De Vlaamsche Gids. Jaargang 17(1928-1929)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 410] [p. 410] Ballade De jaren volgen op de jaren. De kommer bijt gelijk een zuur. D'illuzies worden losse blaren. Daar is een doode in ieder uur. Al dieper daalt de blaffetuur, Terwijl de kennis groeit van 't Ware. Gezegend wie 't gezegend vuur Der Liefde veilig kon bewaren! Hoort ge de klok van het beraad, Gij, zwerver, langs verstolen hoeken? Wie steeds met alle winden gaat Zal eeuwig naar berusting zoeken. De Liefde is minnares der kloeken; Het is de zuster van de Daad. Gij, zwerver langs verstolen hoeken. Hoort ge de klok van het beraad? De kussen der verwaaide vrouwen Zijn steelsche vlinders van den nacht. En d'armen, die zich rond u vouwen. De boden van een duist're macht. 't Bed is de tombe van de kracht. Als daar geen cherubsoogen schouwen, 't Zijn steelsche vlinders van den nacht. De kussen der verwaaide vrouwen. [pagina 411] [p. 411] Waar zijn de vrienden van weleer De compagnons van Terpsichore, Van Hebe, Venus en wie meer? Verloren, hopeloos verloren! Het werden Heeren Hooggeboren. Ze spotten met zoon Ajasveer, Al spoelen zij Mevrouw's teljoren. Waar zijn de vrienden van weleer? Wat gaven u de brave bazen? Beloften, bros gelijk beschuit. Waar zij triomfbazuinen blazen. Zit gij te krabben op uw luit. Ze joegen er den ijver uit, Met al hun waardelooze frazen. Ze loenschen op usw schralen buit. Dat gaat zoo met de brave bazen. Komaan, gezel, den kop omhoog! Het is geen schande veel t'ontberen. De pulverbussen bleven droog. Hier past geen slepend Miserere. De dichter sprak: ‘Het kan verkeeren!’ Dit zij de kram van uw vertoog. Daarbij, de tijden zullen 't leeren. Komaan, gezel, den kop omhoog! A. DE MAREST. Vorige Volgende