Toespraak ter afsluiting van de Vestdijk bijeenkomst in Harlingen ter gelegenheid van de uitreiking van de 14e Anton Wachterprijs en de derde Ina Dammanprijs Harlingen, 23 oktober 2004
Hans van Velzen, voorzitter van de Vestdijkkring
Dames en heren,
We komen aan het einde van weer een bijzondere Vestdijkmiddag.
De uitreiking van de Anton Wachterprijs, de Ina Dammanprijs, de lezing van Pieter van Exter, de passende muziek en de sfeervolle entourage vormden een passend eerbetoon voor het werk en de persoon van Simon Vestdijk, de grootste literator van de vorige eeuw en nog altijd inspiratiebron voor velen.
Want wat is het toch bijzonder dat we ook nu nog met zovelen hier bijeen waren om ons met hem verbonden te weten via zijn grootste creaties Ina Damman en Anton Wachter.
En dan te weten dat onlangs de kroniek 104 is verschenen, dat we vorige jaar een druk bezocht symposium hadden over ‘De zieke mens in de romanliteratuur’ en dat al weer gewerkt wordt aan de volgende jaarvergadering van de Vestdijkkring in maart en een symposium in het najaar. En dat ook nu nog zeer regelmatig in vele stukken en interviews in kranten en weekbladen zijn naam opduikt,
Daarnaast is er een digitaal samenwerkingsverband aan het ontstaan tussen de Vestdijkkring en Literair Nederland en het toeval wil dat de winnaar van de Ina Dammanprijs, Andreas Vonder, ook deel uitmaakt van de redactie van Literair Nederland, dus dat gaat vast iets moois opleveren en zal de kwaliteit van onze Website zeker vergroten.
Het enige minpunt is en blijft de te beperkte verkrijgbaarheid van zijn werk, al zijn er nu weer mooie uitgaven beschikbaar van de Anton Wachterromans en van ‘De koperen tuin’. Misschien moet Het Kruidvat dan toch maar zijn toptien uitbrengen zoals onlangs werd gesuggereerd en als dat net zo smaakvol zou gebeuren als dat met de Haagse romans van Couperus is gebeurd zou dat voor de brede verspreiding van Vestdijk nog wel eens heel positief kunnen zijn.
Natuurlijk kan een Vestdijkmiddag niet zonder een bijdrage van de grote meester zelf en ik wil, na iedereen die daarbij betrokken was hartelijk bedankt te hebben voor de organisatie van deze bijeenkomt, daarom eindigen met het mooie gedicht dat gaat over de prachtige plaats waar we hier bijeen zijn: Stad aan de Wadden.