De Vlaamsche Gids. Jaargang 18



[pagina 570]
Aan d'Oever van een Beek... Aan d'oever van een beek, in schaduw van de boomen, Zat ik te mijmren in de zoele zomerlucht, Zoet-aan gewiegeld door wat neuriënd windgezucht, Alleen, in eenzaamheid, verloren met mijn droomen. De heldre beek schoot zingend tusschen groene zoomen... En moedig strijdend, tegenstrooms de watervlucht, Zag ik een nietig watermugje, onbeducht Zich weren, heengedreven steeds van waar gekomen. En 'k dacht: Zoo stuwt de levensstroom den stoeren kamper Terug van waar hij kwam: die zint en weifelt schamper, En vecht zich voorwaarts naar 't onzichtbaar ideaal... Zoo weet de strijder niet, dat hij, teruggeslagen, Zijn leven nutloos leeft, en in den stroom van dagen Zich handhaaft op één punt, al strijdt hij duizendmaal. HERMAN DE SCHUTTER.