zijn heel en al bewondering voor deze prestatie van den secretaris van het Antwerpsch geschiedkundig Genootschap, die hiermede bewees een meester in het historische vak te zijn.
Het verhaal van de schokkende gebeurtenissen, te Antwerpen voorgevallen tijdens dit beruchte Wonderjaar, waarvan de suggestieve naam, sinds vader Conscience mondgemeen in Vlaanderen is, toont hun groote gevolgen aan voor de ontwikkeling van het Protestantisme in de Nederlanden en voor de ontplooiing van het Nederlandsche nationaal besef.
De auteur bewijst, dat de overige steden zich spiegelden aan wat te Antwerpen gebeurde en het van de toestanden aldaar afhing, welke de modaliteit der godsdiensten in de Nederlanden zijn zou. Het verzet tegen de besluiten van de regentes ging uit van deze stad, die in het brandpunt stond der geestelijke stroomingen van dien geweldigen tijd en tevens een zeer gewichtig economisch centrum was.
Volle licht werpt Dr. Van Roosbroeck o.a. op het door hem zoo genoemde driemillioenmanifest en hij meent, dat er in de geschiedenis van de Hervorming geen tijdspanne valt aan te stippen, waarin zich de geest voor organisatie treffender uitte, dan tijdens de voorbereiding en het overhandigen van dit rekwest, waarvan het doel was het verwerven der godsdienstvrijheid, mits storting van drie millioen gulden: het moest zijn een laatste poging tot verzoening.
De synodale en politieke onderhandelingen, in December 1566 te Antwerpen gevoerd, gaven het teeken tot het gewapend verzet. De verdere levensmogelijkheid van het Calvinisme, schrijft Dr. Van Roosbroek, wordt de inzet van een nieuwe beweging, waarrond zich de dragers van de nationaal-Nederlandsche oppositiegedachte groepeeren: de beweging der Edelen wordt gekoppeld aan de eischen van een zuiver religieuse actie, voortaan bijna uitsluitend van Calvinistische zijde gevoerd.
Het Preekverbod, door de regentes uitgevaardigd, was een bewijs te meer van haar overtuiging, dat wanneer Antwerpen eens tot gehoorzaamheid was gebracht, het overige deel van de Nederlanden spoedig zou gevolgd zijn.
Het constitutie-tijdperk van de geschiedenis van de Hervorming te Antwerpen wordt afgesloten met de slachting van de benden van Toulouse te Oosterweel: Maart 1567. Deze slag besliste voorloopig het lot van den opstand in de Zuidelijke Nederlanden.
Het vertrek van Oranje in April liet de stad zonder leiding. Met de komst van Mansfelt liep de feitelijke zelfstandigheid van Antwerpen op haar einde. Op 28 Mei werd een algemeen edikt uitgeroepen, dat echter op 23 Juli door den koning verbroken werd, omdat hij het te gunstig vond voor de opstandelingen.
Den 22n Augustus trok Alva Brussel binnen. Antwerpen zou de straf niet ontgaan.
Het zwaartepunt van den Nederlandschen opstand werd nu naar het Noorden verlegd. Ook in Engeland en Duitschland vonden de Antwerpsche vluchtelingen een nieuw tehuis. In hun midden zou Oranje materieelen en zedelijken steun vinden voor zijn verdere ondernemingen.
Dr. Van Roosbroeck teekent de toestanden en de gebeurtenissen met de grootste onpartijdigheid en naar waarheid en daarom wenschen wij zijn werk alle succes toe. Hij bezit verder de gave van vertellen en ook het talent van schildering; wij zien de historische personen levend voor ons. Zijn stijl verdient allen lof; hij is vrij van alle gekunsteldheid, vloeiend, aanschouwelijk en kernachtig, onberispelijk, zoowel ten opzichte van vorm als van taal.
JOZEF PEETERS.