Ant. van de Velde. - Doctor Slim en de microben. - N.V. Leeslust, Antwerpen.
‘'n Wonderlijke geschiedenis voor de jeugd,’ luidt de ondertitel. En we nemen hem aan op voorwaarde, dat die jeugd bizonder ontwikkeld zij en niet aarzele, de grenzen van het mogelijke verre te overschrijden. Het verhaal zelf is eenvoudig niet te vertellen. We zouden kunnen zeggen: een aantal mikroben komen uit een oude konservendoos op het korpus van dokter Slim terecht en maken met hem al de wederwaardigheden van zijn leven mee. Het geval is wel origineel, maar moeilijk uit te werken; want de mikroben moeten mikroben blijven, met hun eigen aard en bestaan, - en naar ons inzien zijn ze hier al te ménschelijk geworden, om er nog aan te gelooven, - en tevens moeten ze, op hun wijs, deelachtig zijn aan al de ervaringen van Slim in zijn wachtkamer, in zijn kabinet, op visite, op receptie bij zijn vriend Kipsla. Dit laatste doen ze dan ook prachtig menschelijk, zoodat de lezer gelegenheid krijgt, raak afgekeken typen te leeren kennen, - zooals Slim's klanten, Kipsla's gasten en Slim's huisvrouw weer. Maar wat we ook het ‘onmikrobelijke’ van de oneindig kleine diertjes verwijten mogen, Mik, hun koning, en Klomp, zijn verkenner, blijven ons bij als wel origineele personages. Natuurlijk duikt de humor overal op, komt sarkasme ook wel eens om het hoekje kijken en zit het heele boek vol leven, - soms wel vol drukte ook, - en vereenigt het aldus kenmerken, die de rijpere jeugd vast zullen aantrekken. Maar aan den literair knappen Van de Velde, die zeker Andersen en Hauff gelezen heeft, willen we toch vragen: overstelp ons niet met uw vondsten, maar maak van elk een evenwichtig, degelijk gebruik, in het raam van het verhaal, dat ge ons bieden wilt; ge zijt een man, die méésterlijk werk kan scheppen, neem de verplichting op u het ons te geven! - Georges Van Raemdonck kreeg gelegenheid tot bizonder geestig illustreeren en nam, ook voor het omslag, rijkelijk zijn kans waar. - De uitgeversfirma zorgde voor een heerlijke
letter op mooi vierkant papier.
H. VAN TICHELEN.