De Vino Caser, of de Amsterdamse pakhuis-vreugt waar in de nieuwste en hedendaagse liederen gevonden worden(1783)–Anoniem Vino Caser, of de Amsterdamse pakhuis-vreugt waar in de nieuwste en hedendaagse liederen gevonden worden, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 8] [p. 8] Zamenspraak, Tusschen een die Deugd bemind, En een die Werelds is gesind. Op een aerdige Wys. 1. WIe gaet hier soo verheugt, Wie leid 'er aen gelegen? Ik soek het Pad der Deugt; Gy wandelt slegte wegen: Wel waer uit weet gy dat? Ik hoor 't aen u Gesang, Als ik niet Singen mag? Valt my de Reis te lang. 2. Waer heen leid dan u Reis? Daer gy eens hoopt te komen? Soekt gy het Pad der Deugt, [pagina 9] [p. 9] Dat is alleen voor Vromen? Ik ben soo Vroom als gy, U daden wijsen het uit; Ik doe gelijk ik Sing, Veins niet, gelijk een Guit. 3. Rampzalig als gy bent; Is uit U naem te lesen, De straf op U gelegt, Die doen mijn Leden beven: Waerom voor mijn gesorgt? Door 't meedlijdent Gemoed. 't Is afgunst Huigelaer, Dat U dit zeggen doet. 4. Ben ik soo slegt vermaert? Is dit uit my te lesen? Niets is voor my op Aerd, Benydens waerd te wesen. Ik slyt gerust mijn tijd: Ik drink Bachus druive nat, Ik streel een Jonge Meid, Tot ik die Vreugt ben zat. 5. Weg Dronkaert als gy bent, Quaetspreker, 't is geloogen, De Wijn die gy bekent, Heeft op U veel vermoogen, Ja tot verheugenis toe, Helaes wat droef bescheid! Ik Drink in het openbaer, Gy Suipt in stilligheid. Vorige Volgende