De Vlaamsche Gids. Jaargang 16
(1927-1928)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 380]
| |
Uit de TijdschriftentrommelL'avenir social
| |
[pagina 381]
| |
in het bestuurscomiteit zetelden: volksvertegenwoordiger D. Bouchery, Corneel Mertens, Jos. Van Roosbroeck, prof. Dr. Aug. Vermeylen. Toen in Januari '28 L'AVENIR SOCIAL onder een nieuwe gedaante verscheen, veranderde ook ONTWIKKELING van uitzicht; voortaan bestaat elke aflevering uit een 60-tal bladzijden 25 × 16. L'AVENIR SOCIAL en ONTWIKKELING meenen wij te mogen beschouwen als heelemaal nieuwe tijdschriften, los van alle verleden, niet alleen omdat hunne afleveringen geen jaargang meer dragen, die ze zou binden met de vroeger verschenen tijdschriften met gelijkluidenden titel, maar ook omdat de inhoud er van van karakter veranderd is. ‘Voortaan, lezen wij inderdaad in het prospectus, zullen beide tijdschriften niet meer zoozeer vulgarisatie-organen zijn, gezien de pers aan die behoefte thans voldoet. Ze zullen eerder werktuigen van onderzoek en studie zijn, waar mannen van de wetenschap en de politiek vrij hunne gedachten zullen uiteenzetten over de vraagstukken van den dag. De lezers zullen er dus, naast bijdragen van socialisten, studies in vinden van gunstig-gezinden of tegenstanders zelfs, die, de zaken uit een ander oogpunt beschouwend dan zij die rechtstreeks aan de beweging deelnemen, ons beter zullen toelaten er objectief over te oordeelen. Het nieuwe bestuur belooft ons een belangrijke medewerking, niet alleen op sociaal en politiek gebied, maar insgelijks op kunst- en letterkundig gebied. Uit het buitenland zullen ons regelmatig bijdragen van socialisten toekomen, zooals Ramsay Mac Donald, Renaudel, Breitscheid, Engberg, Tseretelli, enz. In elk nummer verschijnt een hoofdartikel, gewijd aan de belangrijke gebeurtenis van de maand.’ - Zij zijn ook, zooals wij het hooger schreven, tweelingsbroeders en dit veel meer dan vroeger, niet alleen wat hun uiterlijke betreft, maar ook wat den inhoud van elke aflevering aangaat; meer dan een artikel van algemeen belang verschijnt inderdaad tegelijkertijd in het Fransch en in het Nederlandsch orgaan der Partij, al hebben de twee tijdschriften hun eigen medewerkers, waaronder tal van gunstig bekende namen van politici, geleerden en letterkundigen kunnen worden genoemd. Zoo is in L'AVENIR SOCIAL (nr 1) en in ONTWIKKELING (nr 1/2) een artikel verschenen van den leider der Engelsche Labour-Party, oud-Minister-President J. Ramsay Mac Donald, over De Internationale Politiek van het Socialisme; zoo werden ook in die twee zelfde nummers de antwoorden gepubliceerd van een 15-tal Belgische hoogleeraars, kunstenaars en geleerden, tot verschillende opinies behoorend, aan wie de vraag was gesteld geworden: Hoe ziet gij het Socialisme?; maar van een anderen kant wordt De Engelsche Dichter Thomas Hardy in ONTWIKKELING behandeld door Dr. Fr. De Backer, docent te Gent en in L'AVENIR SOCIAL door Dr. V. Bohet, docent te Luik en aan den schilder Jacob Smits worden bladzijden gewijd door G. Seregiers in het Fransch en door Conservator Arth. Cornette in het Nederlandsch. Gaan wij den inhoud van de twee eerste nummers der hier besproken tijdschriften verder na, dan dienen in nr 1 van L'AVENIR SOCIAL nog vermeld te worden de enkele bladzijden van prof. Henry van de Velde over Le Réveil de l'idée de style, alsook het artikel van J. Tseretelli, afgevaardigde van de Socialistische Partij van Georgië, over La Politique de Staline et la défaite de l'opposition, waarin schrijver het kommentaar maakt van het jongste communistisch Congres te Moskou en vaststelt hoe ellendig de politiek der Sowjets schipbreuk geleden heeft. In nr 2 wordt ons door Joseph Saxe, den knappen opsteller van de internationale kronieken in het dagblad ‘Le Peuple’, op het gevaar gewezen van den wedijver tusschen Engeland en Amerika, die logischerwijze tot een nieuw konflikt leiden moet, wordt er niet bijtijds voor gezorgd den Vrede vastere grondvesten te geven, dan hij thans heeft; de kolenkrisis in België, waarvan het gevaar voor ons nationaal leven nog niet geweken is, wordt er bestudeerd door een economist en Dr. Ad. Bayet onderzoekt in La Controverse de Glozel de wetenschappelijke waarde der argumenten, aangevoerd voor of tegen de echtheid der zoo veel besproken ontgravingen en zijn besluit is, dat tot nog toe geen enkel argument contra op vasten wetenschappelijken grond | |
[pagina 382]
| |
berust. Ook de literatuur krijgt hier, naast de politiek, de sociologie en de wetenschap, de plaats die haar toekomt; terwijl de bekende Belgische schrijver Edmond Glesener in nr 2 van L'AVENIR SOCIAL een onuitgegeven novelle publiceert, treffen wij in het dubbel nummer van ONTWIKKELING verzen aan van A.J. Mussche en een stuk van Ernest Claes; in deze zelfde aflevering spreekt ons A. Casters van Het jong Amerikaansch Tooneel, dat ook, zooals overal, naar vernieuwing streeft en van de op dit gebied merkwaardige proeven van den tooneelschrijver Elmer R. Rice; Dr. Cam. Huysmans publiceert er ook het eerste deel van een onuitgegeven rederijkersspel van het einde der XVIIIe eeuw, Don Juan in de 4 Juargetijden, waarvan het handschrift uit de rederijkerskamer der gemeente Bilsen komt, waartoe ook het handschrift der onlangs gepubliceerde ‘Menschwording’ van Mich. De Swaen behoorde. Laten wij, om dit gedeelte van onderhavige kroniek te eindigen, nog bijzonderen nadruk leggen op de vertaling van een artikel, dat oud-Minister Huysmans liet verschijnen in het Februari-nummer van het Fransch tijdschrift LA REVUE DES VIVANTS en dat hier den titel draagt van Het Vlaamsch standpunt in de taalkwestie; een model mag het heeten van sociaal-geschiedkundige synthese, vol evenwicht en gezond verstand, gesteund op onweerlegbare argumenten; het teekent heel den man en heel zijn politiek, den man die altijd geweten en herhaald heeft dat het talenvraagstuk ten onzent een heel eenvoudig door gelijkheid en rechtvaardigheid op te lossen vraagstuk is en het als minister bewees; den man, die, als bestuurder van het groot dubbel tijdschrift van zijn partij, deze twee organen zoo weet uit te geven - en in de toekomst zoo zal weten voort uit te geven, - dat niet alleen de taalkwestie in den schoot der B.W.P. zal opgelost zijn, maar ook dat L'AVENIR SOCIAL en ONTWIKKELING tijdschriften van beteekenis zullen mogen heeten onder degene die in België verschijnen.
* * *
10 Maart 11. werd Karel van de Woestijne, Nederlands grootste dichter, 50 jaar oud. DIETSCHE WARANDE EN BELFORT heeft het niet genoeg te prijzen initiatief genomen bij deze gelegenheid een nummer uit te geven dat uitsluitend aan den dichter van ‘Het Vaderhuis’ is gewijd. Aan dit huldenummer hebben niet alleen de mannen meegewerkt van van de Woestijne's generatie en zijne onmiddellijke volgelingen, maar ook de jongeren, die in tragische kentering van deze tijden zijn opgestaan; wij treffen er artikels in aan van F. Toussaint van Boelaere en van Maurice Roelants, van Frederik van Eeden en van Joris Eeckhout, van Marnix Gijsen, Is. Querido, Achilles Mussche, Anton van Duinkerken, Aug. van Cauwelaert, Albert Kuyle, Emmanuel de Bom; verzen van Urbain Van de Voorde, en onuitgegeven gedichten van Karel van de Woestijne zelf, naast eenige stalen van de journalistiek van den grooten dichter; om te eindigen een paar korte biographische aanduidingen en een volledige lijst zijner werken.
* * *
Ter gelegenheid der Gentsche Floralieën werden de twee April-nummers van TOERISME, orgaan van den Vlaamschen Toeristenbond, aan Gent, de stad der bloemen, gewijd. Terwijl in het nr van 1 April een kort historisch overzicht der Gentsche Floralieën ons gegeven werd door Lode De Bruyne en R. Naveau, Conservator van het Natuurkundig Museum te Antwerpen er over De Koningin der Gentsche Floralieën: de Orchidee handelde, publiceert prof. Dr. C. De Bruyne, rector der Universiteit, in het nr van 25 April, een zeer belangwekkend artikel, waarin, na het ontstaan, de ontwikkeling en het belang der 120 jaren oud Gentsche bloemententoonstellingen te hebben beschreven, hij op de wetenschappelijke beteekenis wijst van de Koninklijke Maatschappij voor Land- en Tuinbouw. In dit zelfde nummer spreken ons Conservator A. Van Werveke en Prof. Dr. Stan Leurs over Het Bijloke-Museum te Gent, dat eerstdaags officieel | |
[pagina 383]
| |
geopend wordt; het is een der rijkste verzamelingen van oudheden van het land, en wordt op de meest origineele wijze voor het publiek tentoongesteld. Verder handelen Dr. Stan Leurs en H. Luyten over het tot verdwijning veroordeelde Station Gent-Zuid, dat een aanzienlijke rol heeft gespeeld in de geschiedenis van het Belgisch spoorwegnet en op architectonisch gebied heelemaal niet van beteekenis is ontbloot. - Het nr van 1 April bevat, buiten de hooger vermelde bijdragen, een artikel van Dr. Stan Leurs over De Sint Niklaaskerk te Gent en een van Lode De Bruyne over De Gentsche klokkenspelen.
* * *
Voor wien belang stelt in de hedendaagsche geschiedenis en vooral in de geschiedenis in wording, die men de actualiteit heet, biedt het April-nummer van L'ESPRIT INTERNATIONAL een rijke verzameling merkwaardige artikels. René Pinon, professor aan de Ecole libre des Sciences politiques, bestudeert er L'évolution de la question des détroits, terwijl de bekende Roemeensche geschiedschrijver prof. N. Jorga ons de buitenlandsche politiek van zijn land uiteenzet in La Roumanie, les Balkans et l'Europe Centrale en Jacques Ancel, professor aan het Institut des Etudes Internationales, dien trits van artikels over Zuid-Oost Europa sluit met een studie over Les bases géographiques du problème albanais. In de gewone driemaandelijksche Chronique, aangevuld door de rubriek Document, worden de op internationaal gebied merkwaardige gebeurtenissen der maanden December '27, Januari en Februari '28 in een 40-tal blzz. geboekt. Meldenswaardig zijn nog het artikel van Dr. C.H. Becker, Pruisischen Minister van Onderwijs, over L'Esprit international et l'Enseignement de l'Histoire en Vers le rapprochement franco-allemand, een bijdrage, waarin Henri Lichtenberger, hoogleerar aan de Sorbonne, die ook een Chronique internationale in het Aprilnummer van de REVUE DE GENEVE aan L'esprit international wijdt, het over de samenstelling heeft, het doel en de werking van het Comité franco-allemand d'Information et de Documentation.
* * *
Laten wij deze kleine wandeling langs een paar meldenswaardige publicaties der laatste maanden sluiten met nog even op een nieuw Vlaamsch tijdschrift te wijzen, de Mededeelingen van de Stedelijke Hoofdbibliotheek van Antwerpen, waarvan nr 1 in Januari 11. van de pers kwam en die om de drie maanden zullen verschijnen. Dit eerste nummer geeft ons, na een woord ter inleiding van Bibliothecaris Emmanuel De Bom, een trouw en breedvoerig, met talrijke platen opgeluisterd overzicht van hetgeen in 1926/27 door de stedelijke Hoofdbibliotheek te Antwerpen op touw werd gezet, om het hare bij te dragen tot de ontwikkeling van het volk: tentoonstellingen, lezingen, samenstellen van bibliographieën, en sluit met een systematische keurlijst van de jongste aanwinsten. Het is, voor zoover wij weten, de eerste poging van dien aard, die in België door een bestuurder van een groote officieele bibliotheek ooit werd gedaan, om voeling te brengen tusschen de inrichting, die hij leidt, en het publiek; daarom kunnen wij als ambtgenoot en als gewoon intellectueel den heer Emmanuel De Bom niet genoeg gelukwenschen met dit initiatief, dat ten goede zal komen aan het belangstellend en -hebbend publiek, zoo wel als aan de boekenverzamelingen, aan zijn bevoegdheid toevertrouwd.
Gent, 18 April '28. Dr. C. DEBAIVE. |
|