De Vlaamsche Gids. Jaargang 21
(1932-1933)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 33]
| |
TangoGa naar voetnoot(1)IDe zaal vooraan is plots éen gloor, éen praal!
Op 't podium: olijfgele Argentijnen, -
Bianco's band. Twee vleugels, tamboerijnen,
violen, banjo's, - héél een arsenaal!
Eén waarschuwt met een slag op de cimbaal.
Mat klinkt het: ‘Tango!’ Wulpsche klanken deinen...
Wat àl verlangens in die trillers schrijnen:
een vlugge voet dempt ze op 't klavierpedaal.
Een meisje zingt, - o! week en smachtend klagen, -
een lied van liefde en van zelfbehagen.
Ze staat daar blank en maagdlijk als een bruid.
Haar stem beheerscht 't getuimel der triolen
en in een laatste echo zweeft, verholen,
haar ziel die juublend mijn heelal omsluit!
| |
[pagina 34]
| |
IIZoo gaat het dóor. De paukenist meldt: ‘Tango!’
En telkens vangt dan 't slepend danslied aan.
Soms slaat er slechts éen enkel speeltuig aan:
een onverwacht en kluchtig intermezzo!
Bianco lacht en leidt het loome tempo,
de andren kijken hem nauwlettend aan
en spelen ze de wijs van voren aan:
wat strijkend klonk, klinkt eensklaps pizzicato!
Men droomt er bij. Men denkt aan soeple vrouwen
die u al dansend in de oogen schouwen,
men voelt den weerstand van een schuwe dij...
En komen de eigen zinnen tot ontwaken
men zou, - o! zonde, - én rede én rust verzaken,
opdat men van 't gekwel ontheven zij!
| |
[pagina 35]
| |
IIIZe trappen lol, de wondre muzikanten!
Een laatste tango wordt fluks afgespeeld.
Bianco doet of 't zooitje hem verveelt.
De gekke man, bij 't slagwerk, weet van wanten...
Opeens springt er een zwaaiende bacchante
te voorschijn, danst ietwat kanalje, kweelt
terwijl ze zichtbaar in de furie deelt,
die door de leden vaart van haar trawanten!
Een trommel roffelt: doffe fuziljade!
Kijk, met haar kuiten maakt de vrouw parade:
wat een gewemel op het kaal verhoog!
En eens 't orkest verstomd, de vrouw weer henen,
blijf ik daar zitten met den lonk dier beenen
nog in den spiegel van mijn turend oog...
| |
[pagina 36]
| |
IVEen tango. Niets dan tango's. Sprookjes. Sagen.
Bedwelmende aria's. Verliefd gelok.
Eén roes! Is het een scherzo: dartle jok!
Is 't een lamento: ongehuicheld klagen...
De laatste maten doen mijn hart nog jagen,
elke omloop van het bloed is me een schok
en als 't alarm van een behekste klok,
dreunen in 't hoofd me die verwoede slagen!
Al wat me omringt, verzinke in het niet!
Wat komen moet nog, weze éen blij verschiet.
Niet langer denken, dubben, neen. Vergeten!
Vergeten alles wat me hindert, kwelt
en aan 't geweld dat in een tango zwelt,
de onstuimigheid van mijn begeerte meten!
Antwerpen FRITZ FRANCKEN. |
|