Brieven
Zoals in VK110 aangekondigd besteden we aandacht aan het brievenboek Wij zijn van elkaar, Brieven 1946-1947, S. Vestdijk en Henriëtte van Eyk, ingeleid en bezorgd door Wim Hazeu, De Bezige Bij, Amsterdam 2007. In een uitgebreid essay geeft Rudi van der Paardt zijn oordeel over de brieven (ontroerend en onthutsend) en de bezorging ervan (niet zorgvuldig). Hij volgt de lezing van Martin Hartkamp (Vestdijkkroniek 110) dat ‘het pijnlijk incident van onze om de hals gebrachte nakomeling’ letterlijk moet worden genomen. Vestdijk heeft op meerdere plaatsen in zijn werk aandacht besteed aan abortus. Hartkamp wees al eerder op De dokter en het lichte meisje, maar ook in De onmogelijke moord en in Bevrijdingsfeest komt er een voor. Dat er sprake zou zijn van een abortus in Vestdijks eigen leven is door Hazeu niet onderkend en andere recensenten hebben er ook nog niet op gewezen.
In het streven naar overzicht dat u van ons gewend bent, vindt u de drie grootste recensies uit de dagbladen (NRC Handelsblad, de Volkskrant en Trouw) en twee columns die Frits Abrahams aan het brievenboek wijdde. Hiermee heeft u een meer dan representatief overzicht van de receptie.
Wessel ten Boom neemt een geheel ander onderwerp op. In een artikel uit november 2006 schrijft hij over Judas. Hij ziet de geschiedenis als een spannende thriller en hij gebruikt bij zijn speurwerk naar de ware aard van Judas, Vestdijks essay ‘De grootheid van Judas’ uit Essays in duodecimo. Zo komen de essays ook weer eens aan bod.