De Vlaamsche Gids. Jaargang 18(1929-1930)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 515] [p. 515] Rozen Zoo bloeiend en frisch als de rozen Is heur blozend en blank gelaat, Als het, over de rozen gebogen, De schoonheid der bloemen verslaat. Zij plukt de geurige bloemen Van den fleurigen roelaar: Tot haar handen buigen de kelken Gewillig, van schoonheid zwaar... En het schijnt mij, of haar schoonheid Als eenig ter wereld bloeit; Zij kluistert mijn geest en mijn harte, 'Lijk haar handje de rozen boeit. En het wordt mij, als voerde de hemel Nooit stralender, pralender licht, Als de gloed der rozen verdonkert Voor haar stralend en pralend gezicht... O, ik hoor de windvlaag ruischend Langs de vlakte komen en gaan! Zij komt, en toeft een wijle, En vliedt, met geuren belaân. Daar schept zij alomme het leven, De vlakte, den hemel, het woud, Verzadigd van rozengeuren, Tot een tempel van groen en goud, [pagina 516] [p. 516] Waarin ik van mijn gedachten Gericht heb tot haar het altaar, Gebouwd uit de zoetste woorden, Die 'k in 't binnenst mijns harten bewaar, Omdat ik altijd moet zwijgen Als haar schoonheid tot mij spreekt; Want glansloos is mijn lof, als 't schoone Der rozen voor haar glans verbleekt... HERMAN DE SCHUTTER. Vorige Volgende