Boekbeschouwing
M.A.P.C. Poelhekke, herzien door Gerard Brom. Woordkunst, 10e druk (Groningen, den Haag, J.B. Wolters, 1926); 173 blz., met illustraties; ing. f 2,50; geb. f 2,90.
De herziener, die niets liever zou willen dan een zoo weinig mogelijk schoolsch schoolboek, zonder regelmatige verdeelingen of opsommingen, hoopt eerder een beroep op het begrip en het gevoel dan op het geheugen te mogen doen en zal Woordkunst van wijlen M.A.P.C. Poelhekke niet in eens, maar geleidelijk omwerken.
Deze 10e druk behandelt o.a., telkens met voorbeelden uit onze beste schrijvers, soms ook uit Goethe, Schiller, Geibel, Shakespeare e.a., de plastiek (enkele tropen); het rhythme; het vers (met afzonderlijke hoofdstukjes over distichon, terzine, kwatrijn, stanze en sonnet); het proza; de epiek (een zeer mooi hoofdstuk over sage en sprookje, legende en ballade, fabel en parabel, idylle en arkadia, novelle en roman); de lyriek (allerlei liederen); de dramatiek; de didaktiek.
Poelhekke's ‘hulpmiddel bij het zoeken naar inzicht en letterkundige verschijnselen’ is, ook in Vlaanderen, gunstig genoeg bekend. Deze herziene uitgave, met enkele gravures versierd (de rots Bayard bij Dinant; Faust, door Rembrandt; Don Quichotte, door Doré; De zieke Vrouw, door Rembrandt; het tooneel van den Amsterdamschen schouwburg in 1637; De Atheensche School, door Rafaël) zal stellig haar weg vinden.
A.