De Vino Caser, of de Amsterdamse pakhuis-vreugt waar in de nieuwste en hedendaagse liederen gevonden worden
(1783)–Anoniem Vino Caser, of de Amsterdamse pakhuis-vreugt waar in de nieuwste en hedendaagse liederen gevonden worden, De– Auteursrechtvrij
[pagina 80]
| |
Op een aerdige Wys.1.
DE schoonheyd van myn ziels vriendin,
De glans van myn Nanette;
Doet myn hert van Liefde blaken:
Daer ik eeuwig na moet haken,
Na het voorwerp van myn min…bis.
2.
Haer heldere stem haer lieffelyk sier,
Haer stralende Oogjes in schitterend vier:
Haer Oogjes stort in myn teder hert,
Een onuitspreekbaer droeve smert;
Alle dagen Uur op Uur…bis.
3.
Myn ziel verteert in hare gloed,
Als ik haer hand mag raken:
Wilt myn smerte niet vermeeren,
In haer boesem niet verteeren,
ô Dat doet myn Ziel soo goed….bis.
4.
ô Flonkerster die my doorwond,
Houd op van meer te blaken:
Wilt myn smerte niet vermeeren,
| |
[pagina 81]
| |
In uw boesem niet verteren;
Maer bemind myn weer so goed…bis.
5.
Ach waerde wat een droef geluyt,
Hoor ik nu tot myn komen?
Moet ik dan van droefheyt sterven?
Kan ik dan geen Troost verwerven?
Van een die ik teer bemin…bis.
6.
Wat hoor ik daer voor lieflykheyt?
Wie komt myn Ziel soo storen?
Is 't Nanette na 't verklaren?
Of den Echo myn vervaren?
Roept nog eens ik ben te vree…bis.
7.
Wel aen daer is myn hert en hand,
Wilt uw met myn verbinden;
Laet ons in den Echt vergaren,
En ons Ziel te samen paren;
Ons twee Herten zynen een…bis.
8.
Wilt nu dan op Trompetten blasen,
Op dit heerlyk Huwelyks-Feest:
Van een Maegd van Vyftien jaren,
Die nu op dit Feest sal Paren,
Ia met Lubee haren vriend…bis
9.
Kom Herders flegt een Bloemen-krans,
Van Mirthen en Lauwrieren:
Wiltse op 't hoofd gaen setten,
Van die schoone Bruyd Nanette;
En op Lubee haren vriend…bis.
|
|