voelen, dat feuilleton en film niet voldoen als bronnen voor geschiedkundige studie.
Voor de Oude Geschiedenis zijn de auteurs te rade gegaan bij Maspero, Oppel, Helmolt, Tille, Bouché-Leclercq, Laloux en Monceaux, Stoll, Riess, Wägner-Baumgarten, Colin, Meyer, Collignon, Hertzberg, Ziebarth, Jäger, Peter, Mommsen, Schmidt, Bloch, Duruy, Boissier, Domaszewski, Renan, Monnier, Duhn, Wallen, Jung, Guhl en Koner, Peyre, Birt, Sohm, Plinius, Eusebius, Pflug-Harttung, Freytag, Gibbon. Van eenzijdigheid is geen spraak: Fransche, Duitsche, Latijnsche, Engelsche geleerden hebben het woord. Lerzaam heeten wij in het bijzonder die bijdragen, handelend over het leven der volkeren, die eens de toenmalige wereld beheerschten, als: De behandeling der dooden bij de Egyptenaren in de Oudheid; Uit het leven der Babyloniërs en Assyriërs; Alexanders tocht naar Indië; De ondergang van Pompeji; De Germanen in het Romeinsche rijk. Een hoofdstuk ontbreekt naar onze bescheiden meening, dit over de Joodsche periode (Salomon).
Het meerendeel der stukken over de Middeleeuwen gaat insgelijks over beschavingsgeschiedenis: het leven van den monnik in zijn klooster, den ridder in zijn kasteel, den burger in zijn stad, kerkelijke aangelegenheden, verval en herleving van wetenschap en kunst, handel en verkeer, sociale bewegingen. Alle deelen van Europa werden nagenoeg bedacht; Azië en Afrika niet vergeten. De verzamelaars putten verder bij Federn, Dieterich, Wahl, Lavisse en Rambaud, Prescott, Güldemeister, Stacke, de Ménerval, Schlumberger, Thierry, Diehl, Sybel, Kohlrausch, Bémont, Gardiner, Henne, Raumer, Vidal-Lablache, Giry-Réville, Hanotaux, Friedensburg, Petit, Green, Assmann-Viereck, de Barante, van Dyk, Villari, Voight, Mariéjol, Helbing-Alsburg. Zeer interessant zijn: De bloeitijd der Arabieren in Spanje; De Mongolen in de dertiende eeuw; Frankrijks rampen ten tijde van koning Jan den Goede; De Italiaansche renaissance.
In hun Nieuwe Geschiedenis steunen de auteurs op Coignet, Bezold, Philippsen, Epkema, Campbell, Bazin, d'Avenel, Charvériat, Barine, Saint-Simon, Taine, Puaux, Jurien de la Gravière Raptschinsky, Brückner, Oncken, Blondel, Ring, Koberstein, Goethe, Rossier, Brian-Chaninov, Nettelbeck, Protheroe, Boehn, Macaulay, Clive, Moireau, Oberländer, Funck-Brentano, Tschudi, de Ségur. Zeer boeiend zijn de verhandelingen over: De Spanjaarden in Peru; Luther voor den rijksdag te Worms; De Wederdoopers te Munster; De oprichting van de orde der Jezuïeten; Een auto da fe ten tijde van Filips II; De eerste Engelschen in Rusland; Maatschappelijke toestanden in Engeland tijdens koningin Elisabeth; De Fransche adel voor Richelieu; De Fransche parlementen ten tijde van Richelieu; De legers van den dertigjarigen oorlog; Een dag te Versailles; Lodewijk XIV en de Hugenoten; Galeien en galeislaven; Peter de Groote in Holland; Maatschappelijke hervormingen van Peter den Groote; Frederik Willem I van Pruisen; De jeugd van Frederik den Groote; Frederik en Voltaire; De kroning van Jozef II tot Roomsch-Koning (uit: Goethe's ‘Aus meinem Leben: Dichtung und Wahrheit’); Katharina II en de Verlichting; Slavenhandel in de achttiende eeuw.
Mochten velen de boeken van Dr. De Beer en De Wilde lezen!
Jozef PEETERS.