De Vlaamsche Gids. Jaargang 13
(1924-1925)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 5]
| ||||||||||||||||||||||||||
De gevoelige Plekken van de Wereld
| ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 6]
| ||||||||||||||||||||||||||
De belangrijkste Vasallenstaat van Turkije in de vorige eeuw was Egypte. Sedert 1863 was Ismael-Pascha, zoon van Ibraham-Pascha, stadhouder, sinds 1867 onder den titel van Khedive. Sultan Abdoel-Azis werd door geschenken van eenige millioenen bereid gevonden tot het doen van concessiën. In administratieve en justitiezaken werd Egypte onafhankelijk: 1873... Om in zijn geldnood te voorzien, verkocht de Khedive 177.000 actiën van het Suez-kanaal voor 4 millioen pond sterling aan Engeland. Hij verzocht het Engelsche kabinet een ambtenaar te zenden om zijn financiën te regelen. Cave vertoefde tot dat einde in Egypte van December 1875 tot Maart 1876. Hij verklaarde, dat de schuld moest geconsolideerd, de rente op 7 0/0 vastgesteld en deze door een Europeesche mogendheid gegarandeerd worden. Den 8n April 1876 suspendeerde de regeering de uitbetaling der coupons van de schuld van den Staat en der Daira (bezittingen van den Khedive) op een kwartaal; bij decreet van 7 Mei stelde zij vast, dat beide een 7 percents-fonds zouden vormen, hetwelk in 65 jaar moest afgelost zijn. Een amortisatiekas onder Europeesche commissarissen werd als garantie voorgesteld. Het Hof van Beroep te Alexandrië verzette zich en veroordeelde de Daira tot betaling en bracht het paleis van den Khedive te Ramleh onder sequester. Een Fransch-Engelsche commissie achtte afstand aan den Staat noodig van den grond, door den Khedive bezeten, en intrekking zijner bevoegdheid om belastingen te heffen. De Khedive nam in het kabinet van Nubar-Pascha (1878) Wilson op voor geldmiddelen en De Blignières voor openbare werken. 1 Januari 1879 sloegen de soldaten te Caïro aan het muiten. Nubar-Pascha werd vervangen door prins Tewfik. 7 April zond de Khedive aan de Consuls der mogendheden een concept-regeling der financiën, waarbij de buitenlandsche ministers ontslagen werden. Wilson en De Blignières weigerden af te treden... Ismael-Pascha werd verplicht Egypte te verlaten... Tewfik-Pascha volgde hem op. De Blignières en de Engelschman Baring kregen het recht den ministerraad bij te wonen. Aan het hoofd der nationale partij stond Arabi-Bey. Deze verwekte den 9n September 1881 een oproer (Egypte aan de Egyptenaren). De Sultan zond een commissie. Engeland en Frankrijk lieten twee pantserschepen voor Alexandrië postvatten om de Turksche | ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 7]
| ||||||||||||||||||||||||||
interventie te voorkomen. Den 26n October werd Arabi als onderstaatssecretaris in het ministerie van oorlog opgenomen. Vooral de Fransche minister Gambetta trachtte op Egypte invloed te oefenen. 21 Januari 1882 viel hij en zijn opvolger Freycinet volgde een andere staatkunde. Niet minder dan 1300 Europeesche beambten stonden op dit oogenblik in dienst der Egyptische regeering. Den 22n Februari werd Arabi minister van oorlog. Den 20n Mei verscheen weer een Engelsch-Fransch eskader voor Alexandrië. Den 25n Mei eischten Engeland en Frankrijk afzetting van het nationalistische ministerie. Intusschen had een Europeaan een Arabier gedood te Alexandrië. De bevolking koos partij voor den laatste. Vele Europeanen werden vermoord (11 Juni), de Engelsche consul werd zwaar verwond. Den 12n Juli begon het bombardement van Alexandrië door de Engelschen, omdat Arabi op de eischen van den bevelhebber niet geantwoord had. De stad werd in brand gestoken. Arabi trok in de richting van Caïro af. De Engelsche marinetroepen landden... De schansen van Tel-el-Kebir werden door Wolseley genomen. Moekir, Damiette, Caïro gaven zich over. De nationale held ging in ballingschap naar Ceylon. Het Suez-kanaal werd een Engelsch kanaal. Port-Saïd en de Roode Zee zouden de brandpunten zijn van het handelsverkeer tusschen Europa en Indië. Van dan af bevond Egypte, waar alles tot 1882 Fransch was, zelfs de scholen, zich onder protectoraat van Engeland. Frankrijk protesteerde gedurende 20 jaar. Eens trad het handelend op: een expeditie, uit Congo gekomen, bezette Fachoda op den Boven-Nijl (Juli 1898). Maar Engeland dreigde met oorlog en Frankrijk week terug; Fachoda werd ontruimd. Het laatste land bekwam vrijheid van actie in Marokko en beloofde nooit meer de terugtrekking der Britten uit Egypte te zullen eischen: 1904. Tijdens de Egyptische crisis waren de volkeren van den Boven-Nijl tegen de heerschappij van den Khedive opgestaan, geleid door den Madhi-profeet. Deze nam Khartoum (1885) en gedurende 10 jaar bleven de Madhisten meester van Oost-Soudan. Een Engelsche expeditie, lang voorbereid, vernietigde hen (1898) en herstelde tot aan de bronnen van den Nijl de nominale dominatie van de Egyptenaars, in feite die van de Britten. | ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 8]
| ||||||||||||||||||||||||||
Den 17n December 1914 wordt Egypte, Britsch protectoraat verklaard, onttrokken aan de opperleenheerlijkheid van Turkije. Khedive Abbas Hilmi wordt afgezet en vervangen door Hussein Kamel, zoon van Khedive Ismael. Deze neemt den titel van Sultan. Na zijn dood, den 9n October 1917, volgt zijn broeder Ahmed Fuad, vierde zoon van Ismael, hem op. Zagloul is nu (1924) cabinetshoofd van koning Fuad van Egypte. De Engelsche troepen staan niet meer aan de karakols, noch aan de poorten van de Citadel. Egypte is ontwaakt... Plots echter snelt een krijgsauto voorbij, bezet met sterkgewapende officieren van den Engelschen staf... Bij den Nijl bevindt zich nog steeds de Britsche residentie met zijn breede zetels, het monogram dragend van Joris V, Imperator Rex... De Engelschen houden het kanaal en de oevers stevig en beletten zoo de werkelijke onafhankelijkheid van Egypte. De terugkeer van Zagloul-Pascha laat de realiteit van de Engelsche bezetting voortduren. De bevolking blijft ontwapend. Sedert 1882 (slag bij Tel-el-Kebir) is het Egyptische leger herleid tot zijn eenvoudigste uitdrukkingGa naar voetnoot(1). Engeland bezit alle havens, controleert het talstelsel. Het is meester van de bronnen van den Nijl... Een Engelsch generaal vertelde: ‘Misschien geven wij eens Londen op, Caïro nooit.’ Zagloul houdt de teugels van het binnenlandsch bewind; niettegenstaande het realisme van hun politiek zijn de Britten verplicht eenige concessies aan de Wilsoniaansche principes te doen; zoo vervormden zij het khediviaat in koninkrijk; maar de tegenwoordige Egyptische onafhankelijkheid beteekent slechts administratieve vrijheid. Zagloul wordt oud, versleten door gevangeniszitting, een minder gevaarlijk idool in volle licht dan in de schaduw van de kerkers van Malta. | ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 9]
| ||||||||||||||||||||||||||
Copten en Musulmannen hebben zich verbonden in den strijd tegen de Engelschen; zijn nationalistenGa naar voetnoot(1). Toch zou de Islam de overwinning behalen, moest ooit het nationalisme een volledige zegepraal verwerven en zouden alle Westerlingen de zee in gesmeten worden, zoodat geen Europeesche mogendheid belang kan hebben in de eliminatie van Engeland... Den 2n November 1917 zond Balfour, minister van buitenlandsche zaken, in naam van het Britsch gouvernement, deze verklaring aan Lord Rothschild: ‘Het gouvernement Zijner Majesteit ziet met een gunstig oog het oprichten in Palestina aan van een nationalen haard voor het Joodsche volk en zal met al zijn krachten aan de uitvoering van dit project helpen; het is duidelijk verstaan, dat niets zal gedaan worden, dat inbreuk zou kunnen maken op de burgerlijke en godsdienstige rechten der niet-Joodsche gemeenschappen, die in Palestina bestaan, noch op de rechten en den politieken stand die de Joden in welk ander land ook genieten.’ Den 2n December 1917 had een groote meeting plaats in het Opera-House te Londen, als dank voor deze verklaring; den In Juli 1920 een vergadering in de Albert-Hall, ten gevolge van de beslissing van de Britsche regeering, te San-Remo genomen, om de Balfour-verklaring op te nemen in het vredesverdrag met Turkije. Op deze vergaderingen, waar allerlei vooraanstaande personen der Zionistische beweging spraken, werd niets gezegd over godsdienst; alles droeg een nationaal karakter... De algemeene werking gaat uit van het ‘Fonds voor den heropbouw van Palestina’. De grootste ondersteuning komt uit de Angel-Saksische landen. 45.000 Joden trokken reeds naar het nieuwe land (de Galoutzims-pioniers). Wegen worden gebaand (Kaiffa-Djedda; Afuleh-Nazareth; Tiberia-Semakh; Roch-Pinah-Tabcha), spoorwegen aangelegd; bruggen gebouwd; huizen opgericht; moerassen drooggelegd; kooperatieven | ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 10]
| ||||||||||||||||||||||||||
gesticht; musea, bibliotheken, scholen, gasthuizen tot stand gebracht. De High Commissioner van Palestina, Sir Herbert Samuel (een Jood), heeft met ingenieur Rutenberg een verdrag gesloten, waarin het plan besloten ligt om het land van electriciteit te voorzien. De wateren van de Jordaan en de Jarmuk zullen als drijfkracht dienen. Men rekent op een energie van 100.000.000 Kilowatt-uur per jaar. De inrichting der Apja-vallei, die licht geeft voor Jaffa en Tel Aviv, is reeds in werking. De Joden nemen de beste plaatsen vóór Christenen en Arabieren. Maar... de administratie van Palestina is in geest en in feite Engelsch. Daar deze situatie hun hoop op de politieke souvereiniteit niet verwezenlijkte, stichtten de Joden, onder de autoriteit van een Zionistische Uitvoerende Kommissie, een eigen Regeering of beter een Joodsche Gemeente. De Joden uit Palestina vormen dus een Staat in den Staat, met zijn hoofden, een Parlement, ministeriën (opvoeding, immigratie, handel). Men moest er aan denken deze Joden een internationaal wettelijk statuut te geven. Palestina, onderworpen aan het Britsch mandaat, bestaat niet als natie. De Engelschen vonden dan het ‘Palestinian Provisorial Citizenship’ uit, De Joden zijn voorzien van een papier, waarvan de voorzijde in 't Engelsch bedrukt is, de rugzijde in 't Hebreeuwsch; het opschrift luidt: ‘Palestinian Provisorial Citizenship’; dan volgt het signalement van den drager en vervolgens leest men: Nationality Renounced... De pro-Joodsche politiek van de Engelsche regeering heeft niet alleen de Christelijke minderheden onbevredigd gelaten en de Arabieren wanhopig gemaakt, maar ook de Joden niet voldaan... Sedert de verwoesting van den Tempel is Palestina niet meer Joodsch. Musulmannen en Christenen vormen de sterke bestanddeelen van de bevolking. Palestina is door de Jordaan en de Doode Zee gescheiden van Transjordanië, dat in betrekking staat met Irak en Hedjaz. Daar schuilt de bedreiging. De autoriteit van de Engelschen is er zwak. Zij hebben van Transjordanië een koninkrijk gemaakt onder Emir Abdallah, zoon van Emir Hussein, koning van den Hedjaz. Te Amman, de hoofdstad, zijn er geen Engelschen buiten den Hoog-Commissaris, Principal British Representative, een kolonel en een zeer klein aantal | ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 11]
| ||||||||||||||||||||||||||
manschappen. Engeland houdt slechts toezicht op de algmeene politiek en de inrichting van het leger; maar dit leger en al de diensten zijn in de handen van Arabieren, benoemd door den Emir. Het tolaccoord tusschen Syrië en Transjordanië werd gesloten zonder officieele consultatie van de Engelsche overheid. De Arabieren zijn hier goed gewapend. Zij komen te Jeruzalem manifesteeren tegen de Joden. Dezen slaan een begeerig oog op Transjordanië, een land, dat oneindig rijker is dan Judea en Galilea. Zonder twijfel zou de behendigheid van het Colonial Office van Londen de politieke pretenties van het Zionisme reeds hebben uitgeschakeld, zonder de tegenwerking van het Foreign Office, dat meer aandacht schenkt aan de Joden van Fleet Street dan aan de Bedouïnen uit de woestijn. Koning Hussein van den Hedjaz weigert het voorgestelde tractaat van vriendschap met Groot-Brittanië te onderteekenen, omdat in dit ontwerp rekening wordt gehouden met de Balfour-belofte, waarbij Palestina bepaalde voorrechten kreeg en een Zionistische Staat Palestina mogelijk werd gemaakt. Hussein houdt vast aan de hem tijdens den oorlog gedane belofte betreffende de algeheele eenheid en onafhankelijkheid der Arabische volken en meent, dat in het kader dier toezeggingen voor een Zionistisch Palestina geen plaats is. (Bericht uit Londen, 11 Aug. 1924.) Het te Mekka gehouden Mohammedaansch Congres heeft geprotesteerd tegen de Zionistische politiek der Engelsche regeering. (19 Aug. 1924.)
Na den wereldkrijg vond men het systeem der mandaten uit. Men beweerde, dat de bevolkingen, begrepen tusschen het Taurusgebergte ten Noorden, en de Roode Zee en de Perzische golf ten Zuiden, hun onafhankelijkheid eischten, maar dat zij onmondig waren, zonder politieke opvoeding. Engeland zou aan Palestina, Transjordanië en Zuid-Mesopotamië, Frankrijk aan Syrië en Noord-Mesopotamië de noodige vorming geven. (De vrijheid van den weg naar Indië is een levenskwestie voor Engeland.) In Palestina was het uit met den Franschen invloed, als generaal Allenby te voet Jeruzalem binnentrad door de Jaffapoort... Daarop werd te Parijs de ‘Association des Amis de la | ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 12]
| ||||||||||||||||||||||||||
Palestine’ gesticht, ten einde de Fransche rechten te zien handhaven... Te Jaffa, de bekende havenstad van Palestina, werd door een maatschappij, door Fransche Joden gesticht, een groote meelfabriek gekocht. Deze onderneming beschikt over een bedrijfskapitaal van vijf millioen frank en draagt den naam van ‘Moulins d'Orient’. (De dagbladen: 12 Aug. 1924.)
Den 24n Juli 1922 bekwam Frankrijk het mandaat over Syrië. (Sedert 1919 bevond het er zich.) De Volkerenbond schenkt het dit alleenlijk tot 29 September 1926. Dan zullen de vertegenwoordigers van dit opperste lichaam verder beslissen. Wie zou er eventueel na Frankrijk heerschen? Of wel rukken de Turken op naar Syrië en den Libanon, of Engeland vervangt zijn bondgenoot, of de Syriërs worden onafhankelijk. Deze laatste hypothesis is onwaarschijnlijk, omdat er geen Syrisch leger gevormd is. Dit land begrijpt drie aardrijkskundig onderscheidbare deelen: 1o de strook, die ten Westen begrensd wordt door de zee, ten Zuiden door de Palestijnsch-Syrische grens, ter hoogte van het Tiberiasmeer, ten Noorden door de Turksch-Syrische grens, ten Oosten door de vallei van het Tiberiasmeer, de Jordaan en de Orontes (Axius-El-Aasi). Deze streek is bergachtig en arm; toch wordt er handel gedreven. De tweede strook, paralleel met de eerste, bevat Hauran (vroeger Auran), de gewesten van Damas en van Aleppo met hun rijke en schoone vlakten. De derde strekt zich uit van de woestijn tot aan den Eufraat. Hoe heeft nu de politiek de verdeeling gemaakt? In vier gebieden: 1o de Libanonstreek met Beyrouth en Tripoli (dit, om voldoening te schenken aan de Christenen en ze van de Arabieren te scheiden; 2o die van de Alouieten met Latakiek tot hoofdplaats; 3o de Damasprovincie; 4o het Aleppo-gewest (met Alexandrette). De Hoog-Commissaris bezit de opperste macht; ieder provincie wordt geregeerd uit zijn naam door een gouverneur. In den Libanon bestaat een consultatieve Raad met volksvertegenwoordigers en een voorzitter. In de Syrische confederatie een identische Raad, waarvan de voorzitter heet; Voorzitter van de Syrische Confederatie. Er is alzoo een autonomie-kern. In werkelijkheid dirigeeren de Fransche goeverneurs de diensten... | ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 13]
| ||||||||||||||||||||||||||
Het systeem biedt vele fouten. De Libanon met zijn Christene bevolking wordt tegenover de Arabische groepeering gesteld. De Christenen hebben den indruk, dat Frankrijk de Musulmannen bevoordeeligt, en te Damas en te Aleppo misprijst men de Franschen, omdat men meent, dat zij de separatistische neigingen van de Libanon-bevolking aanmoedigen. De schijnbare eerbied tegenover de locale godsdiensten wordt als een zwakheid beschouwd. Frankrijk wil de Syrische nationaliteit wekken en... tracht van in het begin haar eenheid te breken. Het steunt nu eens op den een, dan op den ander. In den Libanon gaf men een constitutie; generaal Gouraud onderscheidde zich van zijn kant door zijn Musulmansche politiek. Wanneer hij zich, weinige dagen na zijn aankomst, naar de Moskee begaf, om twee zilveren kandelaars te offeren en zijn liefde voor den Islam te uiten, had dit gebaar tweeërlei uitslag: het gemeene volk zegde 's avonds: ‘Gouraud wordt Musulman’; de hoogere klas dacht: ‘Opdat een Christen zoo spreekt, moet hij schrik hebben.’ Men kan den Islam slechts beminnen door zich Musulman te maken. Maar de toegevende sympathie van de Franschen, gegrond op esthetiek of politiek, schijnt den Islamiet een beleedigende ironie of een vreesvolle valschheid. Een Musulman kent geen eclectisme. Hij onderwerpt zich aan de macht der Christenen, als zij onweerstaanbaar is; hij verdraagt ze, indien zij beschermend optreedt; hij misprijst haar, indien zij behendig wil zijn. In het Oosten is diplomatie een fout; een Oosterling is altijd sluwer dan een Christen. Er hoeft ginder alzoo een autoriteit, die regeert met krachtdadigheid. Djemal Pascha, die vele Syriërs hangen liet, maar heerlijke lanen te Damas en te Beyrouth aanlegde, werd bewonderd, zelfs door de Christenen. Nergens ziet men eenig resultaat van de Fransche bezetting. De spoorwegdienst vooral is meer dan defectueus. Tusschen Beyrouth en Damas neemt niemand den trein. De transporten worden verricht door Syrische auto's. Van Kantara naar Jeruzalem (Engelsche zone) rijden sneltreinen met luxuswagens. Van Samak naar Damas en van Damas naar Aleppo zijn ze van een ontzettende traagheid. Niets zou nochtans de Arabieren en de Syriërs meer getroffen hebben dan eenige moderne treinen. De wegenis is insgelijks niet onderhouden. Beyrouth heeft ongelooflijk vuile straten. De laan, door Djemal Pacha begonnen, | ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 14]
| ||||||||||||||||||||||||||
wordt niet voleind. De stad schijnt nog steeds in de handen der Turken. De bevolking heeft geen hoogen dunk van Fransch initiatief. De Oosterling kan enkel gewonnen worden door de uiterlijke vormen van de moderne materieele beschaving, door orde, pracht, onberispelijkheid, mechanische uitvindingen, constructies. Frankrijk is nalatig (de Syrische bankbriefjes, door Frankrijk uitgegeven, worden te Londen gedrukt). De politiek heeft alles bedorven. Er is geen middelbaar onderwijs, geen faculteit, geen landbouwonderricht, geen technische school; de bibliotheken zijn in een lamentabelen toestand. De Fransche pers is er zeer middelmatig. Frankrijk heeft in Syrië aan politiek gedaan, maar niet geregeerd. Kredieten verspilt men, met geld wil men zielen winnen... Sedert Gouraud door Weygand vervangen werd, schijnt er nochtans iets of wat zwenking te zijn ingetreden.
In Mesopotamië, of beter in Irak, regeert koning Faïçal. Dit land vormt de brug naar Indië. In negen dagen bereikt men, van Parijs uit, Bagdad... Beyrouth, de oude Phenicische stad, is de haven van Irak geworden. De Engelschen legden tijdens den wereldkrijg een spoorweglijn aan van Bassorah naar Bagdad, daarna van Bagdad naar Kergach; zij houdt op 250 Km. voor Mossoul, afstand, dien men per auto aflegt. In 1916 sloten Engeland en Frankrijk een overeenkomst, waarbij Zuid-Mesopotamië onder het toezicht van het eerste rijk kwam, het Noorden onder dit van het tweede. Engeland werd meester van de Chatt-El-Arab en van de bronnen van de Anglo-Persian Oil Company. Bij het sluiten van den vrede stond Frankrijk de streek van Mossoul af. Zoo werd de weg naar Perzië voor dit land afgesneden, het front van Eufraat en Tigris opgeheven. Engeland nu heeft Irak in het Arabische Hussein-systeem ingeschakeld. Hussein, vader, Groot Sherif van Mekka, afstammeling van Mahomet, is koning van den Hedjaz; Faïçal, koning van Mesopotamië; Abdallah, emir van Transjordanië. Abdallah is een Hoogheid, Faïçal een Majesteit. Deze wordt heftig bekampt door den almachtigen Ibn Scoud, hoofd der Wahabieten. Hij overviel dezer dagen de dorpen van den stam der Beni Sakr. Naderhand werden de Wahabieten door bommen uit | ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 15]
| ||||||||||||||||||||||||||
Engelsche vliegtuigen bestookt en verloren ze tijdens hun aftocht meer dan 1000 man aan dooden... Het parlement van Faïçal zal het Engelsch protectoraat aanvragen in vervanging van het mandaat. Een poging om Hindous in Irak in te voeren stuitte op de vijandelijke houding van de bevolking terug. De Turksch-Engelsche grens steunt in het Oosten op het Kurdistansche hoogland. Daar huist een wild volk, dat door de Turken nooit overmeesterd werd. Cheik Mahmoud is zijn leider, die wel verschanst zit in zijn hoofdstad Suleïmanié, wars van allen Engelschen invloed. Nu en dan bombardeeren de Britsche vliegers deze plaats... Ook de Turken dreigen steeds. Te Lausanne eischten zij Mossoul. Lord Curzon weigerde... De Kemalisten gaven toen toe... Franklin-Bouillon, uit naam van Frankrijk, teekende het accoord van Angora, den 20n October 1921, waardoor Cilicië aan Turkije kwam. Deze capitulatie wekt te recht aller verbazing. (Een Fransche groep bekwam mijnconcessies...) In Klein-Azië worden de Christenen door de Turken van Moustapha Kemal onuitsprekelijk diep gehaat. Armeniërs en Grieken moordt men uit. Te Mersina, Adalia en Smyrna zijn alle Christenen verdwenen. Al de Grieksche dorpen werden geheel verbrand en de bevolking gedood. Te Smyrna was het één bloedbad. De geallieerde kanonnen zwegen. Geen Europeaan mag nog ontschepen. De Fransche scholen zijn gesloten; de Fransche opschriften verwijderd; de Fransche banken verlaten... Uit een brief van Chrysostomos, metropoliet van Ephese (26 Nov. 1922): ‘Les Turcs massacrèrent les habitants chrétiens, Grecs et Arméniens, les dépouillèrent de leurs effets, pillèrent les magasins et descendirent vers le centre, en épargnant seulement les quartiers musulmans. On crevait les yeux des prêtres orthodoxes, on leur arrachait les cheveux, la barbe et les moustaches, on leur appliquait, à l'aide de pointes, des fers à cheval sous la plante des pieds! Les Turcs ne respectèrent rien; les pavillons étrangers furent déchirés; des civils, Français et Italiens, furent molestés et tués... L'incendie ravagea les maisons et édifices... Sur les quais, la foule fut arrêtée par les soldats | ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 16]
| ||||||||||||||||||||||||||
kémalistes qui arrachèrent les jeunes filles et les femmes pour les déshonorer, et finalement les tuer... Ils brûlèrent les gens à l'aide de pétrole et d'essence qu'ils projetaient sur eux et sur leurs bagages... Le sort des chrétiens, après l'incendie, fut horrible, attendu que Kémal, pour les exterminer totalement, leur donna un délai, à l'expiration duquel ils devaient tous quitter le sol ottoman. Les hommes ne purent pas partir, et furent envoyés à l'intérieur (150.000): une partie fut massacrée sans motifs, bon nombre moururent à la suite de mauvais traitements; on leur avait enlevé les souliers, les habits et le peu d'argent qui leur restait. Quant aux femmes, avec leurs enfants, elles partirent également sans argent, ni effets; et souvent après avoir été déshonorées. Le chiffre de ces épaves humaines s'élève à des centaines de milliers.’ Te Konstantinopel hebben de Bondgenooten de Kemalistische regeering zich laten instellen (1923) en 416.000 niet-Musulmannen verjagen. Ook daar sloot men de Fransche instituten. De Islam neemt wraak! Vielen daarvoor de soldaten van de Dardanellen, gedeeltelijk in zee geworpen, deels begraven op de hoogten van Seddhul Bahr? Om de Ottomaansche schuld bekommert Kemal zich schijnbaar niet verder meer (65 0/0 is in Fransche handen). Frankrijk geloofde te lang in den braven Turk; het heeft te zeer tegenover hem een romantische houding aangenomen. Het parlement van Angora stelde aldus de grondwet samen: Art. 1. Het regime van Turkije is een leeken-republiek, enz. Art. 11. De Islam is de Staatsgodsdienst... Die artikels spreken elkaar niet tegen voor den Musulman. Zij beduiden, dat geen Europeesche godsdienst voortaan het recht zal hebben zich in Turkije in te stellen. In alle administraties worden nog enkel Musulmannen geduld. Frankrijk treft men vooral. Men sluit het uit, men isoleert het... De ontvoering van den Sultan-Khalief was insgelijks een zuiver politieke Kemalistische operatie. Het Christendom ziet ieder niet-Christen als een verdwaalden broeder aan; de Islam ieder Ongeloovige als een vijand. Sedert eeuwen leed de Islam de nederlaag; nu wordt hij weer een moreele en een materieele macht en zijn aanhangers zien de Westerlingen met vrees bevangen. De overwinning van Moustapha Kemal op Griekenland en ook op Engeland, gevolgd door een volledige abdicatie van de Europeesche mogendheden | ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 17]
| ||||||||||||||||||||||||||
voor de jonge kracht van het Musulmansche Azië, werd voor den Islam een symbool van ontwaking. Voor de eerste maal sedert de 17e eeuw, wanneer de Turken voor Weenen werden weggeslagen, trekt de Islam niet terug. De standaard van den profeet wappert triomfantelijk. Zijn volgelingen van den Eufraat en van den Bosphorus treden in verbinding. Tusschen Arabieren en Turken heerscht geen haat. (De Engelschgezinde Hussein heeft geen bijval.) De chronische Fransch-Engelsche oneenigheid voedt hun hoop. In Syrië voeren de Britten een anti-Fransche propaganda tusschen de Arabieren... Tegenover de Turken heeft Frankrijk reusachtige fouten begaan. Het wilde de verraderlijke Grieken gestraft, de Engelsche militairen vernederd zien, na zoovele diplomatische teleurstellingen, hopende samen met Turkije de Oostersche zaak te regelen. Men meende de traditie te volgen; men vergat, dat de vriendschap met de Turken steeds tot basis had: bescherming van de Christenen en demonstratie van krijgsmacht. Nooit bestond er een verbond op voet van gelijkheid. Deze realistische politiek vervangen door een sentimenteele overeenkomst was dwaas. Ook het Bolchevisme speelt zijn rol. Den Musulman verschijnt het als de wraak van Azië op Europa... Te Mersina tennissen de afgevaardigden van Moscou... Turkije is den Franschen niet dankbaar geweest om hun hulp op militair gebied tegenover Griekenland (en Engeland). Nu zien onze Zuiderburen de noodzakelijkheid in van een entente met Groot-Brittanië, met het oog op het Morgenland en komt bij hen de wensch op, het verdrag van Lausanne niet te ratificeeren. De desillusie is te volledig. Men herinnert zich nu de woorden, door Moustapha Kemal te Adana uitgesproken, bij het ontvangen van een afvaardiging Musulmannen uit Aleppo en Antiochië, steden onder Fransch mandaat: ‘Een vijf-eeuwen-oude Turksche haard mag niet onder vreemde voogdij blijven.’ Sedert dien houdt de Turksche pers niet op de ‘tyrannie’ in Syrië aan te vallen en de ontruiming te eischen. Het Roomsch-Katholicisme draagt insgelijks zijn verantwoordelijkheid. In zijn eeuwenlangen strijd tegen de schismatieke orthodoxie in de protestantsche missies (in meerderheid Angel-Saksisch) in het Oosten, begroette het met vreugde de | ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 18]
| ||||||||||||||||||||||||||
Grieksche nederlaag en geloofde in het succes van de politiek van Franklin-Bouillon, die aan de katholieke instellingen het bestaans- en het invloedsmonopolium moest voorbehouden. Rome triomfeerde eindelijk over het orthodoxe Byzantium. Hier ook was de ontwaking wreed...
Een zandstorm onttrekt soms de pyramide van Cheops aan het oog; maar zooals de pyramide weer verschijnt in al haar majesteit na het onweer, zoo zal het wezen met de Waarheid.
Augustus 1924. JOZEF PEETERS. | ||||||||||||||||||||||||||
Bibliographie:
|
|