandsche kinderen, - hun ervaringen bij den ‘brilleman’, in een ‘roovershol’, bij de Lappen en elders, waarbij zooveel eenvoudig, kinderlijk gevoel te pas komt, dat we veel liever vragen: lees dat mooie en mooigeschreven boek aan de meer dan 12 jarige kinderen, vooral dan aan de meisjes, voor... of koop het hun aan, dat ze het zelf lezen en bezitten. - G.D. Hoogendoorn gaf enkele mooie teekeningen; we hadden er een zestal méér kunnen verdragen, vooral indien ze echt Zweedsch konden aandoen, als zekere bladzijden in dit boek. - Mevrouw N. Basenau-Goemans zorgde voor een sierlijke vertaling en de firma Ploegsma voor een voortreffelijke uitgave, Laura Fitinghoff waardig.
| |
Net Houwink. - De verzwegen zonde. - Em. Querido, Amsterdam.
Deze roman van Net Houwink is merkwaardig om meer dan één reden. Ten eerste als roman, of juister, als psychologische uitdieping van de persoonlijkheid der zes en twintigjarige heldin, die een modern denkende, opstandige maatschappelijke assistente is in een observatiehuis voor kinderen, en als uitbeelding ook van haar onderling vervreemde ouders, van het pietluttig bestuur der maatschappelijke instelling, van de verloopen kleintjes dier instelling en van hun zonderlinge vaders en moeders. De heldin, die in ieder opzicht tot een persoonlijkheid opgroeien wil, voelt achter de doening van haar eigen ouders telkens een mysterie, een verzwegen werkelijkheid opduiken, die haar kwelt; en het is slechts na haar vaders en na haar moeders dood, dat ze uit een brief verneemt hoe die beste vader niét haar vader en die moeder wél haar moeder is, die eenmaal ontrouw bleek, maar steeds haar zonde verzwegen hield. We konden hier kritiek uitoefenen en dat huiselijk geval wel zonderling heeten; want, eerlijk, hoe te verklaren dat moeder en dochter, die toch van één vleesch en bloed zijn, immer zoo harteloos tegenover elkander staan, en hoe ook 't uit te leggen, dat een kind zóó aarden kan naar een man, die niet haar vader blijkt! Maar dan is daar, naast het dikwijls boeiende en schrijnende van den inhoud, vooral de táál, de sterk persoonlijke en suggestieve taal, die met een minimum van woorden een wereld van zielskonflikten opent, zielskonflikten die de heldin ondergaat, maar toch zoo moeilijk oplossen kan.
Net Houwink heeft hier, als uitbeelding van een jonge vrouwenziel, een bizonder mooi boek geschreven. Maar nu moest ze ons eens zeggen, hoe het verder, na zoo veelzijdige ervaringen, met haar heldin verloopen zal!
| |
| |
| |
A. Den Doolaard. - De wilden van Europa. - Em. Querido, Amsterdam.
De schrijver is op zwerftocht geweest, zoowat heel Europa door, op zoek naar ‘wilden’, d.i. naar menschen zonder boord, naar het volk van handwerkers allerhande. En dat gaf hem, in Frankrijk, in Spanje, in Slovakije en vooral in den Balkan, gelegenheid om met bedrijven en menschen in betrekking te komen, - en ook wel mee hun harden arbeid te verrichten, - zooals dat maar zelden een reiziger te beurt valt. Daarover vertelt hij nu, als journalist. Hij leidt ons dus niet als een Baedeker, als een gids; hij vertelt, maar zijn taal is extra beeldig en aanschouwelijk en ook wel eens humoristisch, zoodat ge aanvoelt wat hij gezien en meegemaakt heeft. Het lavendel en het druiven plukken in Provence, de stierengevechten in de Rhônedelta, de paardenrennen in Dalmatië, onveiligheid en scherpe bewaking der Balkangrenzen, den doop, de dansen, de bruiloftsfeesten in oostelijk Europa, enz. ge leeft ze mee, létterlijk, omdat Den Doolaard een meester is in de kunst van uitbeelden. - De uitgaaf is stoffelijk goed verzorgd en toegelicht door een zestiental zeer origineele foto's, meest alle door den schrijver zelf bezorgd.
| |
Anton van de Velde. - Prins Olik en Sire Bietekwiet. - ‘Davidsfonds’, Leuven.
Over Van de Velde's humor en literaire begaafdheid hadden we 't vroeger reeds; en onze waardeering er voor is zoo ernstig, dat het jongste boek van hem ons telkens benieuwd maakt, en sterk. Sire Bietekwiet is de parodie van een koning; maar hij is toch verstandig genoeg om zijn heele omgeving te ontslaan en zijn oolijken zoon Olik op reis te sturen, tot die de wereld kent. Olik gáát op reis, - en, menschen, wat beleeft hij en wat beleven een aantal personages om hem heen een extra guitige, karikaturaal aandoende avonturen! Niet om na te vertellen. Maar 't slot is, dat Olik als meester aan het hof terugkeert, tot verzoening en geluk van allen in den lande. Van Raemdonck, de teekenaar, leverde weer bizonder geestige illustraties. En zoo werd dit boekje een verhaal, dat geknipt is voor het volk en ook al voor de jeugd van twaalf jaar en meer, zoo ze in 't leven en aanvoelen van humor wat geoefend blijkt.
H. VAN TICHELEN.
| |
J. Kleijntjens S.J. en F.M. Gescher. - Navigatie en Negotie. Dieben, Wassenaar. Ing. fl. 2.90; geb. fl. 3.40.
Wij moeten onmiddellijk onze groote waardeering voor dit werk uitspreken; het verheugt ons ten zeerste, dat het tot stand gekomen is. De schrijvers dienen geprezen om hun stoeren arbeid, waarvan de uitgave zeer verzorgd is (met een ontzaglijk aantal platen). Het is een van de zeldzame boeken, die aantrekkelijke vulgarisatie met gezonden wetenschappelijken geest weten te paren. Taal en stijl zijn vloeiend en lenig.
In 28 hoofdstukken wordt het bewijs geleverd van de groote beteekenis voor de wereldgeschiedenis van de ‘Geschiedenis der Bestaansmiddelen.’ Worden o.m. behandeld: De ontwikkeling der bestaansmiddelen in den prae-historischen tijd. De landbouwbeschavingen in Egypte, Mesopotamië, Griekenland, Palestina, Rome. De Phoenicische handel. De kolonisatie van Karthago. Het Hellenistische bankwezen. De Byzantijnsche handel. De agrarische staat van Karel den Groote. Het ontstaan van het grootgrondbezit. De kolonisaties der Noormannen. De beteekenis van de verovering van Constantinopel. Het ontstaan der steden. Handelswegen en messen in de middeleeuwen. Opkomst der Italiaansche handelssteden. Opkomst van den handel aan de Noordzee (Brugge, Antwerpen, Amsterdam, Londen). De handel van 't Oostzeegebied (de Hanze). De opkomst van den handel van Holland. Fugger, Höchstetter, Baumgartner. Strijd tusschen
| |
| |
Venetië en Genua. De Middellandsche zee als handels- en scheepvaartcentrum. De ontdekking van Indië. Marco Polo. Hendrik de Zeevaarder. De ontdekking van Amerika. Van Kustvaart tot Trans-oceanisch verkeer. Cabot. Cabral. Magelhaês. Eerste reis om de wereld. Balbao. Cortez. Pizarro. Las Casas. d'Almeida. Albuquerque. Camoëns. Franciscus Xaverius. Plantyn. Mercator. Ortelius. Eerste stedelijke beurs. Val van Antwerpen. Afsluiting van de Schelde. Cabot. Drake. Raleigh. Sully. Verval van de Hanze. De Hollanders vinden den weg naar Indië. De Vereenigde Oost-Indische Compagnie. Uitbreiding der Nederlandsche ontdekkingen. De West-Indische Compagnie. De Gouden Eeuw. Amsterdam in de 17e eeuw. Groote Nederlandsche handelaars. Engeland in de 17e eeuw. De handelsoorlogen van Nederland. Frankrijk in de 17e eeuw. Engeland wordt de eerste maritieme mogendheid. De speculatie en de naamlooze vennootschappen der 18e eeuw. Ontdekkingsreizen. Slavenhandel. De Fransche revolutie. Het Continentaal Stelsel. De Napoleontische tijd. De groote technische uitvindingen. Het cultuurstelsel. De Vereenigde Staten. Ontwikkeling van het wereldverkeer. Het Cosmopolitisme. Trade Unions. Gevolgen van de industrialisatie. De Derde Republiek. Thorbecke. De Atjeh-oorlog. De vaart op de Schelde. De arbeidersbeweging. De landbouwcrisis. Azië als koloniaal gebied. Afrika. Het Imperialisme. De Wereldoorlog. De crisis. Het luchtverkeer. Het electrisch verkeer. De wereldhandelsvloot.
In de literatuur over economische geschiedenis worden meer dan 500 standaardwerken vermeld. Waarom werden de Vlamingen Denucé, Goris en Prims vergeten?
J.P.
|
|