De Vlaamsche Gids. Jaargang 17

[p. 413]

Hoe schoon!

Wat is het schoon, wanneer ik,
in uren zonder leed,
het wijde, stille heiligdom
van droomen binnentreed;

en ik weer, diep-gelukkig,
mijn liedje zingen kan.
En als dat schoon is, jongen mijn,
hoe schoon is liefde dan?

Hoe schoon is dan mijn liefde,
waarvoor mijn herte geeft
al 't schoone, dat ter wereld is
en dat de hemel heeft...?

BERTHA.