| |
| |
| |
Eeuwzang
Volkscantate, gedicht ter gelegenheid van de honderdste Verjaring van België's Onafhankelijkheid 1830-1930
Muziek van Aug. De Boeck.
Zingt in 't gouden morgengloren,
Blijde klokken, klaar en luid;
Van de Maas tot aan de Schelde,
Klinkt wat uit ons harte welde
In uw bronzen klanken mee.
Wij zingen 't eeuwgetij van 't land
Naar eigen wijs en trant!
Vrij te handlen, vrij te leven,
Vrij, naar eigen tucht en recht;
Eigen toekomst na te streven,
Ongebreideld, ongeknecht;
In heldere als in donkre dagen
Eigen last op eigen schouders dragen,
Eigen loon voor eigen werk,
Maakt de kleinsten groot en sterk.
Gegroet, o weidsche zegetocht
Van alles wat de Vrijheid wrocht
Om 't Vaderland te sieren!
Gegroet met palmen en banieren!
Met hortende wagens en steigrende paarden
Naderen de oogsten uit Vlaanderens gaarden.
| |
| |
Onder de schatten gebukt,
Aan de schachten der mijnen ontrukt,
Betuigt ook de Waalsche gouw
Uit de gonzende, reuzige hallen,
Waar mookrende hamers op de aambeelden vallen,
Waar monsters, zonder rust of duur,
Met spieren van staal en met zielen van vuur,
Brengen de werkers de wonderste pracht,
Die 't menschenvernuft ooit bedacht.
Geleidt ook de scheppers der schoonheid vooruit!
Hun kunst is getooid als een stralende bruid.
Ze brengen 't getoover van 't bloeiende doek,
Ze brengen de wonne van 't boeiende boek,
Ze brengen het werk, dat ze in 't licht van de vrijheid
Ontwierpen in liefde en in blijheid,
En schooner te doen prijken
Zijn ter zegevaart ontboden...
Die in de toekomst van hun land geloofden
En vroom voor dit geloof hun leven gaven,
Zij rijzen uit hun graven...
Zij wieken boven onze hoofden
O broeders, door de eeuwen op 't voorhoofd gekust,
Die vredig nu sluimert in de opperste rust,
| |
| |
Laat in lichtende stralen
Uw loutrende leer in ons harte dalen.
Helden, die 't hoogste dorst bestaan,
Hoedt ons voor kleinmoedigheid;
Die in den dood eendrachtig zijt gegaan,
Leert ons eendrachtigheid;
Die voor het recht gevallen zijt,
Leert ons rechtvaardigheid
Op den weg naar nieuwe tijden,
Het offer van uw liefde zijn!
België! Land van wil en kracht,
Waar rustlooze arbeid schoonheid bracht;
België, die de gaarde zijt,
Waar onze hoop tot vrucht gedijt;
België, moeder uitverkoren,
Wil onzen wensch aanhooren!
Wij zweren u, ter daad bereid,
In trouw en in standvastigheid,
Dat alles wat u heilig is
In onze handen veilig is!
Wij volgen uw bestemming verder,
Rondom den Vorst, den hoogen herder,
Wiens wijs en krachtig woord
De harten beurt en schoort!
Wij willen België schoon en groot!
In de ure van den vrede, in de ure van den nood,
MAURITS SABBE.
|
|