wordt ten onrechte overschaduwd door den schrijver van ‘Die Budden-brooks’. Het groote publiek neemt moeilijk aan dat twee broeders twee even groote kunstenaars kunnen zijn. Men denke slechts aan Carl Hauptmann.
Het werk van Heinrich Mann kan men in twee groepen verdeelen. De eerste groep omvat de werken waarin de schrijver zijn levensopvattingen weergeeft, waarin hij de tragiek van zijn kunstenaarsgemoed - heen en weer geslingerd tusschen zinnelijkheid en intellectualiteit, tusschen verlangen en daad, tusschen ontleden en handelen - uitspreekt.
Deze werken zijn allemaal in Italië - waar schrijver zich bij voorkeur ophield - geschreven (o.a. Die Göttinnen oder die drei Romane der Herzogin von Assy).
De tweede groep bestaat uit werken waarin hij op meesterlijke wijze - zooals niemand het ooit gedaan heeft! - alles onmeedoogend gispt en geeselt wat hij in Duitschland haat.
‘Der Untertan’ is niet alleen een karikatuur, maar ook een aan-dekaak-stellen van alle aanbidders der machthebbers van vóór 1918.
De zeer edele Thomas Mann wordt te recht als een van Duitschlands grootste schrijvers geroemd. Van Heinrich Mann kan men hetzelfde niet zeggen: het is een schrijver die er naar streeft Europeër te worden. Van lieverlede evolueert hij van de kunst naar de politiek.
Die grosze Sache is een tegenhanger van ‘Der Untertan’.
Wij werpen hier een blik in de politieke middens en in de handelswereld van na den oorlog. De twee centrale figuren zijn ingenieur Birk en de gewezen rijkskanselier Schattich. Twee tegenovergestelde polen.
Uit een gewoon midden ontsproten, bracht de arrivist Schattich het tot vertegenwoordiger der nijverheid in de politiek. Niettegenstaande zijn middelmatige begaafdheid bracht hij het snel tot rijkskanselier. Onmogelijk geworden door een financieel schandaal - bevoordeelen der groote nijverheid ten nadeele der openbare schatkist - vertegenwoordigt hij nu de politiek in de industrie. Hij is beheerder van talrijke vennootschappen, politiek raadgever en directeur-generaal van een ‘Konzern’. In deze groote zaak arbeidt ook zijn vriend Birk. Op bladzijde 12 lezen we het volgende: ‘...Birk sagte sich was er wuszte: wir sollen arbeiten, Kinder haben und sterben. Eins ist nicht trauriger als das andere; wir müssen es nur erträglich machen durch Hingabe und durch Ironie. Beide, Ironie und Hingabe, führten dazu, dasz er übertrieb, zu viel arbeitete und zu viele Kinder hatte.’ De mensch, zegt hij nog, heeft drie wegen om vooruit te geraken: arbeid, misdaad of betrekkingen. Birk had den arbeid gekozen, Schattich de betrekkingen. Birk behoort tot dat soort van menschen die met den ouderdom ondernemender worden. Hij droeg een groot plan met zich om. ‘Ihr letzter Ertrag sollte Freude sein, so meinte er: mehr Freude an dem Leben wie es nun ist. Er hoffte der Jugend zeigen zu können, dasz von den äuszeren Bedingungen, die uns die Welt aufdrängt, alles, nur nicht die Freiheit unserer Seele abhangt. Birk trug sich mit drei Forderungen an sich und die Seinen: Lerne verantworten! Lerne ertragen! Lerne dich freuen’! (bl. 21).
Het voorwerp van zijn genegenheid en vooral van zijn bekommernis was zijn schoonzoon Emanuel Rapp, voor wien hij de groote zaak uitgedacht had. Ingenieur Birk overkomt een ongeluk, zonder dat wij goed weten of hij ernstig of licht gekwetst wordt. Misschien was dit ongeluk ook wel noodig om zijn plan ten uitvoer te brengen. Terwijl hij in het hospitaal ligt vertrouwt hij zijn kinderen een uitvinding toe. Het is een nieuwe springstof van ongehoorde kracht. Het heele verdere verhaal is een strijd tusschen de kinderen Birk en het Konzern (Schattich) om de uitvinding - een millioenenzaak - te gelde te maken. Heinrich Mann sleurt ons onmee-