| |
| |
| |
Boekbeschouwing
B.E. Bouwman und Th.A. Verdenius: Hauptperioden der deutschen Literaturgeschichte nebst Lesebuch. - Wolters, Groningen. 1930. Ing. f 4,25 - Geb. f 4,75.
Het kan er hier niet om gaan, het werk van B. en V. te doen kennen. Het staat zoo gunstig aangeteekend en wordt sedert zooveel jaar - ook in Vlaanderen - tot groote voldoening van leerkrachten en studenten gebruikt, dat ik niet kan gelooven dat er nog zou moeten op gewezen worden.
De nieuwigheid is, dat het geheel is teruggebracht tot één enkel deel van circa 400 blz., terwijl de vroegere uitgaven 2 deelen van elk circa 250 blz. bedroegen. Zooals de samenstellers zelf meedeelen: het geheel was, door trapsgewijze toevoeging van kleinigheden, langzamerhand wat al te lijvig geworden. Wij treffen anderzijds tal van dichters aan waarvoor men, naar ik meen te herkennen, uit het bekende ‘Menschheitsdämmerung’ heeft geput. Na toevoeging van de jongeren werd er toch nog een flinke 100 blz. uitgespaard, wat ook op den prijs een merkbaren terugslag heeft. ‘Hauptperioden’ (men herinnert zich dat de vroegere uitgaven ‘Deutsche Literaturgeschichte nebst Lesebuch u.s.w.’ getiteld waren) is voor onze scholen nog meer dan lijvig genoeg en kan niets dan volledig bevredigen.
| |
C. Brouwer und Dr. G. Ras: Von deutscher Art und Kunst. 5. Bändchen: Die Freiherren von Gemperlein, von M. von Ebner-Eschenbach (erläutert von Dr. H. Sparnaay). - Wolters, Groningen. 1930. - f 0,75. (75 blz.).
De nieuwe druk wijst op het veelvuldig gebruik van deze korte schets, ontleend aan de 5e uitgave van M.v.E.'s-E. ‘Neue Erzählungen’. Wij zullen in deze mededeeling niets zeggen over de vooraanstaande figuur die M.v.E.-E. is in de Duitsche literatuur. De schets in kwestie munt uit door den humor, maar vooral door de levenswijsheid, die er in eenvoudigen vorm voor de jonge breinen toegankelijk is. Voor het overige sluit dit deeltje, met inleiding en nawoord, bij reeds vroeger besproken nrs. van de reeks aan.
D.R.
| |
J.A. Hammerton. - Landen en volken. De wereld in al haar kleurenpracht, 5e deel. - Uitgeversmaatschappij E.N.U.M., Amsterdam.
In het nummer van Juli jl. wijdden we een apart, breedvoerig artikel aan Hammerton's werk ‘Landen en Volken’, waarvan toen vier prachtig gebonden deelen, - of 24 losse afleveringen, - verschenen waren. En we heetten het toen, zoo voor den tekst als voor de éénig rijke illustratie, niet minder dan een standaardwerk, dat in alle school- en in tallooze partikuliere boekerijen thuisbehoort.
| |
| |
Thans bereikt ons de vijfde en voorlaatste band, - of samenvoeging der afleveringen 25 tot 33, - en hij staat in het teeken derzelfde voortreffelijkheid Daar worden, in weer 432 bladzijden, op twee kolommen, zeven en twintig onderwerpen behandeld en bij elk daarvan wordt weer dezelfde weelde aan foto's en kleurdrukken ten toon gespreid. De onderwerpen?... We noemen er maar enkele: Italië; Het hart van Europa (Parijs); Nederlandsch-Indië; Het land van de morgenkalmte (Korea); Ommuurde steden (van overal, in vroeger en later tijd); Wonderen van het verleden (Egyptische monumenten); De vereenigde staten van Brazilië; Het land van den witten olifant (Siam en zijn bewoners); Muziek en muziekinstrumenten; De stad dor geheimen (Peking); Het land der toeristen (Zwitserland); De parel der Chineesche zee (Formosa). Meer dan belangwekkend genoeg dus! En wat er bizonder aantrekkelijk in blijkt, is weer de bekommering van den auteur, zijn onderwerpen anders dan traditionneel te behandelen en vooral up-to-date te blijven; men sla er b.v. maar eens ‘Italië’ (met inbegrip van het Fascisme) en ‘Wonderen der wereld’ (met dokumentatie over Toet-Ankh Amen's graf) op na.
Kortom: ‘Landem en volken’ wordt een heerlijk dokument voor véle komende jaren.
| |
Uitgaven Gerhard Stalling, Oldenburg i.O. Prentenboeken.
Arthur Platz. - Knabbermäuschen (prenten van Johanna Bemmann).
H.v.d. Knesebeck. - Das arme Mariechen (prenten van Else Wenz Viëtor).
Sophie Reinheimer. - Vom Himmel der Tiere (prenten van Else Wenz Viëtor)
Fr. Schanz. - Die empörten Spielsachen (prenten van Lia Doering).
Alle vier prachtig als inkleeding, d.i. als omslag, als papier, als bladverdeeling en, last not least, als kleurendruk; de firma Stalling kan, in velerlei opzicht, aan al onze en aan zoo goed als alle Nederlandsche uitgevers een lesje geven!
‘Knabbermäuschen’ vertelt de haast menschelijke avontuurtjes van een heele muizenfamilie. Arthur Platz levert de rijmpjes, die technisch wel knapper en geestiger konden zijn; maar Johanna Bemmann teekent bizonder mooi en jolig, en kleuren kan ze ook, al mag ze haar bruine tinten wel even herzien.
‘Das arme Mariechen’ is een avontuurlijke poppengeschiedenis, waarin een hond, een raaf, een kater, de kippen, een vos en een dwerg hun rolletje spelen. H.v.d. Knesebeck rijmt behendig en plastisch; Else Wenz Viëtor teekent en kleurt éénig sprekend en fijn!
‘Vom Himmel der Tiere’ is zoowat de tegenhanger van het vroeger verschenen ‘Im Blumenhimmel’. 't Gaat hem ditmaal over kleine dieren als de waterjuffer, de kikker, de sprinkhaan en vele andere, in één enkele geschiedenis. Sophie Reinheimer doet mooier dan rijmen; zij dicht, en zij doet het heerlijk. Else Wenz Viëtor is zich zelf prachtig getrouw!
‘Die empörten Spielsachen’ is een opeenvolging van korte gedichtjes over het gewone kinderleven. Frida Schanz is wel knap, maar doet soms wat gekunsteld aan. Lia Doering levert bij de tekstjes een overvloed aan levendige, felgekleurde teekeningen.
| |
Verhalen.
O. Gabrielli & Hans Striem. - Das Wunderauto.
A. Auswald-Heller. - Wills Reise unter Wasser.
K. Holland. - Wie macht man das nur?
V. Mönckeberg-Kollmar. - Die neue Märchentruhe.
Een duim dikke, vierkante boeken, waarvan de eerste drie, in groote Engelsche letter, al dadelijk aanspreken, en het vierde, in kleineren, Duitschen druk, bij tegenstelling vóór de oogen schemert.
De eerste drie staan, als inhoud, in het teeken van onzen tijd. - ‘Das Wunderauto’ laat Lutz en Heidi, in een technisch meer dan moderne auto, opzienbarende tochten maken en geeft u even de illuzie, dat het onmogelijke...
| |
| |
toch eens mogelijk wordt. - ‘Wills Reise unter Wasser’ is werkelijk een wondere reis onder water, waar Will, en ook de lezer, wat rare dingen ziet en leert. - ‘Wie macht man das nur?’ is het avontuurlijk reisje naar Berlijn van Heinz, Bille en Rose, die er sigarettenverkooper, bloemenverkooper en kindermeisje worden en prachtig hun plan trekken. - ‘Die neue Mürchentruhe’ brengt ons ruim dertig oude sprookjes, voor de ouderen, door den verzamelaar zeer behoorlijk verteld.
De vier boeken zijn degelijk geïllustreerd door Walter Trier, Helmut Skarbina, Ulla von Both en Hans Lang. De eerste drie leverden het beste werk; het geestigst onder hen zijn Trier en Skarbina.
| |
H. Scharrelmann. - Berni lernt Menschen kennen. - Uitgave Georg Westermann, Braunschweig.
Reeds vroeger drukten we onze bewondering uit voor de simpele levenshistorie van den kleinen Berni, levenshistorie die zich, in even simpele, plastische hoofdstukjes, uitsprak in ‘Berni, ein kleiner Junge’, ‘Berni, aus seiner ersten Schulzeit’, ‘Berni, im Seebad’. Tot slot wordt daar thans ‘Berni lernt Menschen kennen’ aan toegevoegd. 't Is weer de eenvoud zelf: de voortgezette historie van het baasje... dat géén geschiedenis heeft, - zooals alle gelukkige jonge menschjes. Maar toch spreekt ze alle eenvoudigen van harte aan,... en boeide ze ook óns genoeg, om er ons persoonlijk het vertaalrecht van te verzekeren.
H. VAN TICHELEN.
| |
K.J. Pen. - Van Kant naar Hegel, eenige hoofdlijnen in de ontwikkeling der philosophie. (Groningen, J.B. Wolters, 1930).
Een geschiedenis van de wijsbegeerte wordt hier niet geleverd; er worden enkele hoofdlijnen getoond van de ontwikkeling die ze nog had door te maken. Besproken worden: Kant, Fichte, Schelling en Hegel. Na ieder hoofdstuk wordt, als eindoordeel, samengevat wat uit de eigen woorden der philosophen in verband met de ontwikkeling van het onderwerp blijkt. Een degelijk werk.
| |
L'Humour est Enfant de Paris, par quelques membres de l'Académie de l'humour français (Paris, G. Crès et Cie, 1930).
We vinden hier eenige leuke stukjes, b.v. het eerste (Qui a fait Hamlet?), Représentation extraordinaire, Fortune, Gloire et Citrouilles en het laatste (vertaald). Maar we waren in rechte er iets meer van te verwachten. Het kan trouwens niet in alle handen gegeven worden.
| |
P.S. Maxim Krojer. - Regen (Antwerpen, Lectura); 72 blz.
Tooneelen van overspel en moord, tijdens een periode van aanhoudenden regen, die in het dorp een bijgeloovigen angst verwekt. Er is een flink opmerker aan 't woord, die menschen, karakters en toestanden teekenen kan, de belangstelling gaande houdt en goed stijlt.
| |
Pierre Bouchardon. - Het Kasteel van Bitremont, roman, vertaald door H.B. (Brugge, Excelsior); 181 blz.; 12 fr.
Een beroemd proces van voor 80 jaar. Hoofdzakelijk verslagen over zittingen van het Assisenhof, niet beter of niet slechter dan de huidige dagbladen er drukken over getuigenverhoor en incidenten in het gerechtshof. O.i. was er geen reden om zoo iets te vertalen.
| |
| |
| |
Dat is de oude Historie van Reinaard de Vos, naverteld door Eug. De Seyn (Brugge, Excelsior); 71 blz., 10 fr.
Het dierenepos wordt trouw naverteld, soms in tamelijk lange volzinnen, over 't algemeen in eenvoudige taal, als we dingen uitzonderen als: ‘bescherm dan uw vermeende onschuld door uw lichaamskracht.’ - ‘Ik moet hout aanslepen’ is foutief en ‘het’ luipaard onvergeeflijk.
| |
Lode Lagasse. - 1o Kukeluku; 2o Zonnelach (Brugge, Excelsior); 52 en 40 blz.; ieder 6 fr.
Kukelu is de bijnaam van een godvruchtig opgevoeden en in den grond braven Brugschen knaap, die o.m. een poesjenellentheatertje samenknutselt en te huis, op straat en ter school allerlei fratsen uithaalt, totdat hij naar 't college trekt. Hij wordt later missionnaris.
Het boek is onderhoudend geschreven en zuiver van taal. Het ‘jullie’ te Brugge is uit den toon. ‘Mama verstond er haar niet aan’ en ‘zonder iemand het zag’ hadden wel kunnen vermeden worden.
Soms met heel mooi uitgedrukte zinnen en allerlei toespelingen op kerkelijke feesten, spreekt Zonnelach van Maan, die Ella, ofschoon hij haar bemint, in de armen van een ander drijft, dien ze dan toch afwijst... Het laatste deel is niet zoo goed volgehouden als het eerste.
‘Die uitroep slaat de sluisdeur van Maan's ziel aan stukken’ is al zoomin goed te praten als ‘tusschen Marc en ik.’
A.
|
|