Vestdijkkroniek. Jaargang 2005
(2005)– [tijdschrift] Vestdijkkroniek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 75]
| |
[pagina 76]
| |
Drs. H. Bekkering en Dr. R.Th. Van der Paardt openden de rubriek Vestdijkiana Extrachronica met hun bijdragen I tot en met IV in de Vestdijkkroniek, 17(1977)55-58, 18(1977)48-54, 23(1979)56-65 en 32(1981)137-154. Mijn laatste bijdrage in bovengenoemde rubriek stond in de Vestdijkkroniek nr. 64-65, septemberdecember 1989, p. 68-77. Daarna vervolgde Willem Huberts in een gewijzigde vorm de rubriek met zijn Vestdijkiana Extrachronica-14 in de Vestdijkkroniek nr. 68-69, septemberdecember 1990, p. 149-157 en met nummer 15 in de Vestdijkkroniek nr. 78, maart 1993, p. 53-60. Daarna verscheen de rubriek niet meer. In de latere Vestdijkkronieken worden we in de afdeling ‘Rubrieken - Uit de tijdschriften’ regelmatig geïnformeerd m.n. omtrent dagbladbijdragen over Vestdijk. Al deze in de rubriek Vestdijkiana Extrachronica genoemde artikelen over S. Vestdijk zijn m.n. door de verspreide opname ervan in de Vestdijkkroniek moeilijk voor eventuele verdere studie te raadplegen. Het is dus geen overbodige luxe deze artikelen weer eens op een toegankelijke wijze te ordenen en te publiceren in de vorm van een bibliografisch overzicht, als aanvulling op de eerder door mijn gepubliceerde bibliografieën. Echter, kan de Vestdijkkring ooit een dergelijke uitgave financieren? Of, zal een uitgever hiervoor te interesseren zijn? En dat, los van het feit of iemand zo'n omvangrijke klus wil oppakken. Het is nuttig, echter geen leuk werk! Een moeilijkheid daarbij is dat na 2000 alleen via Internet, via de KB, inzicht kan worden verkregen over de bijdragen gepubliceerd in tijdschriften na 2000. Ook de artikelen in de dagen weekbladen, de universitaire werkstukken en de vertalingen van het werk van Vestdijk zouden dan in kaart kunnen worden gebracht. Onlangs lagen bij de Gemeentebibliotheek Utrecht in de kast ‘afgeschreven boeken’ voor € 0,50 te koop de delen over de jaren 1990 tot en met 1995 van de bekende reeks BIBLIOGRAFIE van de LITERAIRE TIJDSCHRIFTEN in VLAANDEREN en NEDERLAND, een uitgave van de Rob. Roemans-Stichting te Antwerpen. Voor de inhoud tekenen Hilda van Assche, Richard Baeyens en Peter de Bode. Ik besloot die delen te kopen en eens na te gaan of er in de periode na de laatste bijdrage van Willem Huberts nog tijdschriftpublicaties over Vestdijk waren verschenen waarover geen mededelingen in de Vestdijkkroniek zijn gedaan. En dat bleek inderdaad, op enkele uitzonderingen na, het geval. Daardoor aangemoedigd bekeek ik in de Universiteitsbibliotheek te Utrecht de delen van de bibliografie vanaf 1973 tot en met 2000; om zodoende - waar nodig - aanvullend, tevens een vervolg te realiseren op mijn, lang geleden, verschenen acht bibliografieën over S. Vestdijk. De eerder in deze bibliografieën en in de Vestdijkkroniek genoemde bijdragen heb ik niet opgenomen. Aangezien in de Universiteitsbibliotheek Utrecht, in het Letterkundig Museum en in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haagde reeks bibliografieën eindigt met de uitgave over het jaar 2000 heb ik vastgesteld dat ingaande 2001 de boekuitgave van de deze reeks is stopgezet. Voortaan kan alleen via internet www.kb.nl de gewenste | |
[pagina 77]
| |
informatie worden verkregen. Onderstaande informatie gaat dus niet verder dan het jaar 2000. Mevrouw Hilda van Assche bevestigde mij dit met haar brief van 10 december 2004. Dit geldt eveneens voor de BNTL, want ook deze boekuitgaven gaat niet verder dan het jaar 2000. In een extra aflevering van de Vestdijkkroniek publiceerde Willem Huberts zijn register op de artikelen in de Vestdijkkroniek van nummer 1 tot en met nummer 89 (1973 tot en met 1995). Het wordt tijd dat dit register wordt aangevuld. Huberts stelt, zo schreef hij mij op 18 december 2004, de diskette waarop zijn register, voor completering ter beschikking. Wie pakt deze uitdaging op? Deze toegift bevat de bijdragen die ik vond. Ik heb me zoveel mogelijk gehouden aan de beschrijvingen zoals die in bovengenoemde uitgaven voorkomen. Mogelijk is deze bijdrage het begin van een discussie over de manier waarop een en ander kan worden gerealiseerd.
Uit de tijdschriften verschenen in 1973 Albert Westerlinck, Literaire herdrukken [uit de Nederlandse literatuur], in Dietsche Warende & Belfort, jrg. CXVIII (1973) 9, 706-707, Simon Vestdijk, De oubliette. Uit de tijdschriften verschenen in 1974 Albert Westerlinck, Literaire herdrukken, in Dietsche Warende & Belfort, jrg. CXIX (1974) 4, 340-341, geen titel van Vestdijk genoemd. Jos van Damme, Een (Russisch) boekje opendoen, in Dietsche Warende & Belfort, jrg. CXIX (1974) 4, 318-326, [...] vertaling van het werk van Simon Vestdijk in het Russisch; in de reeks Meester[s] van het moderne proza; een studie van I.D. Sjkoenavajeva [...]. Albert Westerlinck, Boeken, in Dietsche Warende & Belfort, jrg. CXIX (1974) 7, 586, schrijversportretten uit de Haagsche Post, [...], Simon Vestdijk, [...] Uit de tijdschriften verschenen in 1975 Geen nieuwe aanvullingen gevonden. Uit de tijdschriften verschenen in 1976 Simon Vestdijk, Over de schrijver J. van Oudshoorn, miskenning, haar oorzaken en verschijningsvorm, in Tirade, jrg. XX (1976) 219-220 (nov.-dec.) 595-597. Uit de tijdschriften verschenen in 1977 Geen nieuwe aanvullingen gevonden. Uit de tijdschriften verschenen in 1978 Maurice Trippas, Braakland, in Argus, jrg. I (1978) 6, 515-520, aanvulling op Jan van de Weghe, ‘Over het verschijnsel literatuur’, in Argus, jrg. I (1978) 3, 211-220, want hij gaat voorbij aan een uitgestrekt braakland voor de hedendaagse kritiek: het onderzoek van wat er door dichters is bijeengegaard sedert Vestdijk (De glanzende kiemcel, 1950), de inventarisatie van de poëtische middelen op het ogenblik (p.516). Uit de tijdschriften verschenen in 1979 tot en met 1984 Geen nieuwe aanvullingen gevonden. Uit de tijdschriften verschenen in 1985 Remco Ekkers, Antonius in de rederijkerij, in Poëziekrant, jrg. IX (1985) 6 (aug.) 3, Over H.J. de Roy van Zuydewijn, De visionair, een nageschreven roman [Vestdijks, Een moderne Antonius] in sonnetten. Jaap T. Harskamp, Musico-literaire opstellen, in Bzzlletin, jrg. XIII (1985) 125 (april) 65-68, Muziek en liefde, muziek niet als sociale functie maar als communicatie, o.a. bij Simon Vestdijk. Jaap T. Harskamp, Musico-literaire opstellen, in Bzzlletin, jrg. XIV (1985) 128 (sept.) 58-62, Het carillon van geluk, een muziek van namen. De muzikalisering van eigennamen, de associaties van de geliefde of de begeerde met een specifieke muziek lijkt een oorspronkelijke vondst van Vestdijk te zijn. Jaap Goedegebuure, Dan moet hij er toch zijn als ik hem zoek, in Tirade, jrg. XXIX (1985) 300 (sept.-dec.) 704-721; over het godsbeeld en de | |
[pagina 78]
| |
symptonen van een steeds weer terugkerende spirituele heroriëntatie, met aandacht voor het boeddhisme, de bijbel, mystiek e.d. bij o.a. Simon Vestdijk Uit de tijdschriften verschenen in 1986 Simon Vestdijk, De krenkingen der rozen. Dertien ongepubliceerde gedichten, in Nieuw Wereldtijdschrift, jrg. III (1986) 4, 71-74. Later opgenomen in Nagelaten gedichten. Hendrik Verspuy, Een herinnering aan Simon, in Randschrift, jrg. II (1986) 6 (voorjaar) 51-55. Uit de tijdschriften verschenen in 1987 Geen nieuwe aanvullingen gevonden. Uit de tijdschriften verschenen in 1988 G.H.O. Reitsma, Invloed van Vestdijk op Stenen voor een ransuil van Maarten 't Hart. Plagiaat of eerbetoon? De bruine vriend aan het water, in 't Kofschip, jrg. XVI (1988) 2 (mrt.-apr.) 53-56; vergelijking van de ‘novelle’ in deel 3 van Stenen voor een ransuil met Vestdijks De bruine vriend. Teunis Bunt, Van de hak op de tak, in 't Kofschip, jrg. XVI (1988) 4 (sept.-okt.) 54; over H. Marsman/S. Vestdijk, Brieven over litteratuur. John Heuzel, Maandagavondbrieven, in Kruispunt, jrg. XXVIII (1988) 116 (juni) 81; over H. Marsman/S. Vestdijk, Brieven over litteratuur (jan.-mrt. 1936), 3e druk. Remco Ekkers, Liefde voor Vestdijk en Pietje Bel, in Poëziekrant, jrg. XII (1988) 2 (mrt.-apr.) 13; Tom van Deel, Veel lied'ren zijn gezongen. De poëzie van S. Vestdijk. Martien J.G. de Jong, Nederlandse schrijvers onder Duitse bezetting, in De Vlaamse gids, jrg. LXXII (1988) 4, 2-12. Over J.W.F. Werumeus Buning en zijn aanmelding bij de Kultuurkamer; tevens over enkele tijdgenoten o.w. Simon Vestdijk. Prepublicatie uit: De dichter en zijn rechter. Een pleidooi voor eerlijkheid en begrip inzake Nederlandse schrijvers onder Duitse bezetting. Wam de Moor, Het leven en het werk, in De Gids, jrg. CLI (1988) 5 (mei) 341-346; over de Vestdijkbiografie door H. Visser (p. 343-344). Addy van Drenth, Stuifzand. Drs. [Willem] Diemer kan mij machtig irriteren, in Iambe, jrg. VII (1988) 27 (mrt.) 51-52; over diens uitgeverij Servo en uitgaven, zoals [...] ‘RSV’ (= Rondom S. Vestdijk)-reeks. Peter J. Nichols, Over H. Marsman & S. Vestdijk, Brieven over litteratuur (3e druk, Den Haag 1987) met een nawoord van Tom van Deel, in World literature today, jrg. 62 (1988) 4 (aug.) 678. Uit de tijdschriften verschenen in 1989 G.H.O. Reitsma, ‘In de zwarte nacht is een mens aangetreden’. Over de vermelding van ‘zwart’ en ‘wit’ in verhalen, romans en gedichten, in 't Kofschip, jrg XVII (1989) 3 (mei-juni) 32-38; voor de moderne periode komen ter sprake [...], Simon Vestdijk, [...]. G.H.O. Reitsma, Over de invloed van Simon Vestdijk op het werk van Maarten 't Hart, in 't Kofschip, jrg. XVII (19989) 4 (juli-aug.) 37-45; Weerlegging van een aantal uitspraken van critici; over Stenen voor een ransuil en z.g. invloed van Vestdijk. Margreet Janssen Reinen, Twintig meningen over eigen werk (anoniem verschenen), in Iambe, jrg. VIII (1989) 31 (mrt.) 21-28; niet gebruikte uitspraken uit interviews met: [...], Mieke Vestdijk, [...]. Uit de tijdschriften verschenen in 1990 Johan Reijmerink, Achterberg en de klassieke muziek, in Dietsche Warande & Belfort, jrg. CXXXV (1990) 1 (febr.) 35-46: ‘Hoe is Achterberg in de gedichten “Eine kleine Nachtmusik” en “Bolero van Ravel” uit de bundel Eiland der ziel (1939) met muziek omgegaan’, met ter inleiding over ‘de relatie muziek en literatuur in het algemeen, Simon Vestdijks visie daarop en die van Rob Schouten in ‘Iets verhevens en onuitsprekelijks. Muzikale motieven in het werk van S. Vestdijk’. | |
[pagina 79]
| |
Johan van Delden, Een visie op Vestdijk, in 't Kofschip, jrg. XVIII (1990) 3 (mei-juni) 36-37; over Martin Hartkamp, Identificatie en isolement. Een visie op Vestdijk. Wiel Kusters, Poëzie en snarenspel, in De Gids, jrg. CLIII (1990) 4 (apr.) 247-253; bewerkte tekst van een voordracht op 4 november 1989 te Maastricht op het Internationaal Harpfestival. De kunstenaar die zichzelf ziet als een instrument - een harp - in hoger handen: A. Verwey (O hart mijn harp), A. Roland Holst (Het gebed van de harpspeler, en andere gedichten), S. Vestdijk (Aeolusharp: De harpiste en ik); Pierre Kemp (Harpgewillig). Jan Deloof, Het buitenland en wij, in Ons erfdeel, jrg. XXXIII (1990) 4, 614-615; over o.a. een melding dat de Martinus Nijhoffprijs 1990 toegekend werd aan de Hongaar Bela Szondi, vertaler van o.a. Simon Vestdijk. Murk A.J. Popma, Depressie en creativiteit; over Simon Vestdijk, de mens achter de schrijver, in Ruim, jrg. 7 (2000) 14 (voorjaar) 24-28. Uit de tijdschriften verschenen in 1991 G.H.O. Reitsma, Met de suggestie van onontkoombaarheid, in 't Kofschip, jrg. XIX (1991) 4 (sept.-okt.) 31-34; vergelijking van Gerard Walschap (Houtekiet) met Simon Vestdijk (Aktaion onder de sterren). Dick Welsink, [Simon] Vestdijk [De glanzende kiemcel] blijft boeien, in Poëziekrant, jrg. XV (1991) 5 (sept.-okt.) 29. M. Weisglas, De Sleutel: Orgaan van het antifascistisch studenten comité oktober 1935, april 1937, in De Gids, jrg. CLIV (1991) 4 (apr.) 269-282; gesticht te Leiden, maar snel uitgebreid tot alle universiteiten; over de bijdragen van Menno ter Braak, Anton van Duinkerken, Jan Greshoff, R. Kranenburg, Edgar Du Perron, Jan Romein en Simon Vestdijk. Reinold Vugs, De man met de geknepen sterrewichelaarsblik. Bordewijk tegenover Vestdijk, in De Gids, jrg. CLIV (1991) 9 (sept.) 712-720; over Bordewijk als recensent van Vestdijks romans. Gerrit Jan Kleinrensink, Jean Brüll: een ‘Fallieter’ in Vestdijks archief, in Maatstaf, jrg. XXXIX (1991) 6 (juni) 41-56. Inleiding (p. 41) tot Jean Brülls tekst na een gesprek; over zijn belangstelling voor en opzoeking i.v.m. Nederlandse literatuur, in het bijzonder zijn betrokkenheid bij Simon Vestdijk-studie en Hans Vissers biografie; met een reactie hierop van Anne Wadman, ‘Brief aan Jean Brüll (een addendum en een erratum)’, in Maatstaf, jrg. XXXIX (1991) 10 (okt.) 29-30. Maarten 't Hart, A.F.Th. van der Heijden, in Maatstaf, jrg. XXXIX (1991) 8-9 (sept.) 100-103; reactie op Carel Peeters' artikel o.a. over Frans Kellendonks Mystiek lichaam en over Van der Heijden; over Van der Heijdens Advocaat van de hanen, vergeleken met Vestdijks werk. Harry Bekkering, Een tombe voor de literatuur, in Parmentier, jrg. III (1991) 1 (winter 1991-1992) 3-8. Over Jan Kuipers' gedicht ‘De tombe van S. Vestdijk’ uit Tomben (1990); tekst p. 4. P. Kralt, Vestdijks ‘Jeugdvrienden’, in Sic, jrg. VI (1991) 1-2 (voorjaar) 44-63; uitvoerige analyse van deze gedichtenreeks. Dirk de Geest, Martin Hartkamp, Schoten rondom Vestdijk, Leiden z.j., in Ons Erfdeel, jrg. XXXV (1992) 3, 438-439. Uit de tijdschriften verschenen in 1992 Jaap Harskamp, Woord en klank. Muziek in de Nederlandse romans, in Dietsche Warande & Belfort, jrg. CXXXVII (1992) 2 (april) 194-209; ‘Vestdijks handtastelijkheid’: de Anton-Wachterromans, p. 205-209. Jan Kostwinder, Met de kop tussen de deur. Wilfred Smit en Simon Vestdijk, discipel en leermeester?, in Dietsche Warande & Belfort, jrg. CXXXVII (1992) 2 (april) 210-219; Smit correspondeerde met Vestdijk en stuurde hem | |
[pagina 80]
| |
zijn gedichten ter beoordeling, een verzoek waarop Vestdijk inging. Annick Cuynen, Carmen in een koperen tuin, in Dietsche Warande & Belfort, jrg. CXXXVII (1992) 4 (aug.) 453-461; over de relatie tussen Prosper Mérimée's novelle Carmen en Simon Vestdijks roman De koperen tuin; aan de uiteenzetting gaat een korte analyse vooraf van het libretto van Ludovic Halévy & Jean Meilhac voor Georges Bizets opera. Bert Peene, Venema preekt de parochie, in Dietsche Warande & Belfort, jrg. CXXXVII (1992) 5 (okt.) 647-650; over Adriaan Venema, Schrijvers, uitgevers & hun collaboratie, deel 3B-S. Vestdijk. Annick Cuynen, Toekomstmuziek. S. Vestdijk: Verspreide muziekessays, in Sardonicum, jrg. II (1992) 1-2 (jan.-juni) 14-15; naar aanleiding van het verschijnen van het tiende en laatste deel. Annick Cuynen, Een geniale god of een goddelijk genie: Mozart, in Sardonicum, jrg. II (1992) 1-2 (jan.-juni) 46-48. S. Vestdijk, ‘Mozart. De demon der galanterie’ (1991: afzonderlijke uitgave uit Verspreide muziekessays 2). P.M.G. van Exter, Kwaadspreker, in Hollands maandblad, jrg. XXXIII (1992) 531 (febr.) 35-38. ‘Apologie voor Vestdijk’ n.a.v. Adriaan Venema's verwijt van collaboratie en opportunisme in Schrijvers, uitgevers en hun collaboratie, 3B. P. Kralt, Achter de gesloten deur [het toilet]. Over scatologische literatuur, in Sic, jrg. VII (1992) 3 (najaar) 40-53. Simon Vestdijk, Mijnheer Visser's hellevaart. Uit de tijdschriften verschenen in 1993 Annick Cuynen, Beeldenstormers, in Deus ex Machina, jrg. XVII (1993) 67 (sept.) 80-82. Mythevorming rond Simon Vestdijk, en het ontbreken van een biografie, n.a.v. Adriaan Venema, Schrijvers, uitgevers & hun collaboratie. Deel 3B: S. Vestdijk, Mieke Vestdijk-van der Hoeven, Afscheid van Simon. Leven met een nalatenschap, Hans Visser, Simon Vestdijk. Een schrijversleven. Yves T'Sjoen, Mieke Vestdijk. De bewaking van een nalatenschap, in Poëziekrant, jrg. XVII (1993) 6 (nov.-dec.) 41-42; over Mieke Vestdijk-van der Hoeven, Afscheid van Simon. Josje Kraamer, Verstrikt in een web van teksten. Over intertekstualiteit en Brakmans roman Inferno, in Bzzlletin, jrg. XXII (1993) 204 (mrt.) 22-30; over de twee vormen van intertekstualiteit, de bewuste en de onbewuste (p. 22-27); over het thema ‘hellevaart’ bij Willem Brakman, en terloops ook bij Simon Vestdijk en Hugo Claus. Harold van Dijk, Troosteloze rijkdom. Het ‘ik’ in de poëtica van [Simon] Vestdijk, in De Revisor, jrg. XX (1993) 1 (febr.) 81-93, 95. Uitgangspunt: Vestdijks Valéry-essay ‘De perikelen van het zuivere Ik’ ontstaan in de jaren 1934-1938, met aandacht eveneens voor De toekomst der religie (1947) en Het eeuwige te laat (1947). Uit de tijdschriften verschenen in 1994 Robert-Henk Zuidinga, Taal en letteren. Bijnamen voor schrijvers o.a. van A. Roland Holst voor Simon Vestdijk en C.S. Adama van Scheltema, in Bzzlletin, jrg. XXIII (1994) 215 (april) 71-72. Ron Elshout, De aangesproken persoon. Over lezer en dichter, dichter en lezer, in Bzzlletin, jrg. XXIII (1994) 213 (febr.) 3-8; over de blik van Titus op de twee schilderijen van Rembrandt en Simon Vestdijks gedicht ‘Lezende Titus’; de dichter spreekt de lezer aan met ‘je’ (Willem van Toorn, Jacques Hamelinck, Leonard Nolens, Rutger Kopland, en vooral Leo Vroman) of met ‘men’ (Gerrit Kouwenaar). Arie Storm, De nieuwe Vestdijk. Over intertekstualiteit in het werk van Joost Zwagerman, in Bzzlletin, jrg. XXIV (1994) 218 (sept.) 58-76. Overeenkomsten tussen Vestdijks De schandalen en Zwagermans Vals licht, naast vele andere met andere auteurs: ‘de werkelijkheid die Zwagerman creëert lijkt | |
[pagina 81]
| |
nog het meest op een bibliotheek’ (p. 62); Zwagerman en de generatie nix-auteurs: Rob Erkelens, Ronald Giphart, Joris Moens (p. 63-65). Klaus Siegel, Favoriete romanopeningen. ‘Via zijn beginzin trekt de schrijver de lezer pardoes ...de fictieve wereld van zijn prozawerkelijkheid binnen - met tal van voorbeelden uit romans’, in De Gids, jrg. CLVII (1994) 8, 619-635; over Simon Vestdijk, Het vijfde zegel, p. 626. Martin van Amerongen, Een opera libretto kan niet slecht genoeg zijn, in Hollands Maandblad, jrg. XXXVI (1994) 564 (nov.) 11-18. Naar aanleiding van Peter Schats Symposium en libretto van Gerrit Komrij, die zelf verklaart: ‘Of een libretto grandioos of beroerd is, het... wordt door de muziek onder de voet gelopen’ (p. 11); voorbeelden: Beethovens Fidelio; Wagners libretti voor zijn opera's; Willem Pijpers Merlijn en Simon Vestdijk; Mozart en Lorenzo da Ponte; Verdi's Falstaff & Otello en Arrigo Boito. Kees Fens, Kees Fens in gesprek. Het tweede gesprek, Amsterdam 11 juni 1993: Waarom hij ophield met het recenseren van werk van o.a. Simon Vestdijk en W.F. Hermans, in Raster, jrg. (1994) 64 (apr.) 73-75. Kees Fens, De wereld een dansfeest, in Raster, jrg. (1994) 64 (apr.) 123-129. Rede t.g.v. de uitreiking van de Pierre Bayle-prijzen voor de Kunstkritiek op 2 november 1992 te Rotterdam. Over Sainte Beuve en Busken Huet, hun ‘volledigheid, althans de schijn ervan’ waardoor ze ‘de canoniseerders van de literatuur van hun tijd zijn geworden’; dit geldt ook voor Menno ter Braak, maar niet voor Martinus Nijhoff of Simon Vestdijk. Uit de tijdschriften verschenen in 1995 Jan Busschaert, Zie, ik ben mijn lichaam!, in Kruispunt, jrg. XXXVI (1995) 162 (dec.) 138-141. 2. Terug tot Simon Vestdijk: Terug tot Ina Damman, p. 138-141. Hans Vandevoorde, ‘O Geest, zo dicht en verre’, Gérard de Nerval in het Nederlands, in Yang, jrg. XXXI (1995) 1 = 167 (maart) 88-95. Belangstelling voor de poëzie van Nerval († 1855) in de jaren 1924-1940 (Frans Erens, Richard Minne, M. Nijhoff, J. Engelman, Jan Slauerhoff; over diens verhalen Sylvie & Aurelia en de sonnettenreeks Les Chimères, besproken door Hendrik Marsman en Simon Vestdijk, F.C. Terborgh; vertaald door Paul Claes. Kees 't Hart, Boodschappenlijstje, in Optima, jrg. XII (1995) 4-jrg. XIII (1995) 1 = 45-46 (apr.) 78-88. ‘Ik probeer over personages uit boeken te praten’: ‘mijn klassiek personage’ (p. 86): Eddie uit Simon Vestdijk, De redding van Fré Bolderhey (1948). Gerrit Krol, Een gedicht in de vorm van een boom, in Tirade, jrg. XXXIX (1995) 357, 98-114: over het ‘maken van een gedicht... als een bewust proces’ (p. 90), vertrekkend van Simon Vestdijk, De glanzende kiemcel (achtste lezing) en Rutger Kopland dagboek Over het maken van een gedicht en verwijzend naar Gerrit Achterberg en Hans Favery. Guus Middag, Vaders en zonen [in gedichten], in Tirade, jrg. XXXIX (1995) 358, 241-250. Simon Vestdijk, ‘Groet mijn vader, - zoo sprak ik tot ied're doode’. Uit de tijdschriften verschenen in 1996 Piet Oberndorff, Voor wie wil lezen..., in Appel, jrg. XXI (1996) 2 (juni) 132; over Maarten 't Hart & H. Brandt Corstius, Het gebergte, leesverslag van romans van Simon Vestdijk. Jos van Thienen, De erfenis van Minos. Het labyrintmotief in de Vlaamse en Nederlandse romans, in Kreatief, jrg. XXX (1996) 2 (juni) 16-28; o.a. over Simon Vestdijk, De kellner en de levenden. Jeroen Brouwers, De laatste sigaret, in Feuilletons, jrg. (1996) 1 (zomer) 101-114 met portetten van rokende schrijvers: Godfried Bomans, Menno ter Braak, Hugo Claus, W.F. Hermans, Gerard van het Reve en Simon Vestdijk. Willem Brakman, De hotelier doet mee, in | |
[pagina 82]
| |
Optima, jrg. XIV (1996) 3 = 52 (nov.) 86-90. Simon Vestdijk, De hôtelier doet niet meer mee. Nanne Tepper, De lijfbard van Knut de Verschrikkelijke, in De Revisor, jrg. XXIII (1996) 2 (mei). 4-12: over de tweede symfonie van Gustav Mahler, het oordeel van Simon Vestdijk, de dirigenten Bruno Walter, Bernard Haitink, Leonard Bernstein, Claudio Abbado en vooral hun interpretatie van de finale. Uit de tijdschriften verschenen in 1997 Sjoerd van Faassen, Hemelsche en aardsche poëzie, in De Vlaamse Gids, jrg. LXXXI (1997) 5 (nov.-dec.) 22-26. Een debat in 1937 tussen Hendrik de Vries en Simon Vestdijk over de poëzie van J. Greshoff met in de rubriek ARCHIEF Vestdijks ‘De rationalist als mysticus’ uit Voor en na de laatste explosie. Opstellen over poëzie, 1960, p. 39-42 over Jan Greshoff, De laatste dingen (1956-1958). Piet Oberndorff, Voor wie dit leest..., in Appel, jrg. XXII (1997) 1 (mrt.) 22-23; over Vestdijk jaarboek 1996 - De geschiedenis van een talent. Filip Devos, [recensies] in Poëziekrant, jrg. XXI (19976) 3-4 (mei-aug.) 39; over Vestdijk jaarboek 1996 - De geschiedenis van een talent. Jaarboek voor een bezielde constructeur. J.J. Oversteegen, Kwestie van lezen XI, in Raster, jrg. (1997) 77 (mei) 185-201. Luggnaggions, Houyhnhnms en T.S. Eliot. Ontmoeting met uitgevers; met T.S. Eliot (gesprek o.a. over een vertaling van Nijhoffs gedichten & een voorstel tot een Vestdijk-vertaling. George Reitsma, Een taal waarvoor een teken bestaat in dit heelal. Introductie bij het lezen van schijnbaar ontoegankelijke teksten, in Schoon Schip 93, jrg. IV (1997) 2 (juni) 32-33. Simon Vestdijks gedicht Mnemosyne in de bergen (1946). Guus Middag, De eerste keer, in Tirade, jrg. XLI (1997) 1 = 367 (jan.-febr.) 99-112. Vestdijk gedicht ‘De zolder waar wij het geheim ontdekken’. Voor het eerst gepubliceerd in een bibliografische uitgave in 1981 en daarna in Nagelaten gedichten (1986). Uit de tijdschriften verschenen in 1998 Piet Oberndorff, Voor wie lezen wil..., in Appel, jrg. XXIII (1998) 1 (mrt.) 48; over Vestdijk-jaarboek 1997. Peter Buwalda, Roken de Reves pijp?, in De Gids, jrg. CLXI (1998) 2, 140-157. ‘Het autobiografischme (van het tijdschrift Merlyn) heeft in het geval van de Reves een keerzijde’ want de jeugdjaren van de broers zijn wel van belang voor hun werk. Ter staving: [...]. Gerard Reves brieven aan Rudy Kousbroek en de figuur Elmer in Wether Nieland (met een verwijzing naar Simons Vestdijks recensie van het werk, ‘een meesterlijk staaltje van literatuurkritiek’, p. 154), al kende hij de biografische achtergrond niet. Marjolein de Vos, Over ‘Oedipus en Antogone’, in Raster, jrg. (1998) 82 (juli) 6-10. Gedicht van Simon Vestdijk uit Gestelsche liederen (1949). Johan van Delden, Simon Vestdijk herdacht, in Schoon Schip 93, jrg. V (1998) 4 (dec.) 37; over de afnemende belangstelling voor Vestdijk. Uit de tijdschriften verschenen in 1999 Murk A.J. Popma, Simon Vestdijk als type, in Concept, jrg. XIII (1999) 4 (dec.) 272-275. Colette Krijl, Vestdijk, dr. John en de dichter met het rottende gebit, in Bzzlletin, jrg. XXVIII (1999) 261-262 (dec. 1998-jan. 1999) 75-79; over recente Vestdijkverfilmingen m.n. de tvfilm naar Het glinsterend pantser, De ziener, Ivoren wachters (n.a.v. honderd jaar Vestdijk). Hans van den Bergh, Vestdijk en het komische, in Hollands maandblad, jrg. XLI (1999) 619-620 (aug./sept.) 25-30. Jan Maasland, Dierbaar boek: De kellner en de levenden van Simon Vestdijk, in Liter, jrg. II (1999) 10 (dec.) 57-59. H.. van Dantzig, Vestdijk en de psychiatrie, in Tirade, jrg. XLIII (1999) 378 (mrt.) 64-86. Angst en anti-angst bij Vestdijk op basis van twee van zijn werken: Het wezen van de angst en De toekomst der | |
[pagina 83]
| |
religie en getoest aan een van zijn personages: Anton Wachter. Uit de tijdschriften verschenen in 2000 Joris van Groningen, Verhuiswagens van gigantische afmetingen, in Bzzlletin, jrg. XXIX (1999) 270 (dec. 1999/jan. 2000) 89-90. Kees 't Harts bewerking van [Vestdijks] De redding van Fré Bolderhey. H.C. ten Berge, Een hel van ijs, in De Gids, jrg CLXIII (2000) 2, 166-173; over Adriaan Roland Holst (‘In memoriam’ - gedicht voor Simon Vestdijk): ‘Hij zat wat voorovergebogen’. |
|