Boekbeschouwing
L. Brouwers. - Het juiste woord, - N.V. Brepols, Turnhout.
Een boek van circa 1100 bladzijden; een ‘Beteekeniswoordenboek der Nederlandsche taal’, licht de schrijver het in zijn ondertitel toe. En inderdaad, het kan best een toelichting gebruiken, ook onder den vorm van een voorbericht, zooals in dit werk opgenomen. Want bij een eerste kennismaking lijkt dit niet minder dan een onthutsend boek te zijn en vraagt men zich werkelijk af, welke praktische diensten het den studeerende, de leerkracht, den schrijver bewijzen wil of kan.
Bij nader inzicht echter kenmerkt zich dit boek door het volgende. Het gaat uit van de gedachte, die in ons opkomt, en wil helpen nagaan door welke woorden die wordt uitgedrukt en hoe de gedachtenfamilie er uitziet, waartoe die ééne gedachte behoort. Om dat duidelijker te maken: de schrijver geeft vooraf, in een 20tal bladzijden, de tien groote gedachtenfamilies aan, waarin hij logisch alle menschelijke gedachten meent te kunnen opnemen; daarna werkt hij, in circa 500 bladzijden tekst, de verschillende families uit, met vermelding van een éénigen rijkdom aan woorden en uitdrukkingen, die tot elke familiet behooren; ten slotte neemt hij een alphabetisch woordenregister van ruim 550 bladzijden in vier kolommen op.
En hoe dat alles nu wordt uitgebaat?
Ge denkt b.v. aan ‘gramschap’. Zijt ge vertrouwd met de gedachtenfamilies, vooraan in het boek, dan weet ge, dat ‘gramschap’ onder de rubriek ‘Gevoel’ thuishoort en vindt ge op blz. 30-31 de verschillende gevoelens met hun tegenstellingen aangegeven en bij elk gevoel de bladzijde vermeld, waarop het in den breede wordt uitgewerkt. Het begrip ‘gramschap’ verwüjst u naar lijst 891 en hier treft ge dan alle mogelijke naamwoorden, werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, staande uitdrukkingen aan, die met dat begrip verband houden. Wenscht ge niet langs de gedachtenfamilies om te loopen, zoek dan het woord ‘gramschap’ op in het alphabetisch register achteraan en ook hier vindt ge lijst 891 aangegeven.
Natuurlijk zit de waarde van dit boek in bedoelde lijst 891 en in al de overige lijsten (in 't geheel 1000), van blz. 35 tot 532 opgenomen; de gróóte waarde van dit boek, en tevens ook zijn zwakke zijde.
Als groote waarde treft ons het bij elkaar vinden van alle mogelijke taalvormen, in verband met één enkele gedachte, - wat geen ander woordenboek ons geven kan en er ons hier attent op maakt, hoe openbarend rijk onze taal is aan schakeeringen om onze gedachten uit te drukken. En we stellen ons daarom voor, dat elk taalleeraar hier een onuitputtelijke bron aan gegevens vinden zal, wanneer hij over woordenschat en taaleigen handelen wil.
Maar tevens zal hij hier de onmiskenbare zwakke zijde voelen, of juister: op een ongerieflijk te kort stuiten, wanneer hij woorden en uitdrukkingen vergelijken wil. De schrijver kondigt net trouwens zelf aan (op bl. 11): ‘Zij (de woordenlijsten) geven echter geen beteekenissen aan.’ - m.a.w. deze zoeke men, zoo noodig, op in een verklarend woordenboek. We begrijpen dat, al laat