De Vino Caser, of de Amsterdamse pakhuis-vreugt waar in de nieuwste en hedendaagse liederen gevonden worden
(1783)–Anoniem Vino Caser, of de Amsterdamse pakhuis-vreugt waar in de nieuwste en hedendaagse liederen gevonden worden, De– Auteursrechtvrij
[pagina 12]
| |
Stem: Ik ben in de tyd van negen dagen.1.
IK seg Mameer en gy moet weten,
De Mode die heeft my bescheten;
O my! den Buik wort my so dik!
Ik seg 't zyn Venus minne plagen,
Een a la Mode Kind te dragen,
Wie isser meer bedroeft als ik?
2.
Zeg Dogter wie heeft u bedrogen?
Mameer de Fielt heeft soo gelogen;
Die my gebragt heeft tot den val:
Hy kwam wat hoger als myn knietje,
En zey myn sou geen leed geschietje,
Mameer en ik Geloofdent al.
3.
Wel Dogter konje doe niet schreeuwen,
Mameer de Fielt dee my soo geeuwen,
Dat my den Aessem was belet:
Kost gy niet Krabben met u handen?
En Byten hem met uwe Tanden?
Of geven hem de aers souflet?
| |
[pagina 13]
| |
4.
Mameer heeft het my niet spyten,
Maer dat gy my dit gaet verwyten,
Ik zeg de Mode heeft de schuld:
Gy liet met a la mode kleren,
My langs de straten gaen braveren,
Mameer nu moet gy zyn geduld.
5.
Wel Dogter komt dit van de mode?
Soo wou ik datse was verbode,
En voorts gebannen uyt het Land:
Komt dat van knikken en van nygen,
Wie zou daer niet een schrik voor krygen?
Hoe brengt gy U en my in schand.
6.
Mameer nu laet u klagten varen,
'k Heb myn Naers gebrand met Blaren,
En moet daer zelver zitten op:
Myn mooye a la mode kleren,
Die zyn nu maer verrotte Peeren,
De mode geef ik heel de schop.
|
|