Vestdijkkroniek. Jaargang 2010
(2010)– [tijdschrift] Vestdijkkroniek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Simon Vestdijk en Henriëtte van Eyk. Foto genomen voor het Rijksmuseum in Amsterdam, dat een centrale rol speelt in de roman Avontuur met Titia van beide auteurs. (Vestdijkbeeldbank)
| |
[pagina 3]
| |
[pagina 4]
| |
Zoals eerder gezegd zijn van Henriëtte van Eyk uit 1948 geen brieven bekend. Vestdijk tikte of schreef zijn brieven op briefpapier van Centaur, Revue Internationale des arts et des sciences, waarvan hij mederedacteur was. Vestdijk houdt Henriëtte nauwkeurig op de hoogte van de ontstaansgeschiedenis van De kellner en de levenden en werkt in dezelfde tijd met haar aan de brievenroman Avontuur met Titia. Een chaotische verhuizing, na een juridische strijd met een huiseigenaar, heeft geen aanwijsbare negatieve invloed op zijn schrijven. | |
(Vestdijk aan Van Eyk. Doorn, 28 mei 1948)LIEVE MEVROUWTJE VAN EYK, Ziehier het kereltje weer in zijn rustiek stulpje in het verre Doorn, bezig veel liefs te schrijven en allereerst te vertellen hoe het met zijn maag is gegaan sinds de uren der verteedering. Nu, gisteren had ik nog wel wat last, maar nu gaat het weer. Nooit meer Chineezeneten! Donderdagnacht had ik nog een angstdroom over mijn moeder. Het mensch kwam met verwijten op mij af en maakte het zoo onaangenaam, dat ik haar een slag in het gezicht gaf. Ongelukkigerwijs gaf ik die slag ook écht, want ik raakte de muur en werd wakker met een gevoel in mijn knokkels alsof het bloed ervan afdroop. Aangezien A.Ga naar voetnoot1 veel aanvaardbaarder is, heb ik nog maar niet over jouw vredesoffensief gesproken. Dat kan beter bewaard blijven voor moeilijker tijden. Zij gaat n.l. op 26 Juli tien dagen naar Londen met Fré DomisseGa naar voetnoot2 en is daarover nogal in de wolken. Ik ben dan weer heer des huizes en dierenverzorger, en wij kunnen dan best eens een afspraak maken hier in de buurt. Niet in Doorn zelf, zou ik zeggen, en ik moet natuurlijk weer op een voor de dieren aanvaardbaar uur terug zijn. Enfin, voor die tijd zien we elkaar nog twee maal. Ik ben er helaas niet in geslaagd om de volgende keer de dagen te verzetten. Op den duur kan ik natuurlijk wel iets later in de week komen. Dezer dagen begin ik dus aan de roman, en ik stel me nu maar voor, dat reeds de eerste pagina's over het welslagen ervan zullen beslissen, dus dan weet ik het gauw genoeg!Ga naar voetnoot3 Nu, mijn beestje, ik scheid er weer eens mee uit, dan breng ik morgenochtend dit briefje op de post. Houd je vooral goed, zet je beste beentje voor bij het schrijven van je eerste museumbrief, en denk eens een beetje aan me, wil je? Met een ontelbaar aantal uitgelezen kusjes, van je Simon | |
(Vestdijk aan Van Eyk. Doorn, 6 juni 1948)LIEF POEZELIJNTJE, Ziezoo, de teerling is geworpen, het proces is verloren.Ga naar voetnoot4 Wij krijgen nu, van de dag af dat het vonnis ‘beteekend’ wordt, nog uiterlijk 180 dagen, waarin het gemeentebestuur een termijn moet aanwijzen; misschien dat er dan zelfs nog verlenging mogelijk is, dat wist de advocaat nog niet precies. Hij had het vonnis nog niet gelezen en zou nader berichten. Zelfs bestaat de mogelijkheid, dat Klein de proceskosten betalen moet. Enfin, hoofdzaak is nu maar het uit te zingen, zoodat er niet tweemaal verhuisd hoeft te worden.Ga naar voetnoot5 En deze zomer zit ik nog hier. Ik ben nu eindelijk maar aan de opstandingsroman begonnen, na lange aarzeling en gebeden. Sartre zat mij dwars; maar ik heb nu allerlei | |
[pagina 5]
| |
middeltjes bedacht om hem zooveel mogelijk te vermijden.Ga naar voetnoot6 De eerste zes bladzijden zijn klaar, niet veel voor mijn doen, maar ik ben dan ook pas gisteren begonnen! En het begint met een voetbalvereeniging; en Cruys VoorbergGa naar voetnoot7 is onder de naam Haack van Rheden reeds opgetreden: een ruige flikker! Ik zal meenemen wat er klaar is om op beproefde wijze jou er vocaal mee in kennis te brengen. Hoe gaat het met mijn klein hartlapje? De brief al klaar?Ga naar voetnoot8 Stuur hem dan op, dan schrijf ik hier nog mijn antwoord. Krijg je hem niet klaar, dan niet getreurd, want dan stuur ik je mijn volgende brief op, zoodat we er toch twee per maand klaar krijgen. Maar tik in elk geval die twee brieven en die eene vroegere, van mij over, anders raak ik het overzicht kwijt, aangezien ik hier geen copy heb. Het kan toch eigenlijk wel een aardige roman worden. Ik geloof, dat mijn volgende brief een van de moeilijkste wordt, aangezien ik nog niet precies weet waarover het gaan moet, afgezien van het kunsthistorisch uitgangspunt. Misschien is het 't beste dat ik maar ga bespiegelen en zoo; dat is als tegenwicht tegen de gedeeltelijk nogal humoristische eerste brief ook wel gewenscht. Nu, lieve kind, over een week schrijf ik nog even, en dan zien we elkaar weer. Houd je maar goed, en wees omhelst [sic] en duizendvoudig gekust door je Simon. | |
(Vestdijk aan Van Eyk, Doorn, 14 juni 1948)LIEF PLUISWORMPJE, Ik schrijf in een ietwat droeve stemming, aangezien Betty, de setter, gisteren vrij plotseling overleden is. Mick de Vries + vrouw en kind was over, - vandaar ook dat ik je iets later schrijf, - en het kleine, lieve meisjeGa naar voetnoot9 (dat even tevoren bij zich thuis een jong poesje had vermoord, door er bovenop in slaap te vallen) heeft de heele dag met de hond in de zon geloopen. Daar kon het oude hart niet meer tegen. Overigens was ze dezer dagen tóch wel met een andere aanleiding eraan gegaan, en het is beter zóó dan b.v. iets dergelijks als ik haar liet draven op de fiets; of na lang lijden. A. heelemaal van de kook, en ook ik somber gestemd, aangezien een paar dagen te voren ook een kip dood + mededeeling dat we misschien al over een maand uit ons huis moeten; overigens niet naar de Sterkenburgerlaan, maar naar een mooi huis op de ‘berg’, waarvan we door ruiling de bovenverdieping kunnen krijgen. Blijkbaar leven we momenteel onder ongunstige astrologische aspecten, en het is heel goed mogelijk, dat binnen een week alle inwonenden, 1 resteerende hond, 1 resteerende kip, 2 zoo op het oog nogal levenslustige katers, en 2 menschen, volkomen uitgeroeid zijn. Enfin, dat hoor je dan wel uit de krant. Mijn roman gaat mieters, heel gek, fantastisch, -zoals het zich liet aanzien. ‘Hij’ is nog niet opgetreden! O ja, zeg, die Dr Punt is toch een ander. Hij is de opvolger van de exverloofde van mijn buurvrouw. Ik schrijf je dit maar even om geen onjuiste geruchten in de wereld te brengen.Ga naar voetnoot10 A. gaat niet naar Engeland, aangezien door de Olympiade alles vol is. Met het oog op eventueel verhuizen is dit ook beter. Ik hoop, dat dit laatste niet ook een maandelijksch uitstapje van mij in de war stuurt. Ik heb vast AmericainGa naar voetnoot11 besteld (althans opgegeven) voor Juli, Aug. en Sept., telkens om de | |
[pagina 6]
| |
vier weken, maar dan op een Dinsdag. Houd hier dus rekening mee met uitstapjes van jou! Hopelijk is het Maandag wat minder warm dan nu. Erg netjes eruit zien zal ik wel niet, tenzij het plotseling frisch wordt. Ik heb noodig een zomerpak noodig, maar kan dit beter tot volgend jaar uitstellen, aangezien het nu een beetje laat in de tijd is geworden. Al mijn ‘zomerbroeken’ schemeren door, zij het ook maar op de knie, dus niet indecent. Maar zelfs indecente schemer kan mijn klein vogeltje wel velen, is het niet? Tot maandag 4 uur dus! Met een berg zoentjes, groot en klein, en een innig likje er bij, van je elegische Simon. | |
(Vestdijk aan Van Eyk. Doorn, 27 juni 1948)LIEF PARADIJSVOGELTJE, Ik zit momenteel in de laatste acte van het verhuisdrama. Gisteren is het vonnis ‘beteekend’, en het kwam ons ter oore, dat we van B. en W. maar een maand krijgen. In dat geval verhuizen we volgende week al. Het bericht was echter van onze huisbaastegenstander afkomstig, zoodat ik morgenochtend naar de burgemeester ga om inlichtingen en tevens om te hooren of we nu eigenlijk naar de Sterkeburgerlaan kunnen, ja of nee. Anders moeten we naar de ‘berg’, hetgeen nu niet zoo erg zou zijn, daar de onderburen ons wel wat erg zwart zijn afgeschilderd. De bovenburen blijken N.S.B. ers te zijn, althans de vrouw, die graag van domicilie wisselen om de politie te verschalken. Volgens onze huisheer, die hier al een paar maal geweest is, is dit vrouwtje ‘ondeugend’, omdat zij zich verveelt; zij is een ‘ondeugende zuiderling’ (onze huisheer is een humorist op zijn manier; hem zal dus veel vergeven worden). Haar man had sigarettenasch gemikt op de kale kop van meneer Lap (de beneden bewoner); de vrouw had op diezelfde kale kop water of pis laten druppelen; naar haar zeggen was hij in de badkamer doorgedrongen toen zij daar naakt stond, wellicht om onder de oksel te kijken naar de S.S. rune. Dus rune als représaille tegen urine. Hoe fascistisch dit alles, - maar ik neem aan, dat wij van deze menschen geen last zouden hebben, te meer omdat de mevrouw mijn vader gekend schijnt te hebben. Intusschen hoopt de rotzooi zich meer en meer op, en wanneer morgen de burgemeester niet voor rede vatbaar blijkt, ga ik meteen mijn boeken inpakken. Ik zal je een verhuiskaart sturen! Ik schreef al twee bladzijden van de ‘brief’ en 8 bladz. van het volgende hoofdstuk van de roman, dat zeer fantastisch gaat worden. Ook schreef ik een ultimatum aan prof. Rümke, met het dreigement het boek gewoon uit te geven, met vermelding dat het als proefschrift was bedoeld.Ga naar voetnoot12 Van de Gulden Pers lag er een brief, met excuses van die lezingen over poëzie uiterlijk voorjaar '49Ga naar voetnoot13. Het blijkt dat Meyer weg is, - de man had het indertijd aan het hart, het kan dus om gezondheidsredenen zijn, - vandaar de vertraging in de correspondentie. Nu, mijn lief engeltje, een macht van kusjes op de valreep van dit gevloekte huis en veel omhelzingen, mitsgaders de hernieuwde aansporing niet te laat naar bed te gaan, van je Simon. | |
[pagina 7]
| |
verhuisd, tóch nog naar de Sterkenburgerlaan (10), onder versmading van het huis op de ‘berg’, waarvan ik je vertelde. De berichten over de beneden bewoners daar waren niet prettig, en er waren andere nadelen. Het huis hier is voortreffelijk (op de watervoorziening na, waarin echter gedeeltelijke verbetering wordt gebracht), en de buurt valt nogal mee, tenminste wat lawaai betreft en omgeving. De verhuizing was vreeselijk. Ik ben in mijn eigen schrijftafel ingebroken om mijn sigaretten te krijgen, en toen bleek ik mijn sleutels zelf in mijn zak te hebben! De chaos ordent zich nu zienderoogen, en de dieren zijn ook gewend, de katten na een beginstadium van panische angst, en de kip, die te vroeg losgelaten is, na een zwerftocht die haar tenslotte in het hok van onze buurman bracht, een boer, die het ‘zoo'n lief beest’ vond. Er zijn, behalve de kinderen, nogal wat blaffende en jankende honden en timmerende menschen in de buurt, maar het is tenslotte voor tijdelijk, en men kan slechter wonen in deze tijd. Van Rümke, op mijn brief, eindelijk bericht, dat hij mij over 10 dagen verwacht en dat hij na de vacantie weer tijd hoopt te hebben om ‘regelmatig met mij samen te werken’. Ik ben benieuwd! Tot Woensdag 21 Juli dus, gewone tijd. 20 Juli eet ik bij of met Herman PasschierGa naar voetnoot14 & jonge echtgenoote, stralend en trotsch en blozend van de voorpret. Met hart. gr. Simon | |
(Vestdijk aan Van Eyk. Doorn, 4 juli 1948)LIEF KREKELTJE, Vrijwel tegelijk hiermee stuur ik je aangeteekend mijn 13-e brief, met begeleidend schrijven, waaruit je een en ander kan leeren over de ongelooflijke rotzooi, verhuizing genaamd, die wij zoojuist hebben doorstaan. Woensdagavond ging ik met een kaarsje naar bed, niet omdat ik zoojuist over de Avondschool geschreven had, maar omdat het licht was afgesneden. Donderdagochtend om negen uur besteeg ik de verhuiswagen met de kattenmand op schoot, waarin twee jammerende dieren, met de bekken open van de angst. Halverwege zag ik Ans ergens fietsen, met de hond aan de lijn. Het was de verstrooiing der jaden in het klein. Overigens hebben wij reusachtige hulp gehad, en de zaak was in een ommezien bewoonbaar. Het is inderdaad een erg mooi huis, en op de rotzooi van de boeken na, is eigenlijk alles al aan kant. De katten waren de eerste dag op een kamertje opgesloten, waar ze tegen elkaar aangedrukt op de vensterbank zaten elkaar af en toe likkend, uit wanhoop. Tot overmaat van ramp moest de electricien op dat kamertje iets aan de meter veranderen. Dit was de genadeslag! Hun wereldbeeld stortte volledig ineen! Je zag ze bibberen, en ze probeerden in een hoekje niet alleen maar naast, maar bovenop elkaar te kruipen. 's Avonds verspreidden ze zich klagende door het huis, maar de volgende dag waren ze al gewend. Ze mogen niet uit. De omgeving is hier een eigenaardig mengsel van landelijkheid en pauperisme, plus een tikje feodaliteit. Het heele huis is voorzien van luiken en knippen en knippen van binnen op w.c. en kelderdeuren, aangezien er in de buurt wel eens ingebroken is. De eigenaar, die zanger, een nogal geschikte man, heeft veel voor gebruik achtergelaten, o.a. zeil. Dit zijn dan enkele bijzonderheden, die ik op de 21-e bij mijn rantsoen jenever en gezellige kout hoop te vervolledigen. Zorg ervoor, dat je brief dan af, en overgetikt is, dan kan ik weer verder. Tik je mijn 5-e brief nog even over? Deze 13-e van mij is hier en daar wat gezwollen, maar dat bekijk ik later wel. Mijn 12 ‘levenden’ zijn nu bezig met hun biecht, en ik moet tot mijn schande bekennen, dat het nog even koddig blijft als eerst. Dat hoofdstuk over | |
[pagina 8]
| |
HaackGa naar voetnoot15 is weer veel griezeliger. Het verschijnen van de vrouw van de tandarts moet de zaak dan maar definitief doen overslaan in het tragische. Nu, mijn diertje, Simon gaat sluiten, en hoopt op goede welstand en ijver op de Kade.Ga naar voetnoot16 Met een geweldige hoeveelheid kussen, van Simon | |
(Vestdijk aan Van Eyk. Doorn, 11 juli 1948)LIEF GOUDHAANTJE, Al weer verliep er een onstuimige verhuisweek sinds ik je het laatst schreef; maar ik kan nu toch wel zeggen, dat alles in orde is, en mijn kamer heb ik tot een juweel omgetoverd. Helaas heeft Ans het bijltje erbij neergelegd, door - neen, niet door te sterven of mij te verlaten, maar door ziek te worden, gewoon van uitputting, plus het hart natuurlijk weer. Fré Domisse en haar huisgenoote, een verpleegster, hebben haar nu in huis gehaald, waar zij wel wat opknapt; terwijl ik hier het beruchte en zalige knorrige vrijgezellen leven lied, alles kapot maak (eerst het kleine snelkokertje, toen de groote, nu is waarschijnlijk de electrische kachel aan de beurt), petroleumstelletjes laat walmen, kersen koop en mij verder nogal amuseer. De genoemde (ex-) verpleegster komt nu en dan bed opmaken etc. Het is mogelijk dat A. Maandag of Dinsdag weer terugkomt, maar in elk geval moet zij dan toch hulp hebben, terwijl ik zien zal, of we de eerste tijd geen eten van de kok kunnen krijgen, dat scheelt altijd de helft in het werk. Op het keffende buurhondje na bevalt 't mij hier goed. De omgeving heeft iets aardigs, en vlak in de buurt is het beroemde bosch van Van Gimborn, een privétuin (in hoofdzaak) en werkelijk een unicum. Ik ben er al verdwaald, ook trouwens in Hydepark, het tweede lustoord in de buurt, dat mooier is dan het Vondelpark. Ik zal hier nog niet eens weg willen. De huisheer, die zanger, is buitengewoon geschikt. De kosten van de advocaat bedragen f 350 ongeveer, dat is f 1 per dag sinds het proces loopt. Ik ga honderd van mijn boeken verkoopen, à f 2 per boek, en mijn markiezen (niet markiezin), voor f 50. En verder ben ik - je zult het niet willen gelooven! - met een roman bezig, die klaar komt voor mijn verrek naar Amsterdam.Ga naar voetnoot17 Tenzij A. erg ziek zou worden, gaat dat natuurlijk in elk geval door. Dinsdagavond laat (de 20-e dus) hoop ik je nog even op te bellen; als het erg vroeg afgeloopen is, kan ik misschien zelf nog aankomen, maar dat laat ik maar van de omstandigheden en mijn vermoeidheid afhangen.Ga naar voetnoot18 Ik trouw tenslotte de heele dag, en zit 's morgens anderhalf uur in de kerk! Het jonge stel heeft nu ook een huis (de helft van een zeer groot en mooi gebouw vlak bij de Parklaan), en nu maar werken aan de kindertjes, met Gods zegen! In elk geval dan dus tot Woensdag, gewone tijd. Als ik Dinsdagavond niet meer op kan bellen, dan doe ik het Woensdagochtend. Met een macht van deels luidruchtige kussen, je Simon | |
(Vestdijk aan Van Eyk. Doorn, 25 juli 1948)LIEF LIBELLETJE, Ziehier hoe het gedrocht wederom tot schrijven gekomen, van een lief briefje, met nuttige en vermakelijke inlichtingen. Mijn reisGa naar voetnoot19 was goed, maar druk; zelfs heb ik van een goederen wagon | |
[pagina 9]
| |
gebruik gemaakt, die naar visch stonk; dit had het voordeel, dat ik tenminste op mijn eigen koffer kon zitten. Ik werd door slaap geplaagd, maar mijn maag is nu weer heelemaal goed; waarschijnlijk waren de alcohol en de nicotine er niet heelemaal vreemd aan. Dinsdag had ik nogal veel gerookt, om de heele dag wakker te kunnen blijven. In elk geval is het niets alarmeerends. Ans lijkt mij wel iets beter. Ze onderneemt zelfs kleine wandelingen en zat vandaag veel buiten. Jaloezie etc. natuurlijk nog steeds voorradig! Gelukkig heeft ze een werkster, genaamd Betje, die schuin tegenover ons woont en door de melkvrouw is aangebracht. Dat is tenminste een belangrijk en aangenaam ding, en als ik me niet heel erg vergis, is ook Betje zelf aangenaam, want zij woont naast de groenteboer, en toen ik daar eens kersen haalde in mijn kluizenaarsdagen, heb ik Betje (niet wetend nog, dat het Betje was) bespied, zooals koning David de vrouw van Uria.Ga naar voetnoot20 Alles in het nette natuurlijk; maar ik vind het nu eenmaal prettiger mollige vormen over een vloer te zien bewegen dan spichtige uitsteeksels. Verder is hier alles rustig, en warm sinds gisteren. De logéeGa naar voetnoot21 zorgt voor het huishouden, en ik vul de kattenbak; een gunstige verdeeling van werkzaamheden. Vanmiddag was ik weer in het bos van Gimborn, en liep tot aan een punt, waar ik in de verte plotseling een hek hoorde knarsen. Aangezien ik wist, dat dit hek op slot was, kon het niemand anders zijn dan de eigenaar of zoo iemand. Onmiddellijk maakte ik rechtsomkeert en stapte met opgericht hoofd, Lady aan de lijn, het pinetum weer uit. Ik zal mij bij gelegenheid toch eens een kaart aan meten. Ik zie met verlangen uit naar je brief; dan kan ik weer verder aan mijn spookepistel. Verder werk ik zoo'n beetje aan allerlei dingen tegelijk: roman corrigeeren en voertikken, eerste stuk angst omwerken en zoo, iedere dag een pagina voor het astrologieboekjeGa naar voetnoot22 en binnenkort zal ik ook wel eer eens een Paroolkroniek moeten samenstellen. Nu mijn lief kindvrouwtje, hou je heel erg goed; bestrijd de zenuwen niet met valeriaan, maar met verstand en genoegslaap, en ontvang tot slot een heel heerleger van goed geoefende zoenen op het bekje! Met allerhartelijkste groeten van je Simon | |
(Vestdijk aan Van Eyk. Doorn, 1 augustus 1948)LIEF GOUDVINKJE, Warm, warm!... De hittegolven verwerk ik deze zomer blijkbaar buiten Amsterdam - even afkloppen - maar daarom is het ongemak niet minder groot, de druppelen zweet, het kleverige bed, het bedompte hellekamertje, waar de katten opgesloten zitten en uit nijdigheid de teil met zand over het hoofd zien, terwijl hun baas in zijn koele voorgalerij zit te schrijven. Maar het is werkelijk beestachtig warm geweest, gisteren iets koeler, en vandaag begint het weer opnieuw. Zit jij nog op je dak? Gisteren hebben de katten vastberaden pogingen gedaan om uit te breken. Meestal zitten ze knorrig te slapen, zoodat ik makkelijk de deur openen en sluiten kan, maar gisteren, terwijl ik bovendien een bord met in melk geweekt brood in de hand had en dus gehandicapt was als cipier, stormden ze meteen op me af en glipten langs mijn benen heen. Een hevig gevloek dreunde over de Sterkenburgerlaan, vermengd met een of ander Olympische dwaas uit de ether aan de overkant, en ik had ze gelukkig weer gauw te pakken. En weer later had ik zelf het raam open laten staan. Beertje durfde niet, maar | |
[pagina 10]
| |
Moortje was op het dak van de bijkeuken gegaan en beantwoordde mijn smeekbeden, bevelen en lokkend gesmak (eten!) met een duidelijk verneembaar ‘stik’. Terwijl ik nog boven was, zag ik hem met een sierlijke beweging van het dak springen. Was óók makkelijk te vangen, daar hij aan het gras eten was. Dit schijnt de grootste attractie te zijn, de vitamines, en het vervelende is, dat katten geen afgeplukt gras willen eten. Verder gaat hier alles best, en ik ben hard aan het overtikken, nadat de roman afgecorrigeerd is, met enkele aardige inlasschingen, o.a. in de zwerfperiode, waarbij Martha en Aagje wat duidelijker worden.Ga naar voetnoot23 Dinsdagavond ga ik weer naar Rümke. VicGa naar voetnoot24 schreef een aardige critiek over Fré Bolderhey in het Utrechtsch Nieuwsblad, met alleen bezwaren tegen de onduidelijkheid wat nu ‘echt’ was of door Eddie gefantaseerd. Nogal onbenullig, want de bedoeling was juist om dit onduidelijk te houden en juist niet naar ‘psychiatrische’ juistheid te streven. Ik las een uitstekende Amerikaanse roman, de Grote Gatsby (vertaling).Ga naar voetnoot25 Nu, mijn lief ondeugend beestje, trotseer de atmosferische rotzooi, en leef als SemiramisGa naar voetnoot26 op je dakhuis, zonder orgieën, en met gedachten aan het boersche kereltje van de Sterkenburgerlaan! Met heel veel kussen, je Simon.
Voor ik het vergeet: ik kom Maandag de 16-e. Ik zal Wim schrijven. Maak vast een afspraak met Lida voor Donderdag. Ik zal meneer Visser meebrengen en Pastorale!Ga naar voetnoot27 |
|