Juryrapport Anton Wachter-prijs 2008
uitgesproken door Maarten 't Hart
Voor de Anton Wachter-prijs 2008 werden 126 publicaties ingezonden. Daarbij trof de jury vele boeken aan die niet aan de criteria van de Anton Wachter-prijs voldeden. Het waren geen debuten of het was geen fictie. Van de ruim zeventig publicaties die overbleven, was het niveau doorgaans hoog te noemen. Dankzij zorgvuldig uitgeversbeleid en goede redacteuren komt het nog zelden voor dat er uitgesproken slecht werk verschijnt. Maar hoewel het algemene niveau hoog was, bleken er weinig echte uitschieters te zijn.
Viel voor de vorige lichting auteurs vast te stellen, dat de zogeheten ‘chicklit’ fictie, geschreven door jonge vrouwen op zoek naar geluk - een vriendinnenkring, een vrouw of man voor elke dag - opvallend vertegenwoordigd was, deze keer is de trend dat de roman met het gul gegeven etiket ‘thriller’ domineert. Ongetwijfeld laat ook hier de tijdgeest zich gelden. Spannende gebeurtenissen blijken voor de huidige aankomende auteurs interessanter om zich aan te wijden dan het zorgvuldig volgen van de ontwikkeling van een karakter, waarvoor Vestdijk met zijn Anton Wachter-cyclus het ultieme voorbeeld heeft gegeven. De literatuur is van binnen naar buiten gekeerd, zogezegd, van introvert extravert geworden, geheel conform de tendens bij het massamedium televisie. De introverte roman lijkt bij het grote publiek weinig kans meer te krijgen en de uitgevers reageren navenant.
De jury is gelukkig met het drietal romans dat zich min of meer onttrekt aan deze tendens: Drie van Maarten Schinkel, Ziekzoekers van Anne-Gine Goemans en Begeerte heeft ons aangeraakt van Bert Natter. In geval van Natter bestaat er bij de jury enige twijfel of wel van een echte debutant gesproken kan worden daar hij al een flink aantal publicaties op zijn naam heeft staan.
De jury heeft besloten de prijs toe te kennen aan Ziekzoekers van Anne-Gine Goemans. Haar roman schetst een kleurrijk beeld van de bijzondere wereld van een bloembollenbedrijf. De vier hoofdpersonen zijn vader, moeder, zoon en dochter. Vooral de eerste drie komen onder de vaardige hand van Goemans uitbundig tot leven. Van de moeder wordt ons de Werdegang geschetst zodat hier zelfs sprake is van een kleine wrange Bildungsroman binnen het grotere geheel van het panorama der bollenstreek dat gedetailleerd wordt geschetst. Opmerkelijk is de flitsende, trefzekere verteltrant. Bij alle drama blijft de toon toch licht, en de schrijfster beschikt bovendien over een opmerkelijk gevoel voor humor. Het taalgebruik van Goemans is bijzonder, haar dialoog doorgaans uitmuntend, met dien verstande dat de protagonisten in haar roman meestal volledig langs elkaar heen praten zodat er strikt genomen van echte communicatie geen sprake is, hetgeen vaak een hilarisch effect sorteert. Hoewel de roman voornamelijk in de bollenstreek speelt, en flink veel, misschien zelfs iets teveel, drama bevat, kan toch niet van een streekroman gesproken worden. Eerder van een tragische familieroman omdat de verhoudingen tussen vader en zoon, vader en dochter, moeder en dochter, man en vrouw, broer en zus allemaal blijvende averij hebben opgelopen (die tussen moeder en zoon overigens nog het minst), zij het dat er warempel aan het slot nog hoop gloort op verbetering der verstoorde relaties.
Ziekzoekers is een even knappe als compacte roman waarvan een opmonterende werking uit gaat.