psychiater. Hij raadde de aan zichzelf twijfelende patiënte Annie aan om aan zelfonderzoek te doen en zich verder niets aan te trekken van wat ‘iedereen’ rondvertelde, namelijk dat zij een ‘flirt’ was. Vraag jezelf welke motieven achter je handelingen schuilgaan! Om vervolgens een zelfanalyse te geven. Hij wilde niet ontkennen ‘dat m'n egoisme voor verdere ontwikkeling vatbaar kan zijn, b.v. zou ik me misschien nog wel eens voor iets of iemand kunnen opofferen, maar dan toch alleen om 'n soort Cyrano-achtige neiging in mezelf te bevredigen! Zelf geloof ik, dat ik de ware liefde nooit zal leren kennen.’
Er volgden enkele gesprekken, eerst in het bijzijn van andere studenten, van wie een de euvele moed had Mahlers Vierde ‘kinderachtig gezwets over den hemel’ te noemen, daarna onder vier ogen. De brieven daarna gebruikte Vestdijk, misschien onbewust, om zijn eigen positie in het leven te bepalen, conform zijn advies aan Annie om aan zelfreflectie te doen. Citaten uit die brieven zijn na te lezen in mijn Vestdijkbiografie (blz. 117-118). Hij sloot de correspondentie met Annie af in januari 1922 met een cynische opmerking over het huwelijk: ‘Verdiep je niet teveel in 't huwelijk, waarvan toch maar alleen de ontbinding moeite waard is.’ (4 januari). Hij kon zich goed voorstellen dat Annie de omgang met hem verbrak, want ‘ik val n.l. altijd tegen bij nadere bezichtiging’ (12 januari).
Annie Bukers trouwde met Jaap Prakkers, die zich als arts in Velp vestigde. Zij kregen twee kinderen: Han, die kinderarts werd te Amstelveen en een paar jaar geleden is overleden. En Ties, die een bekend advocate en hoogleraar werd.
Vestdijk heeft Annie Bukers waarschijnlijk niet meer gezien, maar wel haar man, op de avond dat zij als Zivil Internierter op 4 mei 1942 aankwamen in het gijzelaarskamp Beekvliet te St. Michielsgestel. ‘Toen ik die avond, slaperig van de indrukken, door een der lange gangen holde, kwam mij tegemoethollen Japie Prakken, arts te Velp, een studiegenoot. Even moest ik mezelf in mijn arm knijpen: was het dan twintig jaar geleden, liep ik dan door een gang van het Binnengasthuis, en kwam ik Japie Prakken tegen?’ schreef Vestdijk in Gestalten tegenover mij.
(Met dank aan L.J. Berghuis voor de informatie over zijn overleden tante Annie Bukers).