De Vlaamsche Gids. Jaargang 9

[p. 255]

Liedje.

De lampe zingt een gouden liedje
en kijkt al zingend in mijn oog.
Ik droom een vroeger liefdeliedje,
waarvan 't geluk voorbije toog:

Het waren rijke zonnedagen
en blauwe lichten in den nacht,
de grootheid uit de oude sagen
en stille vreugden lang herdacht.

Het klinkt zoo ver, zoo ver, zoo verre,
een naam waarvan het vreemde woord
zoo bleek is als de wintersterren
en toch zoo innig mij bekoort.

Het leven gaat door droeve droomen
de wegen van mijn eenzaam bloed.
Wat zal er in de stilte komen,
dat weer mijn harte huivren doet?

De lampe spint een treurig liedje,
belicht den weemoed in mijn oog.
Ik zing een vroeger liefdeliedje,
waarvan 't geluk voorbije vloog.

A.W. Grauls.