Boekbeschouwing
H.G. Cannegieter. - Helden in den dop. - Hollandia Drukkerij, Baarn.
H.G. Cannegieter is een Nederlandsch opvoeder, die vooral belang stelt in den kritischen leeftijd der jeugd, in haar gevoels-en haar gedachtenleven, gezien in verband met de vooren de naoorlogsche periode en met de wijze, waarop deze zich tegenover die jeugd beneemt. Getuige hiervan waren o.a. ‘Kennen we onze Kinderen?’ (Kluwer, Deventer), ‘Tusschen twaalf en twintig’ en ‘Moderne jeugd’ (Hollandia Drukkerij, Baarn). Getuige alweer is Helden in den dop, dat zoo pas van de pers kwam.
Het nieuwe boekje, van ruim 100 bladzijden, is, als al het vorige, gesteld in een taaltje, dat aanspreekt zonder eenige pretentie en dat een inhoud heeft, die stemt tot nadenken. De door Cannegieter bedoelde ‘helden in den dop’ zijn de jongelui en de misnoegde volwassenen, die zich, langs den weg van kommunisme en inzonderheid van fascisme, met geweldmiddelen opwerpen tot redders van het vaderland. De auteur begrijpt het willen reageeren tegen misstanden, die het leven praktisch haast tot een onmogelijkheid gemaakt hebben; en ook neemt hij aan, dat de jeugd zich late opzweepen door een Napoleon, een Mussolini, een Hitler, d.i. door een enkeling, een kracht-of geweldmensch, die vlammend en dreigend bevestigt, dat hij de wereld ten goede zal keeren. Maar geenszins aanvaardt hij de terreur, de vervolging, den moord, zooals ze aan de dagorde staan in de politieke en sociale beweging van dezen tijd; en nog minder is hij er mee gediend, dat jongelui zulke middelen voor doodgewoon beginnen te houden en zich leeren wapenen tot op de tanden. Hij acht daarom een krachtdadig terugkeeren tot gezonde rede hoogstnoodzakelijk en dringend, en verlangt daartoe de overheid, de ouders, de maatschappelijke leiders aan te spreken,... eer het te laat is.
Ziedaar den géést van dit boekje. Maar wie het echt aanvoelen wil, moet de twaalf korte hoofdstukjes doormaken; en dan ontdekt hij wel een aantal meer dan suggestieve gegevens, die hem leeren zullen op zijn hoede te zijn tegenover de werkelijke gevaren van het oogenblik.
Besluit: een boekje als dit moet elke opvoeder lezen, - het zal hem praktisch nuttig blijken en wellicht ook de vraag ingeven: hóe werk ik er toe mee, de jeugd te vrijwaren voor begoochelend extremisme en ze te ‘wapenen’ met kordaat opbouwenden levenszin?
H. VAN TICHELEN.