De Vlaamsche Gids. Jaargang 18(1929-1930)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 415] [p. 415] Gedichten I Gansch mijn ziel is één gezang, blij of droevig, luid of stil; maar mijn harte klopt zoo bang alsof 't breken wil... Gansch mijn ziel is één gevoel, eene bloeme broos en teer; maar mijn harte ik lijden voel en dat doet zoo zeer... Gansch mijn ziel is énkel min, énkel geuren wonder-zoet. Zeg mij toch wat, zonder zin, harte, u weenen doet? II Er zingt een stem in mijn gemoed zoo zacht en teer als gulden snaren, door schimmenhanden licht geroerd terwijl wij kus en rozen paren. ‘Bemint elkander steeds,’ suist zij: ‘de liefde zaligt alle dingen; en wen de zonne de aarde zoent, doet ze in haar schoot de zaden springen. [pagina 416] [p. 416] En zielen smelt zij tot één ziel, onscheidbaar in het eeuwig leven: gij lieft mij samen als ge u lieft, terwijl mijn ziel rond u komt zweven. III Dat zingt die stem in mijn gemoed, o, liefste, als wij elkaar omstrenglen en oog in oog en ziel in ziel zoo zalig zijn als Godes englen. Als wij te saam versmolten zijn en rond ons geurge rozen bloeien, - twee droppels dauw in éénen kelk, twee vonken die van liefde gloeien - daalt uit het rijk der zielen neer een schim, en wuift met blanke zwingen, en zoent ons beider voorhoofd zacht; en 'k hoor in 't hart haar stemme zingen. Want hare stem is 't, liefste mijn; zij geurt als bloem-aroom op winden en snoert een tooverkrans om ons van zoete akkoorden die ons binden. IV Mijn hart was als een rozelaar, verdord in wintertijden: geen levenssappen vloeiden, maar slechts bitterheên vol lijden... [pagina 417] [p. 417] Geen blaren noch geen botten meer, aan stam en tak ontsproten; en doornen wondden het zoo zeer en staken onverdroten... Maar eindlijk weer de Lente kwam: de dorheid is verdwenen; een nieuwe zon, met gouden vlam, heeft 't rozenhart beschenen... En bot en blaren te allen kant ontloken en thans blozen en pinkien goud en diamant op doornen en op rozen... V. Een starre glanst, valt - gouden streep - vergaat in het ruim. Ideeën blaken, schittren - heldre starren - vergaan in de ziel. A. DE GEEST. Vorige Volgende